Wie advies wilt over hoe het microbioom te verbeteren zou contact op kunnen nemen met deze website: Www.microbiome-Center.nl Voor zowel artsen als individuele burgers staat een groep van artsen en wetenschappers klaar om u een persoonlijk advies te geven.

Gerelateerd aan dit onderwerp is het wellicht interessant dit artikel in Kennislink  ook te lezen

26 juli 2022: Bron: Artikel uit de Winclove nieuwsbrief die ik hier ongewijzigd plaats. Het originele abstract staat onderaan artikel. Klik op de titel voor het volledige studierapport.

Probiotica verlaagt risico op antibioticageassocieerde diarree bij kinderen

Kinderen die naast antibiotica ook probiotica krijgen, hebben 35% minder vaak last van diarree, blijkt uit internationaal onderzoek.

Antibiotica en kinderen

Antibiotica vormen een van de meest voor geschreven medicijnen voor kinderen. Van alle kinderen die een breedspectrum antibioticumkrijgen, ontwikkelt zo’n 20-30% antibioticageassocieerde diarree (AAD). Een belangrijke oorzaak van AAD is dysbiose, een verstoring van de darmmicrobiota, waarbij pathogene bacteriën, zoals Clostridium difficile, in aantal kunnen toenemen. Ook wanneer er geen diarree optreedt, raakt de microbiota verstoord, wat op langere termijn en latere leeftijd tot gezondheidsklachten kan leiden. AAD ontstaat bij kinderen meestal sneller dan bij volwassenen, en kan eerder leiden tot uitdroging.

 

Probiotica

Een van de meest onderzochte middelen om AAD te voorkomen, is probiotica. Het effect van een multispecies probioticum met meer dan drie bacteriestammen bij kinderen is echter nog nauwelijks onderzocht. Een recent gepubliceerd onderzoek, uitgevoerd door gerenommeerde onderzoekers en kinderartsen in Polen en in Nederland, bestudeerde in een dubbelblind gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek het effect van een multispecies probioticum op het ontwikkelen van AAD bij kinderen.

 

Het gebruikte probioticum (Ecologic AAD 612) bevatte de volgende bacteriestammen:

Bifidobacteriumbifidum W23, B.lactis W51, Lactobacillus acidophilus W37, L. acidophilus W55,Lactocaseibacillus paracasei W20 (deze heette eerst Lactobacillusparacasei W20)* , Lactoplantibacillus plantarum W62 (deze heetteeerst Lactobacillus plantarum W62), Lactocaseibacillus rhamnosus W71(deze heette eerst Lactobacillus rhamnosus W71) en Ligilactobacillussalivarius W24 (deze heette eerst Lactobacillus salivarius W24)

 

Opzet onderzoek

Het onderzoek, uitgevoerd tussen 2018 en 2021, werd gedaan door twee teams onder leiding van professor Hania Szajewska, hoofd van de afdeling Kindergeneeskunde van de Universiteit van Warschau in Polen, en drs. Tim de Meij, kinderarts MDL van het Amsterdam UMC. Aan het onderzoek deden 350 kinderen mee, met een leeftijd van 3 maanden tot 18 jaar, die een breedspectrum antibioticum kregen. Luchtweg- en urineweginfecties waren de belangrijkste redenen voor de antibioticakuur. Binnen 24 uur na de start van de antibioticakuur kregen de kinderen ofwel een placebo ofwel het probioticum, en dit werd gebruikt tot en met een week na het beëindigen van de antibioticumkuur. Het probioticum dat werd ingezet, is ontwikkeld door Winclove Probiotics.

 

Definitie AAD

In de wetenschappelijke literatuur worden veel verschillende definities van AAD gehanteerd. In het nieuwe onderzoek werden diverse hiervan gebruikt, en de onderzoeksgroep was groot genoeg voor alle gehanteerde definities. De meest strikte manier om AAD te definiëren, is drie keer of meer zachte of waterige ontlasting per 24 uur, veroorzaakt door C. dif of een onbekende oorzaak en met uitsluiting van oorzaken zoals bekende virussen en voedselpathogenen. In de klinische praktijk wordt bij kinderen echter niet standaard onderzocht wat de oorzaak is van diarree tijdens een antibioticakuur. Diarree kan namelijk ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld bekende virussen, zoals het rotavirus.

 

Uitkomsten

Wanneer niet gekeken werd wat de oorzaak was van de diarree tijdens de antibioticakuur (zoals in de dagelijkse praktijk gebeurt), bleken de kinderen in de probioticagroep een significant lager risico te hebben op het ontwikkelen van diarree dan de kinderen in de placebogroep. Dit risico was namelijk 20,1% in de probioticagroep vs. 32,3% in d placebogroep (RR 0,65; 95% CI0,44-0,94; p=0,02). Dit komt overeen met andere onderzoeken die een afname van35% laten zien van de mate van diarree tijdens en na een antibioticakuur.

Wanneer echter de meest strikte definitie gehanteerd wordt, werd er geen significant effect op het ontwikkelen van AAD gevonden.

 

Ook effectief tegen virale diarree

Onderzoek van de ontlasting liet zien dat er in de placebogroep significant meer kinderen waren met diarree veroorzaakt door het rotavirus. Het probioticum kan dus mogelijk ook het ontwikkelen van diarreedoor het rotavirus voorkomen, met name tijdens een antibioticakuur.

Bij heel jonge kinderen brengt diarree altijd een risico op uitdroging met zich mee, waarbij soms rehydratietherapie moet worden ingezet. Geen van de kinderen in de probioticumgroep die toch AAD ontwikkelden had intraveneuze rehydratietherapie nodig, terwijl in de placebogroep 3,2% van de kinderen met AAD dat wel nodig had (p=0,03).

 

Definitie AAD bepalend voor resultaat onderzoek

De resultaten van dit onderzoek roepen de vraag op welke definitie van AAD klinisch het meest relevant is: de in de praktijk gehanteerde, brede definitie, of de zeer strikte definitie die als primaire uitkomstmaat in het onderzoek werd aangehouden.

Een review uit 2020 laat zien dat 28 van de 33 eerder uitgevoerde onderzoeken naar probiotica bij AAD in kinderen er geen microbiologische test werd gedaan om te achterhalen wat de oorzaak was van de diarree. Dit roept de vraag op of de onderzoeken daadwerkelijk gingen over AAD of eerder over diarree tijdens een antibioticakuur. In de praktijk wordt het onderzoeken van de oorzaak echter niet aanbevolen in het geval van acute diarree bij kinderen. Voor zowel de patiënt als de arts is de oorzaak van de diarree bovendien minder relevant, zolang de behandeling om diarree te voorkomen effectief is. De auteurs concluderen daarom dat het inzetten van dit probioticum wel degelijk overwogen kan worden om diarree bij kinderen tijdens een antibioticumkuur te voorkomen. 

Meer lezen over antibiotica en AAD? Bezoek de antibiotica-pagina.

Referentie

Łukasik, J., & Szajewska, H.(2018). Effect of amultispecies probiotic on reducing the incidence of antibiotic-associateddiarrhoea in children: a protocol for a randomised controlled trial. BMJ open8(5),e021214.

 

* In 2020 is de indeling van het bacteriegeslacht Lactobacillusaangepast, omdat er ruim 260 verschillende melkzuurbacteriën onder vielen, diealle van elkaar verschilden. Daarom heeft een wetenschappelijk comité het geslachtLactobacillus opgedeeld in 25 geslachten met elk een eigen naam.

Klik op de titel voor het volledige studierapport.

  1. Jan Łukasik
  2. Hania Szajewska
  1. Correspondence to Professor Hania Szajewska; hania@ipgate.pl

Abstract

Introduction Certain individual probiotic strains have been proven to be effective in reducing the risk of antibiotic-associated diarrhoea (AAD). However, the effects of using multispecies probiotics (MPs) remain unclear. We aim to assess the effectiveness of a specific MP preparation (Winclove 612) in reducing the incidence of AAD in children.

Methods and analysis A total of 350 children aged 6 months to 18 years, undergoing antibiotic treatment, will be randomly allocated to receive either a MP consisting of two strains of Bifidobacterium (B. bifidum W23 and B. lactis W51) and six strains of Lactobacillus (L. acidophilus W37, L. acidophilus W55, L. paracasei W20, L. plantarum W62, L. rhamnosus W71 and L. salivarius W24) at a total dose of 1010 colony-forming units daily, or a placebo, from the first day of antibiotic treatment until 7 days after antibiotic cessation, up to a maximum of 17 days. The primary outcome will be the incidence of AAD, defined as ≥3 loose or watery stools (a score of A on the Amsterdam Infant Stool Scale or a score of 5–7 on the Bristol Stool Form scale) in 24 hours, caused either by Clostridium difficile or of otherwise unexplained aetiology, occurring during the intervention period. The secondary outcomes will include the incidence of AAD according to alternative definitions; the incidence of any kind of diarrhoea; the duration of diarrhoea; the need for hospitalisation; intravenous rehydration or discontinuation of antibiotic treatment due to diarrhoea; adverse events; and the intestinal microbiota composition.

Ethics and dissemination The study protocol is approved by the Ethics Committee of the Medical University of Warsaw. The findings will be published in a peer-reviewed journal and submitted to relevant conferences.

Date and protocol version identifier 14/10/2017.

Trial registration number NCT03334604; Pre-results.

This is an Open Access article distributed in accordance with the Creative Commons Attribution Non Commercial (CC BY-NC 4.0) license, which permits others to distribute, remix, adapt, build upon this work non-commercially, and license their derivative works on different terms, provided the original work is properly cited and the use is non-commercial. See: http://creativecommons.org/licenses/by-nc/4.0/


Plaats een reactie ...

Reageer op "Probiotica voorkomt en vermindert diarree veroorzaakt door antibiotica bij kinderen blijkt uit internationaal onderzoek."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Leefstijl heeft grote invloed >> Oud verpleegkundige Basten >> Geaccrediteerde scholing ‘Antibiotica, >> Mensen met chronische maag-darmaandoeningen >> Probiotica voorkomt en vermindert >> Synbiotica ingenomen 7 dagen >> Microbiologische metabolieten >> Probiotica - melkzuurbacterien >> Probiotica - Melkzuurbacterien >> Probiotica gebruik in de ouderenzorg >>