d.d. 28 januari 2004: op deze pagina  is per 28 januari 2004 nieuwe informatie en zeer hoopvolle resultaten met dendritische celtherapie als aanvulling van Henk toegevoegd aan onderstaand bericht. 

Zeer terecht benaderde Kees Braam, uw postmaster, mij met de opmerking dat het toch wel tijd zou worden mijn "verhaal", geschreven in oktober 2001, te updaten.
Er is inderdaad tijdens de afgelopen jaren het een en ander gebeurd, waarvoor bij sommigen onder u belangstelling zou kunnen bestaan.
Wellicht mag ik beginnen met de opmerking, dat de Stichting Prostpatiënten inmiddels met circa 170 lotgenoten contacten onderhoudt. 
Gegeven de aard van de problematiek roept dit ook bij mij niet zelden emotionele reacties op wanneer sprake blijkt te zijn van terminale patiënten, die via een laagdrempelig medium als e-mail hun verdriet en radeloosheid uiten.
Anderzijds is het een bron van vreugde om enthousiaste e-mails te ontvangen van reeds "uitbehandelde" patiënten, die alsnog baat vinden bij de kruiden, resulterend in ofwel een wezenlijke terugdringing van hun psa dan wel het dempen van hun fysieke klachten, gerelateerd aan de prostaatkanker. 

U zult zich dan ook de ontsteltenis kunnen voorstellen toen ik op 27 januari 2002 aan de achterban van de Stichting moest meedelen, dat de laatste flacons PC-Spes waren uitgeleverd en de productie in de VS was stopgezet.
Zijdelings zij hier overigens opgemerkt, dat de fabrikant uit eigener beweging de productie heeft beëindigd, dat er nimmer van overheidswege een verbod op het product is geweest en dat er nooit hormonen in PC-Spes zijn aangetroffen.

Gelukkig werd in april 2002 Prostasol geannonceerd.
Dit preparaat bevat naast de werkzame stoffen Saw Palmetto, Ginseng, Skull cap en Reishi, die aanwezig waren in PC-Spes, óók Sitosterole, Quercetin en Pygeum.

Voor de geïnteresseerden onder u wat nadere gegevens over de drie laatstgenoemde bestanddelen.

Sitosterole
Sterole en Steroline zijn plantaardige vetstoffen en worden in hoge concentraties aangetroffen in de Afrikaanse aardappel en in vele noten en zaden. Sterole en Steroline staan bekend om hun heilzame werking bij prostaatproblemen. Europese onderzoekers hebben in een studie in het gerenommeerde tijdschrift "The Lancet" bevestigd, dat plantaardige Sterole en Steroline effectief de meeste prostaatproblemen bestrijden. 
Al meer dan 20 jaar wordt door Duitse urologen in plaats van chemische preparaten succesvol Sterole en Steroline voorgeschreven. Verder klinisch onderzoek heeft bewezen, dat Sterole en Steroline belangrijke ontstekingremmende eigenschappen bezitten en daarom preventief werken bij ontstekingen (Ulceration), suikerziekte (Diabetes mellitus) en kanker. Deze stoffen bezitten opmerkelijke adaptogene eigenschappen, moduleren het functioneren van ons afweersysteem en stoppen ongerechtvaardigde aanvallen van ons immuunsysteem op gezonde, normale cellen. 
Sterole en Steroline helpen vanwege de laatstgenoemde eigenschappen ook bij auto-immuunziekten die ook bij het ontstaan van prostaatproblemen een rol spelen. In een gerandomiseerd en placebo-gecontroleerd onderzoek bij 177 patiënten met een vergrote prostaatklier, heeft men de therapeutische werkzaamheid en zekerheid van bêta-Sitosterol onderzocht. De resultaten van de met bêta-Sitosterol behandelde patiënten waren significant beter dan van de controlegroep, die was behandeld met een namaakmedicament (placebo). De prostaatproblemen verminderden sterk en de levenskwaliteit verbeterde aanzienlijk. Onderzoekers van de Universiteit van Buffalo hebben vastgesteld, dat Sterole de groei van prostaat-, borst- en dikkedarmkankercellen remt. In deze studie, die werd gepresenteerd bij het jaarcongres van de Amerikaanse onderzoeksbiologen, verminderde Phytosterol (bêta-Sisterol) het aantal kankercellen in een laboratoriumtest met 66%. Van bêta-Sitosterol is ook bekend dat het de Testosteronspiegel verlaagt, alsmede de activiteit van bepaalde enzymen die dit hormoon in een biologisch actieve vorm omzetten. Verder werd geconstateerd, dat bêta-Sitosterol intracellulaire signaalmechanismen stimuleert, die celdeling belemmeren.
In ProstaSol zitten vier verschillende Sterolen, te weten 82,5 mg bêta-Sitosterol per capsule en 26 mg Camposterol, Stimgasterol en Brassicasterol per capsule.

Quercitin
Onderzoeksresultaten van de beroemde Mayo Kliniek in Rochester, USA, geven aan dat Quercitin de hormonale activiteit bij androgen-gevoelige prostaatkankercellen blokkeert en daardoor de groei van prostaatkankercellen verhindert. Quercitin wordt door patiënten gebruikt als extra ondersteuning van hun therapie bij prostaatkanker. Veel patiënten gebruiken deze actieve Flavonoïde vanwege zijn anti-oxidatieve werking, die niet alleen helpt ter voorkoming van bloedsomloopproblemen en hartaanvallen, maar ook ter voorkoming van kanker. Quercitin komt veel voor in de natuur en wordt bij oraal gebruik in de darmen voor ongeveer 50% als monoglucoside en diglucoside geresorbeerd. Onderzoekers van de Saitama Medical School in Japan en van het Dana Cancer Institute van de Harvard Universiteit te Boston USA hebben ontdekt, dat Quercitin prostaatkankercellen hittegevoelig maakt en daarmee als ondersteuning bij hyperthermie-behandelingen gebruikt kan worden. Onderzoekers van de Universiteit van Philadelphia en de Mayo Kliniek in Rochester, USA hebben verder aangetoond dat hormoonresistente prostaatkankercellen in de groei totaal worden onderdrukt en zowel de androgene receptoren van prostaatkankercellen als ook de PSA-produktie van de cellen sterk worden geremd. Wetenschappers van de Universiteit van Centraal-Florida hebben aangetoond, dat Quercitin in combinatie met gemodificeerde citruspectine (PectaSol), celgroei remmen en reeds bestaande tumoren verkleinen. Een groot aantal positieve eigenschappen maakt Quercitin in potentie tot een belangrijk middel tegen kanker. Het beïnvloedt bijvoorbeeld de regulatie van de celcyclus, beïnvloedt de Typ-II oestrogenreceptoren en remt het enzym tyrosinkinase. Quercitin is echter niet alleen als preventiemiddel bij prostaatkanker onderzocht, het heeft ook bij borstkanker, dikkedarmkanker, longkanker en verscheidene andere kankersoorten een beschermende en therapeutische werking. De toxiciteit van Quercitin bij orale of intraveneuze toediening is zéér gering. ProstaSol bevat 37,5 mg Quercitin per capsule.

Pygeum
Pygeum-extract wordt uit de bast van een in Afrika voorkomende maagdenpalm gewonnen. Sinds de jaren zestig wordt dit extract succesvol ingezet bij de behandeling van blaas- en prostaatproblemen, vooral bij de behandeling van de goedaardige Prostaathyperplasie. Momenteel is Pygeum in diverse landen, b.v. Frankrijk, het belangrijkste middel bij hyperplasie. De werking is veelvuldig in dubbelblindstudies bewezen en in de medische literatuur beschreven. De inname van hooggestandaardiseerd Pygeum-extract vermindert de enzymactiviteit van de z.g. 5-alpha-reduktase en werkt ontstekingremmend, zodat een duidelijke verbetering merkbaar wordt, ook bij het meten van de hoeveelheid geloosde urine bij objectieve metingen. Een multicentrische studie aan de Universiteit van Bratislava heeft aangetoond, dat de inname van 100 mg Pygeum per dag gedurende een periode van twee maanden de levenskwaliteit verhoogt en de hoeveelheid urine per lozing sterk verbetert. Bij alle onderzoekingen is tot nu toe geen enkele bijwerking van Pygeum geconstateerd.
ProstaSol bevat 37,5 mg pygeum extract per capsule.

Terug naar Prostasol.
Prostasol werd in eerste instantie getest in een klinische pilotstudie bij 96 patiënten met prostaatkanker: 42 patiënten met hormoonsensitieve en 54 met hormoonresistente prostaatkanker.
Vastgesteld werd een significante verbetering van de levenskwaliteit, een opvallende reductie van botpijn tengevolge van metastasen en een spectaculaire daling van de psa-waarde in 70% van de gevallen.

Inmiddels kunnen wij ook binnen de Stichting vanuit de nu achter ons liggende 17 maanden dergelijke met Prostasol bereikte resultaten melden, omdat we lotgenoten altijd expliciet verzoeken ons over het verloop te blijven informeren.

Indien sprake is van uitzaaiing naar de botten, verdient het sterke aanbeveling ook enige tijd Pectasol te gebruiken.
We sturen u daarover graag nadere informatie.

Het is u ongetwijfeld bekend, dat een verhoogde psa allerminst altijd behoeft te wijzen op prostaatkanker. De oorzaak daarvoor kan immers ook liggen in een Prostatitis; een ontsteking dus.
Voor die gevallen memoreer ik hier nog even Imupros.

Wat is Imupros?
Imupros is een combinatiepreparaat ter voorkoming van en als supplement bij de behandeling van prostaatproblemen. 
Regelmatig gebruik van Imupros houdt de prostaat tot op hoge leeftijd gezond.

Bij welke problemen helpt het:
Bij prostaatontstekingen en goedaardige tumoren (Hyperplasie).

Samenstelling:
Imupros is een combinatie van werkzame stoffen, die naast vitamines en mineralen, ook bevat: 
· Phyto-oestrogeen,
· Genisteïne
· Carotenoïde
· Lykopeen en 
· Bioflavonol Epigallocatechin Gallate

Alle bestanddelen van Imupros zijn van natuurlijke oorsprong.

In mijn "verhaal" hebt u kunnen aantreffen, dat dankzij deze kruiden mijn psa van 91.9 (op 9 maart 2000) was gezakt naar 0.09 op 11 augustus 2000.
In juni 2003, dus bijna drie jaar later, bedroeg deze 0.4

Binnen de administratie van de Stichting vindt u nog veel opzienbarender resultaten, waarvan ik u hier een voorbeeld geef (naam en adres bij de Stichting bekend):
27 februari 2003: psa 619
start inname Prostasol en Pectasol
27 maart 2003: psa 420
20 mei 2003: psa 290
24 juni 2003: psa 147
etc.

Onverlet de met kruiden te bereiken successen, dienen we echter realistisch te blijven.
Waarom nu dan toch de nodige scepsis?
Omdat we nog steeds met symptoombestrijding bezig zijn.

Evenmin als we vóóraf kunnen voorspellen of in het individuele geval PC-Spes (wederom leverbaar) dan wel Prostasol het beoogde effect teweeg brengt, kunnen we vóóraf in het individuele geval voorzien hoe lang onderhavige kruiden het "ruimte innemende proces" in toom houden.
Bij de één blijkt het resultaat vooralsnog geconsolideerd, bij de ander gaat na enkele jaren gebruik de psa weer oplopen.

Het is u misschien opgevallen, dat in mijn "verhaal" als rode draad de begrippen zelfgenezing en (herstel van het) immuunsysteem centraal staan.
Tevens ben ik -zij het in hoofdlijnen- ingegaan op het schema van Reckeweg.
Refereer ik nu naar fase 3 en 4, en projecteer ik zulks op mijzelf, dan kan gesteld worden dat ik tot mijn 59ste jaar nimmer ziek was, een verdienstelijk wielrenner ben geweest en vrijwel dagelijks minstens 30 minuten trimde.
Op 31 oktober 1996 werd ik op straat overvallen door een snel opkomende koorts, die bij thuiskomst 39.7 bleek te zijn en die vergezeld ging van hevig trillen en schokken.
Mijn immuunsysteem functioneerde derhalve toen nog tot op zekere hoogte.
(Ik kom daar straks in ander verband, te weten het Kölner-Modell, op terug)

Helaas heb ik, volledig in strijd met de visie van Rudolf Steiner, die koorts toen bestreden met antibiotica.
Van een schema van Reckeweg was ik destijds al helemaal niet op de hoogte.

Waarom vertel ik u dit?
Onlangs werd ik geattendeerd op een artikel, waarin gewag werd gemaakt van het z.g. Kölner-Modell, waarbij met name twee facetten mijn bijzondere aandacht hadden, te weten: de dendritische cellen en hyperthermie.

Die dendritische cellen haakten in op mijn interesse in het (opkweken van het) immuunsysteem; de hyperthermie gaf mij de gewenste link naar Rudolf Steiner.

Dendritische cellen
In ons gehele lichaam, direct onder de slijmhuid (een uiterst functionele plaats, gegeven de hierna te bespreken taak), zitten -ter verdediging naar buiten- de z.g. dendritische cellen.
Verder onder meer ook in de "eilandjes van Langerhans", in de alvleesklier.
Deze dendritische cellen hebben veel tentakeltjes, die dendrieten worden genoemd.
Via het bloed komen de dendritische cellen in weefsels terecht, alwaar deze alles waarnemen en beoordelen op "schadelijkheid" voor het totale menselijke organisme.
De op deze wijze verkregen informatie geven ze door aan de "natural killercellen" (de naamgeving spreekt voor zich) in ons lichaam, die op hun beurt dan weer uitstromen om die schadelijke cellen uit te schakelen.
Dit belangrijke afweersysteem kan ons behoeden voor kanker.

Kankerpatiënten blijken niet voldoende dendritische cellen te hebben of deze functioneren onvoldoende.
De informatie-overdracht aan de Natural Killers verloopt dan niet (meer) optimaal en adequaat, waardoor tumorcellen niet meer worden herkend of gedood.

Het Internationale Institut für Onkologische und Immunologische Forschung heeft in samenwerking met de universiteiten van Göttingen en Wenen een methode ontwikkeld om dendritische cellen te "produceren".
Daartoe wordt 80 milliliter bloed afgenomen van de patiënt, waaruit de monocyten (een bepaalde soort bloedcellen) worden geïsoleerd, die in een laboratorium een wisselbad van verschillende cytokinen krijgen.
Door dit proces worden die bloedcellen als het ware gedwongen zich in een tijdsbestek van een week te differentiëren tot dendritische cellen.

Anders gesteld: de functie van die cellen wordt veranderd; monocyten zijn als onrijpe, groene appeltjes die worden gedwongen om rijpe appels met rode wangetjes te worden.

Bij deze techniek is het niet per se noodzakelijk om een stukje tumorweefsel te hebben, doch het werkt wel effectiever.

Toelichting
Iedere tumor heeft een eigen antigeen presentatie (vergelijk "psa" bij prostaatkanker).
Het zou daarom ideaal zijn om bij een operatie een stukje van het verwijderde tumorweefsel achter te houden en mee te nemen.
Uit dat weefsel wordt dan tumorspecifiek antigeen geïsoleerd en blootgesteld aan de voor de desbetreffende patiënt uit eigen bloed aangemaakte dendritische cellen.
Door die dendritische cellen er van tevoren -dus nog buiten het lichaam- reeds op los te laten, kunnen ze beter op hun taak worden voorbereid.
Echter nogmaals, het is niet beslist noodzakelijk over een stukje tumorweefsel te beschikken.

De therapie met dendritische cellen is vooral doelmatig bij patiënten met solide tumoren en minder effectief bij systeemziekten zoals leukemie en de ziekte van Hodgkin.

Opmerkingen

· Chemotherapie én therapie met dendritische cellen kunnen nooit tegelijkertijd. 
De chemo doodt immers uiteraard ook de dendritische cellen. 
Circa drie weken ná de chemotherapie kan met de kuur gestart worden; dan functioneert namelijk het immuunsysteem nog redelijk en kunnen de dendritische cellen hun werk nog goed doen.
· Als men voor dendritische cellen kiest, dan mag vooralsnog de kuur met Zoladex/Casodex dan wel Prostasol/PC-Spes niet worden onderbroken! 
Met name het stopzetten van de Prostasol is onverstandig, omdat -zoals eerder gezegd- één van de bestanddelen van Prostasol Quercitin is.
Onderzoekers van de Saitama Medical School in Japan en van het Dana Cancer Institute van de Harvard University in Boston hebben ontdekt, dat Quercitin prostaatkankercellen hittegevoelig maakt en daarmee als ondersteuning bij hyperthermie-behandelingen kan worden gebruikt.


Hyperthermie

De therapie met dendritische cellen kan zinvol worden aangevuld met hyperthermie.
Het hyperthermiebed is een soort grote zonnebank met daarin een "slaapzak" met een met aluminium beklede binnenkant en een blauw wollen buitenkant.
Het geheel wordt computergestuurd, een thermometer houdt de lichaamstemperatuur bij, de hartslag wordt continu gemeten, via een infuus wordt de waterhuishouding op peil gehouden.
De aanwezige verpleegster biedt zeer frequent drinkwater aan en bet het voorhoofd.
Deze rol heeft bij mijn behandeling mijn lieve echtgenote overgenomen.
Vier lampen voeren de lichaamstemperatuur geleidelijk op naar een waarde boven de 40 graden Celsius.

Verhoog je de lichaamstemperatuur met 3 graden, dan wordt de stofwisseling bijna tweemaal zo snel.
Tumorcellen kunnen het dan niet meer bijbenen en sterven af.
Een en ander geheel overeenkomstig de visie van Rudolf Steiner, die het fenomeen koorts -zo mogelijk- niet wenst te onderdrukken, gegeven haar functionaliteit in een ziekteproces!

Alhoewel hyperthermie ook elders wordt toegepast, doch dan veelal slechts aan het aangetaste orgaan (b.v. de borst), wordt in Keulen ook het gehele lichaam behandeld; slechts het hoofd van de patiënt bevindt zich "buiten de tent".

- - - - - - - - - - 


Na kennis genomen te hebben van deze werkwijze heb ik -als voorzitter van de Stichting Prostpatiënten, maar tevens als lotgenoot- contact gezocht met het Instituut in Keulen.
Zes jaar geleden werd mij door de desbetreffende specialist toen voorgehouden, dat ik (bij afwijzing van radicale prostatectomie, gevolgd door bestraling of chemo) nog circa een half jaar te leven zou hebben.
Alhoewel ik in mijn "verhaal" heb uiteen gezet waarom ik dit gastvrije aanbod heb afgeslagen, ben ik mij er immer terdege van bewust geweest, dat niet alleen Zoladex en Casodex, doch evenzeer een behandeling met kruiden behoort tot symptoombestrijding.
Uit bovenstaande summiere beschrijving valt af te leiden, dat de weg via de dendritische cellen (en desgewenst ondersteund door hyperthermie) de richting van een causale aanpak sterk benadert.

Aangezien ik op grond van eigen ervaring de achterban van de Stichting desgewenst wil kunnen informeren, besloot ik in Keulen een behandelplan door te nemen; uiteraard heb ik mijn lieve en zorgzame echtgenote bij het geheel betrokken.

Teneinde de toekomstige effecten van het tweesporenbeleid (dendritische cellen + hyperthermie) achteraf objectief te kunnen beoordelen, heb ik op 15 mei 2003 mijn psa laten vaststellen.
Dankzij het gebruik van Prostasol bleek deze de waarde 0.4 te hebben.
Vervolgens een botscan en MRI (24 mei 2003) laten maken.
Simultaan daarmede op 12 mei 2003 in Keulen een uitgebreid bloedonderzoek laten uitvoeren.

Ik citeer hieronder een alinea uit het "Laborbericht":
Beurteilung
Blutbild weitgehend unauffaellig.
Referenzwertige T-Lymphozyten, grenzwertige hohe B-Lymphozyten, erniedrigte NK-Zellen.
Normwertige Verteilung der T-Helferlymphozyten sowie der T-Supppressorzellen, dabei ergibt sich eine T4/T8-Ratio von 1,81
Niedrige Aktivierungszeichen.
92,1% der T-Helfer-lymphozyten sind naive T4-Zellen.
13,1% Interleukin-2 Rezeptoren expremierende CD4+Lymphozyten.

Zusammenfassung:
Zeichen einer Immundysregulation

Mijn vaste overtuiging dat mijn immuunsysteem het destijds had laten afweten, was hiermede genoegzaam bevestigd.

Op maandag 23 juni 2003 werd gestart met de eerste hyperthermiebehandeling.
Op vrijdag 4 juli werd bloed afgenomen ten behoeve van het hierboven besproken proces, waarbij bloedcellen als het ware worden gedwongen zich in een tijdsbestek van 1 week te differentiëren tot dendritische cellen.
Op vrijdag 11 juli werden deze cellen ingebracht.
Eerst werd op basis van de MRI-gegevens vastgesteld op welke exacte locatie de injectie moest komen om het gebied van het kankerweefsel te treffen.
80% van de cellen werd aldaar ingespoten; de resterende 20% op een plaats in de rug.
Alles geschiedde met veel uitleg en grote deskundigheid.
Niets om tegen op te zien. (in vergelijking met de uiterst onaangename ervaring bij het nemen van biopten)
In totaal zullen 4 injecties met dendritische cellen plaatsvinden.

Alhoewel het concept me nog steeds sterk aanspreekt, maant mijn intuïtie me tot de nodige scepsis; de desillusie bij een eventuele mislukking zou voor mij erg groot zijn!
Ik houd u t.g.t. van het vervolg (en een eventueel bereikt resultaat) op de hoogte.

Naar ik hoop, heb ik u met het bovenstaande wat "bijgepraat".
Tot slot nog dit:
Alhoewel u de kruidenpreparaten met korting bij onze Stichting kunt bestellen en in principe uit voorraad per omgaande geleverd wordt, is het raadzaam om rekening te houden met een levertijd van enkele werkdagen.
De Stichting ontvangt namelijk geen subsidie, hetgeen beperkingen impliceert.
Een voor de hand liggende beperking is uiteraard dat we ons geen personeel kunnen veroorloven.
Desalniettemin dien ook ik met enige regelmaat betaalde arbeid te verrichten, dan wel af en toe van een kort reces te genieten, waardoor de e-mail onbemand kan zijn.
Ik vraag daarvoor uw begrip!
Wolfheze, september 2003