Janauri 2005: Mevrouw K. haar zoon liet mij weten dat zijn moeder januari 2005 is overleden. Eind december had mevr. K. mij nog gebeld. "Kees ik heb weer een recidief in de lymfklieren in mijn buik en nu ook in de longen. Ik ben bang dat ik dit niet overleef. Maar is er misschien nog iets wat ik over het hoofd heb gezien dat me zou kunnen helpen?" Helaas moest ik haar vertellen dat ook ik niets meer wist. Ca. anderhalve maand later kregen we via haar zoon het bericht van overlijden. Het was goed geweest, mevr. K. had er zich bij neergelegd en het overlijden was niet met veel pijn gegaan en het afscheid van haar naasten was goed geweest en in alle rust was ze in de nabijheid van haar naasten vredig ingeslapen. We hopen dat mevr. K. nu de rust vind die ze zo verdiende en de familie vanaf ook deze plaats nogmaals gecondoleerd.

1 juni 2001: Voor me zit een vitale vrouw van achterin de vijftig. Uiterlijk gezond met prachtige grote stralende ogen. En deze vrouw zou al 17 jaar met kanker leven. Ik kan het bijna niet geloven. Zo gezond ziet deze vrouw  eruit. Geen spoor van verminkingen of andere littekens die wijzen op langdurige kanker en bijbehorende behandelingen. Ze vertelt me haar levensverhaal. Opmerkelijk en ook hoopgevend voor anderen.

  1983-1984: Vooraf aan de diagnose:

Mw. K had al jaren last van een onregelmatige menstruatie. voelde zich vaak slap en moe, voelde zich onevenwichtig en bij het minste of geringste kwamen er tranen. En we praten nu over 1983/1984. In het begin schonk ze dat niet zoveel aandacht, zocht vaak de schuld bij zichzelf of weet het bv. aan iets van buitenaf. Een conflict met de kinderen of iets vervelends dat er gebeurde in de familie enz.  Na een paar jaar tobben vertelde ze erover aan haar huisarts. Want haar lichamelijke klachten werden wel ernstiger. Ze vloeide veel en had soms extreem veel bloedverlies bij haar menstruatie. De huisarts stelde haar gerust. Nee hoor er zijn wat 'normale' probleempjes, veel vrouwen hebben daar last van, maar maak je niet ongerust. Na drie keer binnen een half jaar zo door de huisarts te zijn weggestuurd vertelde mw. K over haar problemen tegen haar moeder. Ze stonden samen in de bakkerij (van haar ouders, waar mw. K. ook werkte) en op het moment dat ze een bak met bakdeeg optilde had ze het gevoel dat haar baarmoeder er onderuit zakte. Haar moeder schrok en samen gingen ze naar een rustiger plaats waar haar moeder samen met mw. K alles in alle rust konden bepraten, maar ook bekijken. Wat haar moeder zag was duidelijk. Grote trossen als aardbeien waren te zien en de volgende dag werd bij de huisarts een verwijzing naar een gynaecoloog geëist. Deze zag met het blote oog dat het fout zat en zei ook direct: "je hebt kanker". Nog zonder uitslag van een uitstrijkje of biopt enz. Twee dagen later werd de uitslag van kanker bevestigd. De huisarts zei achteraf dat hij dit nooit had gezien, maar uit onderzoek bleek dat mw. K al drie jaar lang baarmoederhalskanker had. Weliswaar een langzaam groeiende, maar haar hele buikwand zat vol tumoren. 

De eerste behandeling:

In het ziekenhuis werd met pessimisme gereageerd op de mogelijkheid van behandelen en genezen. Er werd voorgesteld om mw. K met radiotherapie te behandelen. Er zou eerst gestart worden met een uitwendige bestraling van 15 keer, daarna 32 uur aaneengesloten inwendige bestraling met 'stralingsstaafjes' aangebracht in de buik en afgesloten met opnieuw 15 keer uitwendige bestraling. Mw K: " de uitwendige bestraling vond ik wel meevallen. ik was wel erg moe en had veel bloedverlies die weken, maar ik kon het verdragen. Maar de inwendige bestraling vond ik erg zwaar. 32 uur platliggen in een ledikant zonder noemenswaardige beweging en of afleiding vond ik erg zwaar. Maar ik probeerde me zelf maar moed in te spreken en halverwege na de inwendige kuur heb ik voor iedere patiënt op mijn afdeling een roos meegenomen. Zo van er is toch iets te vieren en we gaan door".
De beloning kwam nadien want een scan en bloedonderzoek wees uit dat er klinisch geen kanker was aan te tonen.

voorjaar 1987: Het eerste recidief

Maar na twee en een half jaar, voorjaar 1987, begon mw. K zich weer moe te voelen. Voelde alsof de hele wereld op haar schouders drukte. Mw K: " mijn schouders voelden dan altijd zo zwaar, net of ik een hele zware last met me mee moest torsen". Ze voelde zich ook weer vaak moe en emotioneel. En had al snel het gevoel het zit weer fout. E ja hoor een uitstrijkje wees uit dat er opnieuw kanker zat vooral bij haar eierstokken. Omdat er nu niet meer bestraald kon worden, want in dat gebied was al de volledige dosis gegeven, werd besloten om alles in 1 keer weg te halen. Operatief zijn toen de baarmoeder en de eierstokken weggehaald. En daarna bleef mw. K. vier jaar lang kankervrij, althans van klachten.

eind 1992: Het tweede recidief.

eind 1992 begin 1993 echter kreeg mw. K. last van hardnekkige hoestbuien. En niet een paar dagen, maar wekenlang. Mw. K. moest ook veel slijm ophoesten en vertrouwde het niet. Op eigen initiatief ving ze het slijm op en met een bakje meldde ze zich bij de huisarts. Deze vond dat ze niet zo negatief moest denken en zei dat een gewone verkoudheid bij heel veel mensen voorkomt. Op de vraag van mw. K. of er niet een scan of i.d. gemaakt kon worden kwam de huisarts met de wedervraag: "weet u wel hoeveel dat kost?". Maar mw. K. liet zich niet afbluffen nu en eiste toch een onderzoek. Ze spaarde van drie dagen het slijm op en dit werd onderzocht in een laboratorium van een streekziekenhuis. Maar het onderzoek leverde weinig concreets op. Er was wel twijfel, want de artsen durfden ook niet te zeggen: er is niets aan de hand. Er werd een bronchoscopie gedaan (met een slangetje door de mond wordt in de longen gekeken), maar ook die leverde weinig concrete informatie om een goede diagnose te stellen. En alsnog werd besloten tot een longpunctie. Zonder verdoving. Mw. K.:"dat was erg pijnlijk, vooral toen de eerste keer mislukte en ze nog een keer met die naald naar binnen gingen". De dag na de longpunctie, Mw. K. moest enkele dagen wachten op de uitslag, gebeurde er iets bijzonders. Mw. K. was in contact gekomen met een vrouw uit de buurt die volgens sommige mensen bijzondere gaven had. Mw. K.: ik vond dat eigenlijk maar niks al die hokuspokus, maar die vrouw kende ik al een tijdje en ze was erg aardig en toen ze voorstelde om thuis mij eens te bekijken vond ik dat wel goed. Tenslotte wat kan het kwaad dacht ik." Die vrouw vertelde mw. K. nadat ze deze uitgebreid had bevoeld enz. dat zij constateerde dat er aan de voorkant van haar longen drie tumoren zaten en aan de achterkant 1 tumor. Maar zei die vrouw erbij: " denk eraan dat ze die aan de achterkant niet vergeten, want die is nog zo klein daar kunnen ze gemakkelijk overheen kijken". Mw. K.: " toen ik dan bij de oncoloog kwam voor de uitslag van de punctie zei ik haar: wacht voordat u mij de uitslag geeft wil ik zelf iets vertellen. En ik vertelde haar over wat die vrouw mij had verteld. De oncologe was zeer verbaasd, want exact zoals die vrouw mij had verteld was ook uit de punctie gekomen. Inclusief de kleine tumor aan de achterkant van de longen. De oncologe was dus verbaasd, maar zei ook wel: "ja, je hebt nu eenmaal mensen met bijzondere gaven". De kankertumoren bleken overigens de zelfde soort kanker te zijn als die in de baarmoeder en later van het recidief in de eierstokken.

De longoperatie.

In overleg werd er besloten om een gedeelte van de long, de linkerkwab, operatief te verwijderen. Dit werd gedaan in een streekziekenhuis. een paar weken later bij een controle onderzoek werd er nog een tumor gevonden. Een lymfklier, verbonden aan de slokdarm bleek kanker te bevatten. Er werd voorgesteld om deze met chemo te bestrijden en ook ter voorkoming van een recidief, maar mw. `K. weigerde dat. Mw. K.: " ik had zoveel verhalen over chemo gehoord van anderen en bijna altijd zonder resultaat dat ik daar geen zin in had. Ik probeerde inmiddels zo gezond mogelijk te leven, veel fruit en groenten en weinig stress (dat valt niet altijd mee want het leven houdt daar niet echt rekening mee en er is altijd wel wat waar ik me zorgen over maakte) en had gewoon geen zin om zo'n zware chemokuur te volgen. De oncologe had daarvoor begrip en zei dat ze hoopte dat mw. K's positief denken de tumor dan misschien wel zou laten verdwijnen. Misschien zou haar eigen lichaam dit wel opruimen. Mw. K.: dit is natuurlijk toch wel een beetje vreemd, want normaal gesproken zal een oncologe dit niet zeggen, maar ik had niet de indruk dat deze vrouw me maar een beetje in de maling zat te nemen. Het contact met haar voelde wel als integer en goed. De huisarts heb ik in die tijd wel de deur uitgedaan en ben naar een ander gegaan waar ik veel meer vertrouwen in heb".

voorjaar 1993: Dokter Broekhuyse

Mw. K.: "Via familie had ik wel eens verhalen gehoord van ene dokter Broekhuyse uit Haarzuilens . En uit die verhalen werd toch wel heel positief gesproken over ervaringen met de behandeling zoals die man dat zou doen. Met een gezonde dosis argwaan ben ik toen op een dag (voorjaar 1993) samen met mijn man daar naartoe gegaan. Want ik wist dat ik nog wel kanker in mijn lichaam had en wilde toch proberen daar iets op mijn manier aan te doen". "De eerste indruk en ontmoeting voelde goed. Dokter Broekhuyse kwam bij mij over als een aardige betrokken man. Hij was ook gediplomeerd arts en gaf mij absoluut geen garanties om beter te worden. Hij deed bij mij de vegatest, een test waarbij hij met een speciaal apparaatje mijn vingers testte en zoals hij zei kon hij uit die uitslag dan opmaken via de meridianen welke organen wel en niet goed functioneerden. Het was voor mij allemaal wel een beetje vreemd, in ieder geval anders dan ik gewend was, maar ik vertrouwde hem wel. Zijn behandeling kwam er op neer dat ik 30 dagen lang via een infuus een vitaminepreparaat ingespoten kreeg. En hij was helder over de kosten. Toen was het f 3.000,-- voor de hele behandeling. Later heb ik nog 10 extra infuusbehandelingen gratis gehad. 
Elke werkdag, 30 dagen aaneengesloten ging mw. K. naar dokter Broekhuyse. Mw. K: het was soms heel gezellig in die wachtkamer, waar ook veel mensen uit het buitenland kwamen. Maar je zag ook wel dat er mensen wegbleven en dan bleken die mensen toch overleden te zijn. Maar ik heb toch ook mensen heel erg op zien knappen. Zo was er een jonge man met leverkanker. Hij was helemaal geel en zag er niet uit. Broodmager en ik moet eerlijk zeggen dat ik in het begin geen cent voor zijn kansen gaf. Maar je zag die man met de dag opknappen en aan het einde van de kuur toonde hij bijna als een gezonde jonge man. Of hij het gered heeft weet ik niet, want hij kwam uit Amerika en ik heb nooit contact met hem onderhouden".
Met mw. K. ging het wel goed. Een scan en onderzoek een maand na de kuren toonde geen kanker meer en de tumor in de lymfe leek ook weg  te zijn. De oncologe schreef dan ook na dat onderzoek een brief aan dokter Broekhuyse dat de behandeling stopgezet kon worden. Mw. K.: "ik heb altijd zowel de reguliere oncologe als Broekhuyse ingelicht over wat ik bij de ander precies deed. En beide 'partijen' hebben ook altijd vol respect gesproken over de ander. De behandeling van Broekhuyse kan volgens hem ook uitstekend naast bestraling en chemo en omgekeerd. En de oncologe zei me alleen maar: " die vrouw die die diagnose stelde zat ook goed, dus als jij vertrouwen in die man hebt moet je het doen".
Dokter Broekhuyse was in die tijd wel verwikkeld in een proces met het Medisch Tuchtcollege. Mw. K.: ik weet daar niet veel van. Ik heb begrepen dat het ging om een uitspraak die Broekhuyse had gedaan over hoe je Amerikaanse soldaten die met het Vietnamsyndroom rondliepen zou kunnen behandelen. Maar Broekhuyse heeft dat proces volgens mij wel gewonnen en nadien is hij lid geworden van een landelijke beroepsvereniging en kun je nu ook een gedeelte van de kosten terugkrijgen via de ziektekostenverzekeraar". (Noot redactie: precies weten we niet hoe het zit met dat proces, maar dokter Broekhuyse blijkt in ieder geval geen lid te zijn van de N.G.O.O. of de A.N.T.T.T., dokter Broekhuyse is dan ook geen officieel geregistreerd orthomoleculair arts)

eind 1996: Derde recidief, kanker in de grote luchtweg:

Eind 1996 voelde mw. K. dat er weer iets niet goed zat. Mw. K.: het gekke was dat ik het nu aan mijn haar merkte. Het werd dof, futloos en kreeg ook een andere kleur. Bovendien voelde ik weer die zware last op mijn schouders en het viel me op dat mijn stem zo veranderde. Net of die steeds wegviel, lager werd. Dit bevestigde een vriendin me ook. En ik zei toen tegen mijn man, het is weer zover. Maar je wordt steeds nuchterder en ik wist ook direct wat ik moest en wilde doen. Dus ik naar de huisarts. Vragen om een onderzoek, foto's, scan enz. en ik meldde me weer bij dokter Broekhuyse. Maar beide onderzoeken wezen uit dat er geen kanker zat. Wel constateerde dokter Broekhuyse dat er een soort van 'bacterie' in mijn lichaam zat. En zei Broekhuyse die bacterie gedraagt zich als kanker en zou wel eens de dokters kunnen misleiden. Maar omdat er geen concrete aanwijzingen waren heb ik me niet laten behandelen. Maar ik vertrouwde het niet. 
Acht maanden later heb ik beide onderzoeken laten herhalen, ook omdat de klachten met mijn stem en moeheid aanhield en nu kwam uit het reguliere onderzoek dat ik een tumor had van doorsnee 3 cm. in de grote luchtweg. 
In overleg met beide artsen is toen 30x uitwendig bestraald en heb ik tegelijkertijd een kuur van Broekhuyse gedaan met pilletjes die ik steeds per dag innam en elke dag wat meer. Er zat een soort van opbouw in. De oncologe vond het bacterie verhaal maar grote onzin, maar respecteerde mijn keuze om beide behandelingen naast elkaar te doen. Wat precies zijn werk heeft gedaan weet ik niet, maar na deze beide behandelingen wees een scan uit dat ik opnieuw klinisch kankervrij was.

najaar 2000: Vierde recidief: 

In de herfst van 2000 krijgt mw. K. last van pijn in haar liezen. Ze had een jaar doorvoor een stukje bot uit haar heupen in haar onderkaak laten zetten om zo haar ondergebit te restaureren. In eerste instantie werd dan ook gedacht dat er een stukje botsplinter achter was gebleven. Maar toen de klachten aan bleven houden werd alsnog een botscan gemaakt en aanvullend foto's en een MRI en die bevestigden dat er opnieuw sprake was van twee kleine tumoren tussen de 2e en 3e wervel. Mw. K. ging ook nu naar dokter Broekhuyse, maar deze zei dat er geen sprake was van kanker, maar wel van die bacterie. Maar dat er wel wat aan de hand was met haar lymfklieren. Die waren wel aangetast. En wat en hoe precies dat wist hij niet. Achteraf wees ziekenhuisonderzoek uit dat ook daar kanker in zat.
Opnieuw in goed overleg werd een behandeling voorgesteld van 8x bestralen en de kuur van dokter Broekhuyse. Deze behandelingen zijn gestart in januari 2001 en in april 2001 wees een onderzoek en scan uit dat de tumoren tussen haar wervels en in haar lymfklieren opnieuw verdwenen zijn.

Conclusie.

Mw. K. "Het is natuurlijk moeilijk te bepalen wat nou precies heeft geholpen al die tijd. Ik heb er wel eens aan gedacht om de bestraling enz. achterwege te laten en gewoon met de kuur van dokter Broekhuyse alleen het te proberen, maar dat durf ik niet. ik ben zo bang dat ik dan tijd verlies en de tumor zo groot zal worden dat ik ze niet meer kwijt zal raken. En de oncologe vertelde mij dat ik er rekening mee moet houden dat ik er nooit van af zal raken". De oncologe vertelde mw. K. dat de kanker door haar hele lichaam zit en steeds op andere plaatsen de kop op zal steken. Het is een langzame groeier, maar helemaal weg te krijgen is het niet.
Mw. K. probeert wel gezond te eten, rookt allang niet meer, heeft ze ook niet erg veel gedaan, en gebruikt twee soorten multi vitamines per dag voor aanvullende mineralen en vitamines. Het echte Houtsmullerdieet zoals door sommigen wordt gebruikt, gebruikt ze niet. Wel veel fruit en groenten en vis en weinig vlees.
Mw. K.:" het is een kwestie van alert blijven en goed luisteren naar mijn lichaam. Want ik ben ervan overtuigd doordat ik er steeds snel bij ben kan ik het heel lang onder controle houden. Ik heb de oncologe ook gezegd dat ik van plan ben om 80 te worden.

Plaats een reactie ...

1 Reactie op "Mw. K. overleefde 20 jaar kanker, maar een zoveelste nieuw recidief in het najaar 2004 werd haar fataal en zij overleed helaas januari 2005. Maar haar verhaal is zeer de moeite waard hoe zij steeds haar terugkerende kanker bedwong en overleefde."

  • Aisha smit :
    Ik ben bang dat ik dit niet overleef!! Mw. K zei het zelf al en het gebeurde. Als ik haar verhaal lees heeft zij heel wat stress gehad door iedere keer weer een soort doodsvonnis die over haar heen geroepen werd door de artsen. Lichamelijk is er veel gedaan maar geestelijk volgens mij niet. Longen heeft met angst voor de dood te maken. Heb zelf een paar keer meegemaakt dat mensen die geen diagnose wilden, het vertrouwen hadden in hun zelfhelend vermogen, vooral geen Angst hadden, gezond aten, naar hun lichaam luisterden, op zijn tijd beweging maar ook rust namen dit met goed gevolg uitzaten maar wel delen, zoveel mgl. delen met familie of vrienden, daarnaast laten begeleiden door iemand die je geen chemo e.d. aan wil praten. Diagnoses maken alleen maar 'zieker'. Ken genoeg mensen die een diagnose kregen en ja hoor, ze gingen er naar leven zeg maar, ze geven je bijv. 3 maand en dan gingen ze ook binnen die tijd!

Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Mw. K. overleefde 20 jaar >> Baarmoederhalskanker: ervaringsverhaal >>