Helpt u ons aan 500 donateurs om kanker-actueel online te kunnen houden?

4 april 2018: zie ook dit artikel: 

https://kanker-actueel.nl/parpremmer-rucaparib-verdubbelt-ziektevrije-overleving-5-vs-11-en-13-maanden-bij-chemo-gevoelige-eierstokkanker-ook-bij-patienten-zonder-brca-mutatie-is-rucaparib-effectief.html

6 november 2016: Lees ook dit artikel: 

https://kanker-actueel.nl/NL/olaparib-een-parp-remmer-verlengt-ziektevrije-en-overall-overleving-in-vergelijking-met-placebo-bij-eierstokkanker-met-brca-1-en-2.html 

en dit artikel: 

https://kanker-actueel.nl/NL/niraparib-geeft-zeer-goede-resultaten-bij-recidief-van-gevorderde-eierstokkanker-die-eerder-gevoelig-bleek-voor-op-platinum-gebaseerde-chemo-copy-1.html

Lees ook dit artikel: 

brca-erfelijkheid-combinatie-van-sapacitabine-en-seliciclib-geeft-een-hoopvol-therapeutisch-effect-bij-zwaar-voorbehandelde-kankerpatienten-met-solide-tumoren-met-onderliggende-afwijkende-erfelijke-bcra-gen-mutaties-copy-1

Wanneer en hoe PARP-remmers zoals olaparib te gebruiken als medicijn bij eierstokkanker?

Parpremmers zoals olaparib zouden veel  eerder ingezet moeten worden als medicijn bij eierstokkankerpatiënten, maar ook bij andere vormen van kanker, vooral die met een BRCA mutatie, want elke chemokuur vermindert risico op aanslaan van de behandeling. En er is ook wel bewijs dat niet persè een BRCA 1-2 positieve DNA mutatie aanwezig moet zijn om een behandeling aan te laten slaan.  Dr. Elizabeth M. Swisher stelt dit bij de presentatie van studies met de PARP-remmer olaparib voor eierstokkankerpatiënten.

Ik heb het verslag van de persconferentie en vragen aan  dr. Swisher dat de ASCO Post publiceerde in z’n geheel proberen te vertalen.

PARP-remmers bieden een veelbelovend alternatief voor gerichte therapie bij eierstokkanker  en  geven duidelijk een therapeutisch voordeel voor patiënten met een BRCA-mutatie,  maar er blijven genoeg vragen  over wanneer het beste moment is om deze medicijnen te geven aan patiënten met eierstokkanker. Ook de kosteneffectiviteit van deze behandeling staat ter discussie,” aldus Elizabeth M. Swisher , MD, van de Universiteit van Washington in Seattle, op een bijeenkomst bij de Society of Gynecologic Oncology Annual Meeting on Women's Cancer in Chicago. Aanvullend gegeven kunnen parp-remmers (poly (ADP-ribose) polymerase (PARP) enzymen)  in combinatie met andere gerichte therapieën, zoals met chemotherapie, deze behandelingen nog veel effectiever maken." Aldus dr. Swisher


Dr. Swisher haar reactie volgde op presentaties van studies met olaparib (Lynparza) monotherapie bij patiënten met gevorderde recidief van eierstokkanker en het gebruik van olaparib als onderhoudstherapie. Olaparib werd door de Amerikaanse Food and Drug Administration goedgekeurd in 2014 voor de behandeling van patiënten met gevorderde eierstokkanker en positieve BRCA1 / 2 mutaties die drie of meer voorafgaande kuren van chemotherapie hebben ontvangen.

In Europa is olaparib goedgekeurd als onderhoudsbehandeling voor patiënten met een recidief na  een op platinum basis gebaseerde chemokuur in zowel DNA bepaalde BRCA mutaties (erfelijk bepaald) of somatische BRCA-mutaties (afwijkingen die ontstaan tijdens de ziekte bv door behandelingen) ," "Dus de indicaties verschillen nogal", aldus dr. Swisher.

Olaparib beeld

Studieresultaten:

Een samengevoegde analyse van zes fase I en II studies met olaparib vonden dat patiënten met een recidief van  eierstokkanker en DNA afwijking van BRCA1 / 2 mutaties  een profijt hadden van ongeveer 8 maanden durende progressievrije tijd en die duurzame respons  was niet minder  bij patiënten die eerder  drie of meer chemokuren hadden  ontvangen. De analyse bevestigde  de werkzaamheid en veiligheid van olaparib in deze patiëntenpopulatie van een voltooide monotherapie, met inbegrip van de subgroep van patiënten die minstens drie voorafgaande chemokuren  hadden gekregen", aldus Ursula A. Matulonis, MD, van het Dana-Farber Cancer Center, Boston, als reactie op de  gepresenteerde resultaten.

Bij de patiënten met meetbare ziekte gaf  RECIST (Response Beoordelingscriteria in solide tumoren) v1.1 criteria, dat de demografie en baseline kenmerken vergelijkbaar waren voor de totale populatie van 273 patiënten en de 205 patiënten die ten minste drie eerdere  chemokuren hadden gekregen. Alle patiënten kregen tweemaal daags  olaparib 400 mg capsules.

Reactie verminderd wel door meerdere chemokuren:

“De totale respons was 36% versus 31% voor de zwaarder behandelde patiënten”, zegt Dr. Matulonis . “Er was een geleidelijke afname van de totale respons in relatie tot het aantal chemokurren.”
"Zoals Dr Matulonis heeft aangetoond, neemt de respons af met een toenemend aantal eerdere therapieën," zegt ook Dr. Swisher . "Dus waarom zouden we willen wachten tot de vierde kuur om patiënten met een BRCA mutatie te behandelen?" zegt ook Dr Swisher, ” veel artsen zijn waarschijnlijk herhaaldelijk geconfronteerd  met situaties waarin zij denken dat patiënten zouden kunnen profiteren van olaparib maar mogen olaparib nog niet geven omdat de patiënten eerst nog een paar chemokuren moeten volgen tot deze ook falen. '

“Daarnaast”, zei ze, "weten we allemaal dat later in het ziekteverloop, gastro-intestinale klachten vaker voorkomen en een oraal geneesmiddel wordt niet altijd meer getolereerd . Zo kunnen we de mogelijkheid verliezen om deze patiënten te behandelen met deze geneesmiddelen. "

In de samengevoegde analyse kwamen graad 3 bijwerkingen voor bij 50% van de totale patiëntengroep en bij 54% van de subgroep. Ernstige bijwerkingen traden op bij  30% van alle patiënten en bij 34% van de subgroepen. Alle acht  de patiënten (3%) die overleden tijdens de studie aan ernstige bijwerkingen hadden minstens drie chemokuren vooraf gehad. Maar geen van deze bijwerkingen (sepsis, intestinale perforatie, breuk hechtdraad , acute leukemie, beroerte, chronische obstructieve longziekte en longembolie) werden beschouwd als  oorzakelijk verband door het gebruik van olaparib. De meest voorkomende bijwerkingen van alle gradaties door olaparib waren misselijkheid (65%), vermoeidheid (61%), en braken (39%).

olaparib beeld 2


Onderhoudtherapie met PARP-remmers:

"Onderhoudstherapie voor eierstokkanker is erg spannend geweest," zegt Dr. Swisher. Bedrijven hebben met vier PARP-remmers zwaar geïnvesteerd in studies met PARP-remmers als onderhoudsbehandeling. Naast olaparib, worden veliparib, rucaparib en niraparib als onderhoudsbehandeling in fase III studies  voor eierstokkanker onderzocht.

In deze studies, krijgt de patiënt ofwel een PARP-remmer of een placebo. De tijd tot de volgende progressie van de ziekte zich aandient is doel van deze studies." zei Dr Swisher.  In een eerdere studie met die opzet  bleek dat een onderhoudsbehandeling met olaparib  progressievrije overleving bij patiënten met gevorderde eierstokkanker en BRCA-mutaties significant werd verlengd.

Studies met Olaparib  concentreren zich alleen op patiënten  met BRCA-mutaties, ofwel als DNA mutatie ofwel als somatische mutatie, terwijl de andere drie medicijnen studies hebben lopen die  open zijn, zowel in de primaire en recidiverende stadia  voor patiënten met  het type hooggradige sereuze eierstokkanker  of endometriose kanker, en patiënten die BRCA-mutaties hebben, "aldus Dr Swisher. "Voorspelbare factoren / kenmerken van een respons (en resistentie) anders dan BRCA-mutaties zijn nodig ," aldus Dr. Swisher.

Wat patiënten werkelijk willen?

"Patiënten willen verlenging van de levensduur en ook tijd van leven zonder een behandeling, vooral wanneer dat de behandeling gepaard gaat met ernstige bijwerkingen," zegt Dr Swisher.  “Zo zou een onderhoudsbehandeling kunnen worden gebruikt om de tijd uit te stellen tot een latere chemotherapie weer nodig is. Dat is een zeer belangrijk einddoel," zegt Dr Swisher. "Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het uitstellen van een chemokuur een belangrijke klinische stimulans is."

Echter, er is enige bezorgdheid dat het gebruik van een PARP-remmer als onderhoudstherapie zou kunnen leiden tot chemoresistentie en enkele studies zijn op zoek naar de effecten van een tweede daaropvolgende chemotherapie. "Die tijd naar die tweede daaropvolgende chemokuur kunnen reflecteren of een onderhoudsbehandeling met een PARP-remmer resistentie tegen chemo genereert ," aldus Dr Swisher.

Bijvoorbeeld, als een patiënt die een PARP-remmer gebruikt toch progressie van de ziekte krijgt en daarop vervolgens een chemokuur krijgt, maar dan blijkt dat de chemokuur niet zo goed werkt, zal de patiënt een andere chemokuur eerder nodig hebben dan  wanneer de patiënt na een PARP remmer een recideif krijgt en toch ook  een goede respons laat zien op een daaropvolgende chemokuur. In nog een ander scenario, zou het starten van een PARP-remmer bij progressie van de ziekte uiteindelijk uitmonden in langere tijd tot zich progressie voordoet en langere tijd tot de volgende chemokuur nodig is, kunnen leiden tot een rendabelere aanpak.”, aldus dr. Swisher

Er blijven cruciale vragen over:

"Zoals: is het beter om een ​​PARP-remmer te gebruiken  in onderhoudsbehandleing of zelfs ten tijde van een terugval? Als we het gebruiken als onderhoudsbehandeling doen we dat dan in eerste lijns of als tweede lijns bij een recidief? "Dit zijn twee cruciale vragen die we nog moeten beantwoorden over het inzetten van PARP-remmers bij eierstokkanker," zegt Dr Swisher.

Andere vragen houden verband  kosteneffectiviteit, bepalen van een synergistische combinatie van PARP remmers met biologische middelen of chemokuren, het ontwikkelen van testen die het beste BRCA-achtige vormen van kanker bepalen en die mogelijk zouden kunnen  reageren op PARP-remmers, en het combineren PARP-remmers met andere therapieën die zich op DNA herstel richten. Dit zou de potentie van PARP-remmers uit kunnen breiden tot vormen van kanker die gedreven worden door  homologe recombinaties of vormen van kanker waarbij een DNA-reparatie nodig is," zei Dr Swisher.

"We weten dat eierstokkanker die gedreven zijn door homologe recombinaties niet gevoelig zijn voor PARP-remmers," zegt Dr. Swisher . "Zelfs BRCA-mutaties eierstokkanker uiteindelijk resistentie tegen PARP remmers ontwikkelen, en veel daarvan is door middel van herstel van DNA en toename van homologe recombinatie. Zodat nieuwe geneesmiddelen die een  homologe recombinatie remmen kan worden gecombineerd met PARP-remmers. "In dat scenario, kan een middel dat homologe recombinatie remt gebruikt om eierstokkanker bedreven in homologe recombinatie deficiënte in homologe recombinatie, die het mogelijk maken een PARP-remmer te maken synthetisch dodelijk voor die kanker. "Er is zeker een veel potentieel om PARP-remmers nog effectiever te maken," besluit Dr. Swisher .

Hierna is er nog discussie over de kosten van de nieuwe medicijnen enz. maar dat heb ik niet vertaald en kunt u lezen in dit artikel:  PARP Inhibitors Have ‘Clear Benefit’ for Patients With Ovarian Cancer and BRCA Mutations, but When and at What Cost? op de website van ASCO Post.

Disclosure: Dr. Matulonis heeft financiering van het onderzoek van AstraZeneca ontvangen, is lid van adviesraden voor ImmunoGen en Genentech, en is lid van het sprekers bureau voor AstraZeneca. Drs. Swisher en Smith hebben  geen potentiële belangenconflicten.

Abstracten van de genoemde studies met olaparib: 2 bij baarmoederhalskanker  en baarmoederkanker, 4 studies bij eierstokkanker en 1 studie bij borstkanker  zijn allemaal vermeld in deze reviewstudie in de referentielijst die onderaan dit artikel staat: Major clinical research advances in gynecologic cancer in 2015.

Table 1

Nine topics of major clinical research advances in gynecologic cancer in 2014 according to the site of cancer
Site of cancerTopicReference
Uterine cervix 1. Treatment of advanced or metastatic cervical cancer
 1) Antiangiogenic targeted therapy: bevacizumab (GOG 240) and cediranib (CIRCCa trial) [1,2]
 2) Immunotherapy: HPV-tumor-infiltrating lymphocytes and Z-100 [3,4]
2. HPV test as a primary screening tool of cervical cancer
 1) FDA approval of Cobas HPV test [7]
 2) Efficacy of HPV-based screening test: follow-up results of 4 RCTs in Europe [12,13,14,15,16]
 3) Meta-analysis of self-collection versus clinician collection [17]
Uterine corpus 3. Update of adjuvant radiation therapy in endometrial cancer
 1) A phase III study of early stage endometrial cancer with high-intermediate risk factors (GOG 249) [19]
 2) ASTRO new guidelines [7]
4. Uterine power morcellation: a hot potato in minimally invasive gynecologic surgery [24,25,28,29,30]
Ovary 5. Update of PARP inhibitors in ovarian cancer
 1) Olaparib maintenance therapy in PSROC [33,34]
 2) Olaparib combined with chemotherapy in PSROC [35]
 3) Combination of cediranib and olaparib in PSROC [36]
 4) Other PARP inhibitors [32]
6. Pazopanib maintenance therapy for an effective survival prolongation in advanced ovarian cancer [42]
7. Tailored treatment according to the molecular subtype of high-grade serous ovarian cancer [45,46]
8. Opportunistic bilateral salpingectomy for ovarian cancer risk-reducing procedure in the general population [52,54]
Female breast 9. Unveiled efficacy of ovarian suppression in premenopausal breast cancer
 1) Adjuvant ovarian suppression in premenopausal early breast cancer [56]
 2) Adjuvant aromatase inhibitor exemestane with ovarian suppression in premenopausal early breast cancer [57]

ASTRO, American Society for Radiation Oncology; FDA, the US Food and Drug Administration; GOG, Gynecologic Oncology Group; HPV, human papillomavirus; PARP, poly (ADP-ribose) polymerase; PSROC, platinum-sensitive recurrent ovarian cancer; RCT, randomized controlled trial.

Hier het abstract van deze studie:

Following the FDA approval of bevacizumab as the first targeted agent for ovarian cancer, olaparib has emerged as a promising secondary targeted agent for the treatment of ovarian cancer, particularly for platinum-sensitive recurrent ovarian cancer in daily practice. Promising phase III study results for PARP inhibitors including olaparib are highly anticipated in the near future.

J Gynecol Oncol. 2015 Apr; 26(2): 156–167.
Published online 2015 Apr 9. doi:  10.3802/jgo.2015.26.2.156
PMCID: PMC4397233

Major clinical research advances in gynecologic cancer in 2014

Abstract

In 2014, 9 topics were selected as major advances in clinical research for gynecologic oncology: 2 each in cervical and corpus cancer, 4 in ovarian cancer, and 1 in breast cancer. For cervical cancer, several therapeutic agents showed viable antitumor clinical response in recurrent and metastatic disease: bevacizumab, cediranib, and immunotherapies including human papillomavirus (HPV)-tumor infiltrating lymphocytes and Z-100. The HPV test received FDA approval as the primary screening tool of cervical cancer in women aged 25 and older, based on the results of the ATHENA trial, which suggested that the HPV test was a more sensitive and efficient strategy for cervical cancer screening than methods based solely on cytology. For corpus cancers, results of a phase III Gynecologic Oncology Group (GOG) 249 study of early-stage endometrial cancer with high-intermediate risk factors are followed by the controversial topic of uterine power morcellation in minimally invasive gynecologic surgery. Promising results of phase II studies regarding the effectiveness of olaparib in various ovarian cancer settings are summarized. After a brief review of results from a phase III study on pazopanib maintenance therapy in advanced ovarian cancer, 2 outstanding 2014 ASCO presentations cover the topic of using molecular subtypes in predicting response to bevacizumab. A review of the use of opportunistic bilateral salpingectomy as an ovarian cancer preventive strategy in the general population is presented. Two remarkable studies that discussed the effectiveness of adjuvant ovarian suppression in premenopausal early breast cancer have been selected as the last topics covered in this review.

Referentielijst

1. Tewari KS, Sill MW, Penson RT, Huang H, Ramondetta LM, Landrum LM, et al. Final overall survival analysis of the phase III randomized trial of chemotherapy with and without bevacizumab for advanced cervical cancer: a NRG Oncology-Gynecologic Oncology Group study. Ann Oncol. 2014;25(Suppl 4):LBA26.
2. Symonds P, Gourley C, Davidson S, West C, Dive C, Paul J, et al. CIRCCA: a randomised double blindphase II trial of carboplatin-paclitaxel plus cediranib versuscarboplatin-paclitaxel plus placebo inmetastatic/recurrent cervical cancer (CRUK GRANT REF: C1256/A11416) Ann Oncol. 2014;25(Suppl 4):LBA25–LBAPR.
3. Hinrichs CS, Stevanovic S, Draper L, Somerville R, Wunderlich J, Restifo NP, et al. HPV-targeted tumor-infiltrating lymphocytes for cervical cancer. J Clin Oncol. 2014;32(18 Suppl):LBA3008.
4. Sugiyama T, Fujiwara K, Ohashi Y, Yokota H, Hatae M, Ohno T, et al. Phase III placebo-controlled double-blind randomized trial of radiotherapy for stage IIB-IVA cervical cancer with or without immunomodulator Z-100: a JGOG study. Ann Oncol. 2014;25:1011–1017. [PubMed]
5. Noda K, Ohashi Y, Okada H, Ogita S, Ozaki M, Kikuchi Y, et al. Randomized phase II study of immunomodulator Z-100 in patients with stage IIIB cervical cancer with radiation therapy. Jpn J Clin Oncol. 2006;36:570–577. [PubMed]
6. Noda K, Ohashi Y, Sugimori H, Ozaki M, Niibe H, Ogita S, et al. Phase III double-blind randomized trial of radiation therapy for stage IIIb cervical cancer in combination with low- or high-dose Z-100: treatment with immunomodulator, more is not better. Gynecol Oncol. 2006;101:455–463. [PubMed]
7. Society of Gynecologic Oncology. Women's Cancer News. FDA panel approves primary HPV screening tool Irving, TX: Multibriefs; 2014. [cited 2015 Jan 28]. Available from: http://multibriefs.com/briefs/SGO/SGO122914.php.
8. Massad LS, Einstein MH, Huh WK, Katki HA, Kinney WK, Schiffman M, et al. 2012 updated consensus guidelines for the management of abnormal cervical cancer screening tests and cancer precursors. Obstet Gynecol. 2013;121:829–846. [PubMed]
9. Castle PE, Stoler MH, Wright TC, Jr, Sharma A, Wright TL, Behrens CM. Performance of carcinogenic human papillomavirus (HPV) testing and HPV16 or HPV18 genotyping for cervical cancer screening of women aged 25 years and older: a subanalysis of the ATHENA study. Lancet Oncol. 2011;12:880–890. [PubMed]
10. Stoler MH, Wright TC, Jr, Sharma A, Apple R, Gutekunst K, Wright TL, et al. High-risk human papillomavirus testing in women with ASC-US cytology: results from the ATHENA HPV study. Am J Clin Pathol. 2011;135:468–475. [PubMed]
11. Ronco G, Dillner J, Elfstrom KM, Tunesi S, Snijders PJ, Arbyn M, et al. Efficacy of HPV-based screening for prevention of invasive cervical cancer: follow-up of four European randomised controlled trials. Lancet. 2014;383:524–532. [PubMed]
12. Naucler P, Ryd W, Tornberg S, Strand A, Wadell G, Elfgren K, et al. Human papillomavirus and Papanicolaou tests to screen for cervical cancer. N Engl J Med. 2007;357:1589–1597. [PubMed]
13. Bulkmans NW, Berkhof J, Rozendaal L, van Kemenade FJ, Boeke AJ, Bulk S, et al. Human papillomavirus DNA testing for the detection of cervical intraepithelial neoplasia grade 3 and cancer: 5-year follow-up of a randomised controlled implementation trial. Lancet. 2007;370:1764–1772. [PubMed]
14. Rijkaart DC, Berkhof J, Rozendaal L, van Kemenade FJ, Bulkmans NW, Heideman DA, et al. Human papillomavirus testing for the detection of high-grade cervical intraepithelial neoplasia and cancer: final results of the POBASCAM randomised controlled trial. Lancet Oncol. 2012;13:78–88. [PubMed]
15. Kitchener HC, Almonte M, Thomson C, Wheeler P, Sargent A, Stoykova B, et al. HPV testing in combination with liquid-based cytology in primary cervical screening (ARTISTIC): a randomised controlled trial. Lancet Oncol. 2009;10:672–682. [PubMed]
16. Ronco G, Giorgi-Rossi P, Carozzi F, Confortini M, Dalla Palma P, Del Mistro A, et al. Efficacy of human papillomavirus testing for the detection of invasive cervical cancers and cervical intraepithelial neoplasia: a randomised controlled trial. Lancet Oncol. 2010;11:249–257. [PubMed]
17. Arbyn M, Verdoodt F, Snijders PJ, Verhoef VM, Suonio E, Dillner L, et al. Accuracy of human papillomavirus testing on self-collected versus clinician-collected samples: a meta-analysis. Lancet Oncol. 2014;15:172–183. [PubMed]
18. Landrum LM, Nugent EK, Zuna RE, Syzek E, Mannel RS, Moore KN, et al. Phase II trial of vaginal cuff brachytherapy followed by chemotherapy in early stage endometrial cancer patients with high-intermediate risk factors. Gynecol Oncol. 2014;132:50–54. [PubMed]
19. McMeekin DS, Filiaci VL, Aghajanian C, Cho J, Kim JW, DiSilvestro PA, et al. Randomized phase III trial of pelvic radiation therapy (PXRT) versus vaginal cuff brachytherapy followed by paclitaxel/ carboplatin chemotherapy (VCB/C) in patients with high risk (HR), early stage endometrial cancer (EC): a Gynecologic Oncology Group trial. Gynecol Oncol. 2014;134:438.
20. Edelson MI, Chen LM, Burke WM. Society of Gynecologic Oncology Clinical Practice Committee. Postoperative radiation therapy for endometrial cancer: where do we go from here? Pract Radiat Oncol. 2014;4:145–146. [PubMed]
21. Park JY, Park SK, Kim DY, Kim JH, Kim YM, Kim YT, et al. The impact of tumor morcellation during surgery on the prognosis of patients with apparently early uterine leiomyosarcoma. Gynecol Oncol. 2011;122:255–259. [PubMed]
22. Kho KA, Nezhat CH. Evaluating the risks of electric uterine morcellation. JAMA. 2014;311:905–906. [PubMed]
23. Seidman MA, Oduyebo T, Muto MG, Crum CP, Nucci MR, Quade BJ. Peritoneal dissemination complicating morcellation of uterine mesenchymal neoplasms. PLoS One. 2012;7:e50058. [PMC free article] [PubMed]
24. Society of Gynecologic Oncology. SGO position statement: morcellation Chicago, IL: Society of Gynecologic Oncology; 2014. [cited 2015 Mar 9]. Available from: https://www.sgo.org/newsroom/position-statements-2/morcellation/
25. Society of Gynecologic Oncology. Statement of the Society of Gynecologic Oncology to the Food and Drug Administration's Obstetrics and Gynecology Medical Devices Advisory Committee concerning safety of laparoscopic power morcellation Chicago, IL: Society of Gynecologic Oncology; 2014. [cited 2015 Mar 9]. Available from: https://www.sgo.org/wp-content/uploads/2014/04/SGO-Testimony-to-FDA-on-Power-Morcellation-FINAL.pdf.
26. Hagemann IS, Hagemann AR, LiVolsi VA, Montone KT, Chu CS. Risk of occult malignancy in morcellated hysterectomy: a case series. Int J Gynecol Pathol. 2011;30:476–483. [PubMed]
27. Leibsohn S, d'Ablaing G, Mishell DR, Jr, Schlaerth JB. Leiomyosarcoma in a series of hysterectomies performed for presumed uterine leiomyomas. Am J Obstet Gynecol. 1990;162:968–974. [PubMed]
28. Patient safety must be a priority in all aspects of care. Lancet Oncol. 2014;15:123. [PubMed]
29. Goff BA. SGO not soft on morcellation: risks and benefits must be weighed. Lancet Oncol. 2014;15:e148. [PubMed]
30. US Food and Drug Administration. FDA news release: FDA discourages use of laparoscopic power morcellation for removal of uterus or uterine fibroids Silver Spring, MD: US Food and Drug Administration; 2014. [cited 2015 Mar 9]. Available from: http://www.fda.gov/NewsEvents/Newsroom/PressAnnouncements/ucm393689.htm.
31. Fong PC, Boss DS, Yap TA, Tutt A, Wu P, Mergui-Roelvink M, et al. Inhibition of poly(ADP-ribose) polymerase in tumors from BRCA mutation carriers. N Engl J Med. 2009;361:123–134. [PubMed]
32. Liu JF, Konstantinopoulos PA, Matulonis UA. PARP inhibitors in ovarian cancer: current status and future promise. Gynecol Oncol. 2014;133:362–369. [PubMed]
33. Ledermann J, Harter P, Gourley C, Friedlander M, Vergote I, Rustin G, et al. Olaparib maintenance therapy in patients with platinum-sensitive relapsed serous ovarian cancer: a preplanned retrospective analysis of outcomes by BRCA status in a randomised phase 2 trial. Lancet Oncol. 2014;15:852–861. [PubMed]
34. Curigliano G. From precision medicine to cancer care through the immunome: highlights from the European Society of Medical Oncology Congress, Madrid, 26-30th September 2014. Ecancermedicalscience. 2014;8:472. [PMC free article] [PubMed]
35. Oza AM, Cibula D, Benzaquen AO, Poole C, Mathijssen RH, Sonke GS, et al. Olaparib combined with chemotherapy for recurrent platinum-sensitive ovarian cancer: a randomised phase 2 trial. Lancet Oncol. 2015;16:87–97. [PubMed]
36. Liu JF, Barry WT, Birrer M, Lee JM, Buckanovich RJ, Fleming GF, et al. Combination cediranib and olaparib versus olaparib alone for women with recurrent platinum-sensitive ovarian cancer: a randomised phase 2 study. Lancet Oncol. 2014;15:1207–1214. [PMC free article] [PubMed]
37. Suh DH, Kim JW, Kang S, Kim HJ, Lee KH. Major clinical research advances in gynecologic cancer in 2013. J Gynecol Oncol. 2014;25:236–248. [PMC free article] [PubMed]
38. Liu JF, Tolaney SM, Birrer M, Fleming GF, Buss MK, Dahlberg SE, et al. A Phase 1 trial of the poly(ADP-ribose) polymerase inhibitor olaparib (AZD2281) in combination with the anti-angiogenic cediranib (AZD2171) in recurrent epithelial ovarian or triple-negative breast cancer. Eur J Cancer. 2013;49:2972–2978. [PMC free article] [PubMed]
39. Kummar S, Oza AM, Fleming GF, Sullivan DM, Gandara DR, Naughton MJ, et al. Randomized trial of oral cyclophosphamide and veliparib in high-grade serous ovarian, primary peritoneal, or fallopian tube cancers, or BRCA-mutant ovarian cancer. Clin Cancer Res. 2015 Jan 14; . http://dx.doi.org/10.1158/1078-0432.CCR-14-2565. [PMC free article] [PubMed]
40. Pennington KP, Swisher EM. Hereditary ovarian cancer: beyond the usual suspects. Gynecol Oncol. 2012;124:347–353. [PubMed]
41. Pennington KP, Walsh T, Harrell MI, Lee MK, Pennil CC, Rendi MH, et al. Germline and somatic mutations in homologous recombination genes predict platinum response and survival in ovarian, fallopian tube, and peritoneal carcinomas. Clin Cancer Res. 2014;20:764–775. [PMC free article] [PubMed]
42. du Bois A, Floquet A, Kim JW, Rau J, del Campo JM, Friedlander M, et al. Incorporation of pazopanib in maintenance therapy of ovarian cancer. J Clin Oncol. 2014;32:3374–3382. [PubMed]
43. Liu J, Matulonis UA. New strategies in ovarian cancer: translating the molecular complexity of ovarian cancer into treatment advances. Clin Cancer Res. 2014;20:5150–5156. [PubMed]
44. Bookman MA, Gilks CB, Kohn EC, Kaplan KO, Huntsman D, Aghajanian C, et al. Better therapeutic trials in ovarian cancer. J Natl Cancer Inst. 2014;106:dju029. [PMC free article] [PubMed]
45. Gourley C, McCavigan A, Perren T, Paul J, Michie CO, Churchman M, et al. Molecular subgroup of high-grade serous ovarian cancer (HGSOC) as a predictor of outcome following bevacizumab. J Clin Oncol. 2014;32(15 Suppl):5502.
46. Winterhoff BJ, Kommoss S, Oberg AL, Wang C, Riska SM, Konecny GE, et al. Bevacizumab and improvement of progression-free survival (PFS) for patients with the mesenchymal molecular subtype of ovarian cancer. J Clin Oncol. 2014;32(15 Suppl):5509.
47. Cancer Genome Atlas Research Network. Integrated genomic analyses of ovarian carcinoma. Nature. 2011;474:609–615. [PMC free article] [PubMed]
48. Kurman RJ, Shih Ie M. Molecular pathogenesis and extraovarian origin of epithelial ovarian cancer: shifting the paradigm. Hum Pathol. 2011;42:918–931. [PMC free article] [PubMed]
49. Schenberg T, Mitchell G. Prophylactic bilateral salpingectomy as a prevention strategy in women at high-risk of ovarian cancer: a mini-review. Front Oncol. 2014;4:21. [PMC free article] [PubMed]
50. Morelli M, Venturella R, Mocciaro R, Di Cello A, Rania E, Lico D, et al. Prophylactic salpingectomy in premenopausal low-risk women for ovarian cancer: primum non nocere. Gynecol Oncol. 2013;129:448–451. [PubMed]
51. Findley AD, Siedhoff MT, Hobbs KA, Steege JF, Carey ET, McCall CA, et al. Short-term effects of salpingectomy during laparoscopic hysterectomy on ovarian reserve: a pilot randomized controlled trial. Fertil Steril. 2013;100:1704–1708. [PMC free article] [PubMed]
52. Falconer H, Yin L, Gronberg H, Altman D. Ovarian cancer risk after salpingectomy: a nationwide population-based study. J Natl Cancer Inst. 2015;107:dju410. [PubMed]
53. Narod SA. Salpingectomy to prevent ovarian cancer: a counter-currents series. Curr Oncol. 2013;20:145–147. [PMC free article] [PubMed]
54. Kwon JS, McAlpine JN, Hanley GE, Finlayson SJ, Cohen T, Miller DM, et al. Costs and benefits of opportunistic salpingectomy as an ovarian cancer prevention strategy. Obstet Gynecol. 2015;125:338–345. [PubMed]
55. Regan MM, Pagani O, Fleming GF, Walley BA, Price KN, Rabaglio M, et al. Adjuvant treatment of premenopausal women with endocrine-responsive early breast cancer: design of the TEXT and SOFT trials. Breast. 2013;22:1094–1100. [PMC free article] [PubMed]
56. Francis PA, Regan MM, Fleming GF, Lang I, Ciruelos E, Bellet M, et al. Adjuvant ovarian suppression in premenopausal breast cancer. N Engl J Med. 2015;372:436–446. [PMC free article] [PubMed]
57. Pagani O, Regan MM, Walley BA, Fleming GF, Colleoni M, Lang I, et al. Adjuvant exemestane with ovarian suppression in premenopausal breast cancer. N Engl J Med. 2014;371:107–118. [PMC free article] [PubMed]

Articles from Journal of Gynecologic Oncology are provided here courtesy of Asian Society of Gynecologic Oncology & Korean Society of Gynecologic Oncology and Colposcopy

Plaats een reactie ...

Reageer op "PARP remmers zoals olaparib zouden in vroeger stadium van eierstokkanker en andere vormen van kanker met BRCA mutaties moeten worden ingezet"


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Niraparib als eerstelijns >> Niraparib - Zejula als onderhoudsbehandeling >> niraparib plus bevacizumab >> Niraparib geeft zeer goede >> Parpremmers Olaparib en niraparib >> PARP remmers zoals olaparib >> Talazoparib, een PARP remmer, >> Olaparib plus Bevacizumab >> Olaparib als onderhoudsbehandeling >> Olaparib, een PARP remmer, >>