22 febr. 2003: Op de site van Care4Cure http://www.care4cure.nl/index.php?aid=7863 is
onderstaande reactie van het HDI op de bovenstaande column van Renckens van enige tijd
geleden te lezen ( noot redactie: ik herhaal nog maar eens: als we nu ook weer onderstaande reactie van het Helen Dowling Instituut lezen die werkelijk op alle fronten de vloer aanvegen met de column van Cees Renckens en deze volledig weerleggen met feiten en studies hoe kan het dan zijn dat vele vooraanstaande reguliere artsen en apothekers, waaronder voor alle duidelijkheid de hoofdinspecteur voor Volksgezondheid prof. Dr. Kingma -  zich nog steeds vertegenwoordigd voelen door deze Vereniging? Een open vraag: denken deze veelal toch gerespecteerde leden nu werkelijk dat dit soort publicaties mede bijdragen aan een betere volksgezondheid en effectieve ontwikkeling van de Nederlandse Gezondheidszorg? Is de heer Renckens en zijn Vereniging werkelijk dat instituut dat kwakzalverij - en echt ook wij willen echte kwakzalverij ontmaskeren - hiermee bloot legt en ontmaskert? Voor mij persoonlijk onvoorstelbaar dat niet meer vooraanstaande artsen en apothekers die het beste voor hebben met de Gezondheidszorg niet publiekelijk afstand nemen van deze Vereniging.)

Bron: care4cure website:

Het Helen Dowling Instituut: een reactie

(20-2) Op 6 en 11 februari jl. publiceerde Cees Renckens op de website van
Care4Cure een column, respectievelijk een gecorrigeerde versie daarvan, over
het Helen Dowling Instituut (HDI) - centrum voor psycho-oncologie te
Utrecht. Als we de schrijver moeten geloven betreft het hier een dubieus
instituut in de marge van de gezondheidszorg.

Renckens heeft als columnist de vrijheid zijn persoonlijke opinie te uiten,
maar de moresprudentie schrijft voor dat deze gebaseerd moet zijn op ware
feiten. En helaas is daarvan geen sprake. Beide columns zijn gebaseerd op
aantoonbare onwaarheden, onwetendheid en kromme redeneringen. Dit noodzaakt
mij tot een reactie waarvan de belangrijkste punten zijn: 
1. Renckens beweert: 'In interviews en publicaties van het HDI werd
onomwonden gesteld dat deze 'interventies' een gunstig effect op de
overlevingsduur zouden hebben'. Het HDI heeft nimmer in interviews noch in
publicaties dergelijke vergaande uitspraken gedaan. Vanwege het
controversiële karakter ervan is juist altijd zeer terughoudend en
genuanceerd over dit onderwerp gesproken. Uitspraken werden alleen gedaan op
basis van onderzoek. Gebaseerd op de studies van Spiegel (1989) en Fawzy
(1993) hebben wij - met vele andere onderzoeksteams - aangegeven dat
psychosociale begeleiding mogelijkerwijs een effect zou kunnen hebben op de
overlevingsduur. Niets meer en niets minder. Later onderzoek heeft daarover
echter twijfel doen ontstaan. Hiervan hebben we de afgelopen jaren op
(inter)nationale podia expliciet melding gemaakt. In door het HDI
gepubliceerde kritische literatuuroverzichten hebben wij bovendien
aangegeven dat na decennia onderzoek er weinig tot geen aanwijzingen zijn
gevonden voor een relatie tussen psychosociale factoren en het ontstaan en
beloop van kanker (o.a. Garssen en Goodkin, 1999). 
2. Renckens beweert: 'de EUR verbrak al eerder alle banden'. Renckens
insinueert dat de Eramus Universiteit zich geheel heeft afgewend van het
HDI. Deze bewering is aantoonbaar onjuist. Het HDI heeft namelijk goede
contacten met de EUR in het kader van wetenschappelijk onderzoek. 
3. Renckens beweert: 'Het is met de begeleiding van kankerpatiënten al net
zo gesteld als met hulp aan...projecten die de positie van de vrouw ten
goede komen... dat het stellen van vragen naar effectiviteit of kosten/baten
analyse al snel wordt uitgelegd als reactionair, onmenselijk of erger.' Het
HDI onderschrijft de legitimiteit van de door Renckens gestelde vraag. Maar
Renckens blijkt de literatuur niet te kennen. Immers, tientallen
gerandomiseerde studies zijn de afgelopen decennia verricht naar het effect
van psychosociale interventies bij kankerpatiënten. In een meta-analyse
tonen Meyer en Mark (1995) aan dat dergelijke begeleiding significant
positieve resultaten oplevert. Psychische klachten nemen af en de kwaliteit
van leven neemt toe. De effectgrootte is vergelijkbaar met de uitkomsten van
algemene psychotherapie. Voor een kosten/baten analyse kan Renckens terecht
bij Sobel (2000). 
4. Omdat het HDI volgens Renckens niet deugt, deugen kennelijk ook degenen
die ermee samenwerken niet. Zo zet hij in zijn column het Comité van
Aanbeveling (CvA) van ons op 7 februari jl. gehouden congres 'Kanker,
Groeiende Zorg' in een kwaad daglicht. Dit comité bestond o.a. uit
vooraanstaande professionals uit de gezondheidszorg, zoals prof.dr. Bob
Pinedo, drs. Hans Simons, de voorzitters van de LHV en NFK, de directeuren
van de OMS en het hoofd voorlichting van het KWF. Renckens is verbijsterd en
beweert: 'Ze durfden waarschijnlijk niet te bedanken voor de eer, want alles
wat gedaan wordt om het lot van kankerpatiënten te verlichten, ook al is het
flauwekul, is boven alle kritiek verheven'. Het zal maar over je gezegd
worden. 
5. Verder beweert Renckens over de leden van het CvA: 'Ze hebben zich
kennelijk minder gestoord aan het wankele imago van het HDI, dat met zijn
nieuwe koers natuurlijk wel wat minder extreem is dan vroeger'. Renckens
rijgt de ene verdachtmaking aan de ander. Van een wankel imago is geen
sprake, hetgeen onder meer blijkt uit een imagostudie in 2002 uitgevoerd
door de Hogeschool voor Communicatiemanagement te Utrecht. Het HDI wordt
binnen de reguliere gezondheidszorg beschouwd als een zeer deskundige en
betrouwbare partner. Zo zijn er intensieve contacten met VWS, het KWF,
Integrale Kankercentra (IKC's), ziekenhuizen, zorgverzekeraars en de
universitaire wereld. Ook insinueert Renckens dat het CvA maar wat doet.
Mijn reactie hierop is dat het CvA bestaat uit zeer weldenkende en kritische
personen die zich niet lenen voor betrokkenheid bij een wankel en dubieus
instituut. Tenslotte beweert Renckens zonder enig bewijs daartoe aan te
leveren dat het HDI nog steeds een extreme koers vaart, weliswaar wat minder
dan vroeger, maar toch. 
6. Renckens moest zijn column van 6 februari jl. corrigeren, omdat hij het
HDI en het CvA er valselijk van had beschuldigd in zee te zijn gegaan met de
Stichting Nationaal Fonds tegen Kanker (SNFK), in zijn optiek een
verderfelijk kwakfonds. De voorzitter van dat fonds zou volgens Renckens ook
zitting hebben in het CvA en ons instituut zou van dit fonds subsidie
ontvangen. Schandelijk volgens Renckens. Maar Renckens slaat hier de plank
volkomen mis. Hij haalt afkortingen en organisaties door elkaar. In het CvA
zat niet de voorzitter van het SNFK, maar van het NFK, de Nederlandse
Federatie van Kankerpatiëntverenigingen. Met het door Renckens gekritiseerde
SNFK heeft het Helen Dowling Instituut nooit iets van doen gehad, laat staan
er ooit gelden van te hebben ontvangen. In de gecorrigeerde versie van 11
februari jl. meldt hij, zonder excuus te maken, slechts zijdelings zijn fout
schudt de tekst her en der wat op en handhaaft onverminderd zijn
laatdunkende toon. 
Renckens heeft willens en wetens het Helen Dowling Instituut en de leden van
het Comité van Aanbeveling van ons congres een trap onder de gordel willen
geven. En dat is hem gelukt. Aan de lezer en de redactie van Care4Cure laat
ik over welk oordeel hierbij past. 
Het Helen Dowling Instituut houdt zich bezig met patiëntenzorg,
wetenschappelijk onderzoek en deskundigheidsbevordering op het gebied van de
psychosociale oncologie. Wie werkelijk geïnteresseerd is in ons werk verwijs
ik graag naar onze website: www.hdi.nl  
Tot slot kan worden vermeld dat het congres, ter gelegenheid van ons
15-jarige bestaan, werd bezocht door in totaal 600 professionals uit de
oncologie (w.o veel medici) die de dag waardeerden met gemiddeld een acht! 
Dr. Bram Kuiper Klinisch psycholoog NIP Directeur Helen Dowling Instituut 
Reageren? Klik dan op de discussie-button bovenaan de pagina.(noot redactie deze laatste zin verwijst naar de website van care4cure.

 


Plaats een reactie ...

1 Reactie op "Officiele reactie van het Helen Dowling Instituut op denigrerende column van Cees Renckens op de website van Care4cure.;"

  • H F Meerdink :
    Ik heb grote waardering voor de wijze waarop u de kwalijke aantijgingen weerlegt...geschreven door Renckens van de Vereniging tegen Kwakzalverij.
    Deze vereniging draagt de verkeerde naam en is eerder een vereniging tegen alle zorg en therapieen die niet "regulier"zijn. Dus dit zou allemaal kwakzalverij zijn. Ongelofelijk dat zo'n vereniging bestaat en overal schade aanricht. Mag dit zomaar?
    Deze mensen reageren als fundamentalisten, extremisten. Maar hun gevecht is uiteindelijk tevergeefs. Mensen hebben de complementaire zorg steeds meer nodig en de zeer belangrijke invloed van gezonde voeding (die je tegenwoordig moet zoeken) en een gezonde leefstijl (lichaam en geest) wordt steeds bekender. Gelukkig.
    Wanneer de leden van de VtgK op de hoogte zouden zijn van de geschiedenis van de gezondheidszorg en de beslissende rol van Rockefeller) dan wisten ze hoe belangrijk de natuur was voor de geneeskunst. En de natuurlijke middelen- howel nu zwaar onderdrukt door de Big Farma Maffia- zijn onze enige echte redding van al die chronische ziekten die wij mensen zelf hebben gecreeerd.

    Ik wilde u complimenteren met het door u geschreven stuk. Maar ik wijk af...gepassioneerd door wat de laatste jaren op mijn (alternatieve) pad is gekomen. Er is een omwenteling gaande. Veel mensen zijn meer bewust van alles wat er gebeurt. De macht van de politiek. De macht van de farmaceuten..en nu ook zorgverzekeraars. Mensen worden steeds argwanender. Als je iets weet kun je het niet meer 'onweten".
    Vriendelijke groet.
    H. Meerdink

Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Cees Renckens, voorzitter >> Overzicht hoe IGZ = Inspectie >> Over inconstistentie en juridicide: >> Nasi Göring en andere pikanterieën: >> Open brief aan bestuur van >> Dr. Baratz en dr. Stephen >> Vereniging tegen Kwakzalverij >> Hoe ziek kan je zijn: Vereniging >> Directie Universitair Medisch >> Officiele reactie van het >>