26 januari 2014:
Op een vraag van een juristenkantoor en dochter van een patiënt met levertumoren vorige maand of ik nog meer gegevens wist die zij zouden kunnen gebruiken in een gerechtelijke procedure over afwijzing van een vergoeding voor een lokale behandeling van levertumoren heb ik haar onderstaande informatie gegeven en met gedeeltelijk succes begreep ik van de dochter. Ik plaats de gegevens die ik haar stuurde ongewijzigd hier, maar het gaat over een vraag naar de kosten van systemische chemo's die meestal gebruikt worden bij darmkanker (Red: de informatie is op de website van het Ministerie voor het laatst geupdated in 2005 !!!!!) en vragen over studies naar lokale behandelingen van levertumoren. Het is wel enig zoek- en leeswerk maar wellicht kunnen mensen ook hier hun voordeel mee doen:
Beste ..........
Wat betreft de kosten van de verschillende chemo's daar zit zoveel verschil in (zie onderaan berekening van kosten bij darmkanker van verschillende medicijnen d.d. 2005), maar chemo's waarvan het patent niet is afgelopen kosten gemiddeld zo € 3.500,-- tot € 5.000 per maand per patiënt, los van kosten van arts en toediening en bijwerkingen bestrijden.
Interessant in dit verband is ook de veiligheid van chemo toedienen in een ziekenhuis waar het ministerie onderzoek naar deed:
http://docs.minszw.nl/pdf/92/2003/92_2003_1_3251.pdf
Hier wat verwijzingen naar verschillende lokale ingrepen bij levertumoren vanuit darmkanker:
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3575316/
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20431307
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23645758
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23411382
http://www.croh-online.com/article/S1040-8428(12)00046-7/abstract
http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1533002811001733
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24318568
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/21922338
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23808225
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23894481
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23728679
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23633373
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23740609
En hier staatje van ministerie NVOM over kosten van chemo d.d. 2005
Coloncarcinoom
1. Adjuvante behandeling met capecitabine direct na de primaire operatie
Per jaar zijn er 945 patiënten < 75 jaar in Nederland met een Dukes C coloncarcinoom van wie plusminus 60% feitelijk adjuvante behandeling krijgt: 60% x 945 patiënten = 653 patiënten. De kosten van adjuvant capecitabine: 8 kuren capecitabine à € 4.031,– = € 32.250,–.
Kosten capecitabine: 653 patiënten x € 32.250,– = € 21,059 miljoen (extramuraal!).
Verwachte ingangsdatum: vanaf 1 juni 2005. (Red: Zover mij bekend is het patent op Xeloda verlopen en zijn de kosten daarvan nu in 2013 veel goedkoper)
2. Adjuvante combinatie chemotherapie bij colorectaal carcinoom
Op basis van de recente gegevens is te verwachten dat oxaliplatine zeer binnenkort een plaats krijgt in de primaire adjuvante behandeling van alle patiënten met een Dukes C coloncarcinoom. De kosten van 12 kuren oxaliplatine in beide regiems bedragen € 10.061,– per behandeling.
Kosten oxaliplatine: 653 patiënten x € 10.061,– = € 6,57 miljoen.
Verwachte introductie: medio 2005.
3. Behandeling met anti-VEGF monoklonaal antilichaam bevacizumab (raming) bij recidief of voortgeschreden colorectaal carcinoom
Hierbij wordt aangenomen dat alle patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom die met chemotherapie worden behandeld (344 patiënten + 287 patiënten = 631 patiënten) ook bevacizumab krijgen, (uitgaande van behandeling met chemotherapie bij 40% der patienten obv data uit 2000, ws ligt dit momenteel eerder bij 80%).
Geschatte kosten: plusminus € 1.000,– per kuur per 2 weken met een gemiddelde behandel duur van 10 maanden (De prijs in Nederland zal plm 4 euro per mg bedragen. Bij een dosis van 5 mg/kg en patient 80 kg: plm 400 mg = 1600,- Euro per kuur). De kosten bij een gemiddelde behandelduur van 10 maanden zijn dan € 32.000,– per patiënt.
Kosten bevacizumab: 1200 patienten x € 32.000,– = € 38,4 miljoen
Avastin is begin 2005 geregistreerd en kan worden toegepast “bij alle intraveneuze behandelingen met iv 5-FU/LV”(al dan niet in combinatie met irinotecan) .
4. Cetuximab
Buiten beschouwing gelaten zijn nog de kosten van een tweede monoklonaal antilichaam bij coloncarcinoom, dat nu is geregistreerd, cetuximab. De verwachte ingangsdatum is nog moeilijk aan te geven, aangezien de plaats van het middel nog onduidelijk is.
De kosten bedragen 210,94 per ampul van 100 mg. De dosis bedraagt 250 mg/m2 , dus bij lich opp 2.0 m2 = 500 mg per kuur = 5 x 211,- = 1055,-. De kuren worden eens per week gegeven gedurende gem 6 kuren irinotecan (3-wekelijks) en de begindosis bedraagt 400 ipv 250 mg/m2, dus 20 x 1055,- = 20110,- per behandeling. Het is nog onduidelijk welke en hoeveel patienten hiervoor in aanmerking zouden komen.
Supportive care
Daarnaast zijn nog te voorzien de kostentoename van ondersteunende behandeling (‘supportive care’):
1. aprepitant (nieuw anti-emeticum).
2. bisfosfonaten (zoledroninezuur ter voorkoming van progressie botmetastasen).
1. Aprepitant
Kosten: plusminus € 75,– per kuur.
Indicatie: bij alle platinabevattende, hoog-emetogene chemotherapie. Op dit moment is het nog moeilijk in te schatten hoe groot het aantal potentieel hiermee te behandelen patiënten is.
Longcarcinoom: alle cisplatine bij SCLC, alle carboplatinecombinaties bij NSCLC (data?).
Plusminus 10.000 nieuwe patiënten met longcarcinoom per jaar. Het aantal patiënten dat cisplatine krijgt, is onbekend.
Naar schatting krijgen 2.000 patiënten chemotherapie en 25% hiervan 4 kuren cisplatine.
Kosten aprepitant bij longcarcinoom: 4 kuren à € 75,– x 500 patiënten = € 0,15 miljoen.
Testiscarcinoom: alle curatieve platinabevattende chemotherapie. Plusminus 200 patiënten per jaar.
Kosten aprepitant bij testiscarcinoom: 4 kuren à € 150 x 200 patiënten = € 0,12 miljoen.
Kosten aprepitant totaal: € 0,27 miljoen.
Invoering: vanaf najaar 2004.
6 juli 2012: ik heb onderstaand artikel maar een naar voren gehaald omdat deze uitspraak nog steeds geldig is. Het genoemde telefoonnummer in onderstaand artikel werkte niet meer. Daarvoor in de plaats kunt u inlichtingen inwinnen over genoemde uitspraak bij het Hof zelf. De uitspraak zelf staat er nog wel, maar het volledige rapport niet meer, maar zal ongetwijfeld bekend zijn bij het Hof zelf.
Palais de la Cour de Justice
Boulevard Konrad Adenauer Kirchberg
LU-2925 Luxembourg, Luxembourg
Tel: +35 2 4303 1
Fax: +35 2 4303 2600
Website: http://europa.eu/about-eu/institutions-bodies/court-justice/index_nl.htm
18 april 2005: Bron Europese Hof van Justitie
Het Europese Hof van Justitie heeft 12 april 2005 een hele belangrijke uitspraak gedaan voor ook Nederlandse kankerpatiënten o.a. over de legitimiteit van medische behandelingen in het buitenland. Een Duitse mevrouw wonend in Spanje maar tijdelijk op bezoek in Duitsland en haar erfgenamen hebben tot aan Europese Hof van Justitie geprocedeerd en in alles gelijk gekregen. Zij werd door een arts geadviseerd een behandeling tegen haar gedignosteerde kanker te ondergaan in Zwitserland, maar haar Spaanse verzekeraar weigerde te betalen. Nu moet deze alsnog alles betalen aan de erfgenamen tot en met reis- en verblijfkosten aan toe. Mevr. Keller is inmiddels overleden.
Belangrijk ook in dit arrest is dat de patiënt wel een E 111 en E 112 formulier ondertekend moet hebben door een bevoegde arts. Dit maakt onze brief aan de inspectie over TACE en LITT extra pikant en urgent want in Nederland lijken ziektekostenverzekeraars met artsen en oncologen achter de schermen een stilzwijgende afspraak gemaakt te hebben geen kankerpatiënten door te sturen naar het buitenland, zelfs als in Nederland geen behandeling meer voorhanden is en in bv. Duitsland wel. Dit geldt dus ook voor elke palliatieve behandeling waarvan redelijkerwijs een levensverlenging of verbetering van kwaliteit van leven van mag worden verwacht. zoals TACE en LITT daarvoor zeker bewezen zijn. Hier de officiële uitspraak van het Europese Hof van Justitie zoals gepubliceerd op hun website.
12 april 2005 Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-145/03
Erfgenamen Annette Keller / Instituto Nacional de la Seguridad Social (INSS), Instituto Nacional de Gestión Sanitaria (Ingesa), voorheen Instituto Nacional de Salud (Insalud).
DE ZIEKTEKOSTEN VAN IEMAND DIE IN HET BEZIT IS VAN DE FORMULIEREN E 111 EN E 112 EN DIE OM SPOEDEISENDE MEDISCHE REDENEN IN EEN DERDE LAND IN HET ZIEKENHUIS MOET WORDEN OPGENOMEN, MOETEN DOOR HET SOCIALEZEKERHEIDSORGAAN VAN DE LIDSTAAT VAN VERBLIJF VOLGENS ZIJN VOORSCHRIFTEN WORDEN VERGOED VOOR REKENING VAN DE LIDSTAAT VAN VERZEKERING
Annette Keller, die de Duitse nationaliteit had en in Spanje woonde, verzocht het Spaanse bevoegd orgaan (Insalud) om een formulier E 111 voor een periode van een maand voor een reis naar Duitsland. Tijdens haar verblijf in dat land werd een kwaadaardige tumor gediagnosticeerd, die elk moment haar overlijden kon veroorzaken. Zij verzocht Insalud om afgifte van een formulier E 112 om voor behandeling in Duitsland te kunnen blijven. De geldigheid van dat formulier werd enkele malen verlengd. Na een diepgaande analyse van de behandelingsmogelijkheden besloten de Duitse artsen Keller over te brengen naar de universiteitskliniek te Zürich (Zwitserland). Dit was de enige kliniek waar de operatie die Keller moest ondergaan, met een reële kans van slagen kon worden uitgevoerd. Keller betaalde zelf de kosten van de behandeling in Zürich en vroeg vervolgens terugbetaling daarvan aan bij Insalud. 1 Formulier E 111 geeft de verzekerde wiens gezondheidstoestand onmiddellijke behandeling behoeft tijdens een verblijf in een andere lidstaat, het recht op verstrekkingen in die lidstaat.
2 Via formulier E 112 krijgt een verzekerde toestemming om naar een andere lidstaat te reizen om daar een passende medische behandeling te ondergaan.
Toen haar verzoek werd afgewezen legde zij de zaak voor aan de rechter. De nationale rechter heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om uitlegging van de verordening van 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op migrerende werknemers 3, ten aanzien van de mogelijkheid van terugbetaling van de kosten verbonden aan een ziekenhuisbehandeling in een derde land.
Het Hof wijst er allereerst op dat een van de doelstellingen van de verordening van 1971 is het vrije verkeer te bevorderen van sociaalverzekerden die een medische behandeling nodig hebben tijdens een verblijf in een andere lidstaat, of die toestemming hebben om in een andere lidstaat een behandeling te ondergaan.
De bedoeling van de formulieren E 111 en E 112 is, het orgaan van de verblijfstaat en de erkende artsen te garanderen dat de patiënt het recht heeft om in die lidstaat – in de in het formulier aangegeven periode en onder dezelfde voorwaarden als de eigen verzekerden – een behandeling te ondergaan waarvan de kosten zullen worden gedragen door de lidstaat van verzekering. Vervolgens stelt het Hof vast dat de artsen in de verblijfstaat het best in staat zijn om te beoordelen welke behandeling de patiënt nodig heeft en dat het orgaan van de lidstaat van verzekering tijdens de geldigheidsduur van het formulier dient te vertrouwen op het orgaan van de verblijfstaat en de door dit orgaan erkende artsen, daar zij moeten worden geacht gelijkwaardige waarborgen te bieden als artsen die op het nationale grondgebied zijn gevestigd.
Het orgaan van de lidstaat van verzekering is dan ook gebonden aan de beoordeling van de door het orgaan van de verblijfstaat erkende artsen betreffende de noodzaak van spoedhulp om het leven van de patiënt te redden, en aan de beslissing van die artsen om de patiënt naar een ander land over te brengen om hem een urgente behandeling te geven die de artsen van de verblijfstaat hem niet kunnen bieden. Het is daarbij niet van belang dat het land waarheen de artsen besloten hebben de patiënt over te brengen, geen lid is van de Europese Unie. Het orgaan van de lidstaat van verzekering kan niet eisen dat de betrokkene naar de woonstaat terugkeert voor medische controle, en hem evenmin laten controleren in de verblijfstaat, noch de constateringen en beslissingen van de artsen aan zijn goedkeuring onderwerpen.
Wat betreft de vergoeding van de medische kosten die in het derde land zijn gemaakt na een medische beslissing tot overbrenging, wijst het Hof erop dat het toepasselijke beginsel is dat die behandeling wordt vergoed door het orgaan van de verblijfstaat volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke bepalingen, waarbij het orgaan van de lidstaat van verzekering deze kosten vervolgens aan het orgaan van de verblijfstaat moet terugbetalen.
Daar in deze zaak de in Zwitserland aan Keller gegeven behandeling destijds niet door het Duitse ziekenfonds is vergoed, maar vaststaat dat Keller recht had op die vergoeding en de behandeling behoort tot die waarin de Spaanse socialezekerheidswetgeving voorziet, heeft het Hof geoordeeld dat Spaanse socialezekerheidsorgaan de kosten van de behandeling rechtstreeks aan de erfgenamen van Keller moet vergoeden.
3 Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Beschikbare talen: EN, FR, DE, ES, IT, NL, PL, GR De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof vanaf ongeveer 12.00 uur.
Gerelateerde artikelen
- Europese hof van Justitie legde rechten vast op behandelingen in andere landen van ernstig zieke patiënten aan de hand van proces van kankerpatiënt in 2006
- Het Europees Parlement heeft vandaag nieuwe regels goedgekeurd voor patiënten die medische zorgen in het buitenland wensen te ontvangen, en daarvoor terugbetaald kunnen worden volgens de tarieven in eigen land.
Plaats een reactie ...
Reageer op "Europese hof van Justitie legde rechten vast op behandelingen in andere landen van ernstig zieke patiënten aan de hand van proces van kankerpatiënt in 2006"