10 juli 2011: Bron: promotie onderzoek van radioloog dr. el Sharouni

Uitstel van bestraling bij longkanker kan leiden tot snellere sterfte aan niet-klein-cellige longkanker. dat stelt radiolooog dr. el Sharouni in zijn promotie onderzoek. Hier een samenvatting zoals ook gepubliciceerd in het Tijdschrift voor Geneeskunde in 2008.

Zie ook het artikel op bl. 2709
samenvatting
– De behandeling van patiënten met een lokaal gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (stadium III) is de laatste jaren sterk veranderd.
– Patiënten met een irresectabele tumor (stadium IIIA of B) krijgen een combinatie van chemotherapie en radiotherapie. Deze kunnen opeenvolgend of tegelijkertijd toegediend worden.
– Recent is aangetoond dat gelijktijdige chemo-radiotherapie een overlevingsvoordeel heeft in vergelijking met opeenvolgende chemo-radiotherapie.
– Bij de behandeling van patiënten met stadium III wordt als chemotherapie veelal cisplatine en etoposide toegepast.
– Voor radiotherapie dient een biologisch effectieve dosis gegeven te worden equivalent aan 60-66 Gy, in hoogstens 6,5 weken.
– Bij een geselecteerde groep patiënten is chirurgische behandeling mogelijk, mits er na chemo-radiotherapie een geobjectiveerde mediastinale complete respons bereikt wordt en complete resectie technisch haalbaar lijkt. Het is aan te bevelen om deze behandeling in onderzoeksverband toe te passen.
– Als standaardbehandeling voor niet-kleincellig longcarcinoom stadium III bij patiënten met een goede conditie wordt hooggedoseerde gelijktijdige chemo-radiotherapie aanbevolen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2714-7
De 5-jaarsoverleving van patiënten met longkanker is ongeveer 13%. 1 Van alle longkankerpatiënten heeft 85% een niet-kleincellig longcarcinoom. Bij slechts een deel van de patiënten wordt genezing nagestreefd; de meerderheid krijgt een palliatieve behandeling.
 
 
In dit artikel geven wij een overzicht van de behandelingsmogelijkheden bij patiënten met stadium III-ziekte, waarbij de voorkeursbehandeling bestaat uit gelijktijdig gegeven, hooggedoseerde chemotherapie en radiotherapie. Daarnaast bespreken wij de rol van chirurgische behandeling.
aspecten van de radiotherapie
Volgens de literatuur zijn verschillende schema’s in gebruik voor radiotherapie bij gelijktijdig gegeven chemo-radiotherapie. 2 3 Het optimale schema is onduidelijk, maar duidelijk is wel dat minstens een biologisch effectieve dosis equivalent aan 60-66 Gy binnen maximaal 6,5 weken gegeven moet worden. Deze dosering is gelijkwaardig aan de dosis bij opeenvolgende chemo-radiotherapie. ...............................
 
Net als bij opeenvolgende chemo-radiotherapie leidt ook bij gelijktijdige chemo-radiotherapie een verlenging van de voorziene behandeltijd van de radiotherapie tot een hogere sterfte. Er is een statistisch significant verband tussen verlenging van de benodigde behandeltijd bij radiotherapie en een lagere overleving: elke dag dat de radiotherapie verlengd wordt, neemt de kans op overlijden toe met 2%. 7
keuze van chemotherapie
 
Een van de belangrijkste nadelen van opeenvolgende behandeling is de wachttijd tussen het einde van de chemotherapie en de start van de radiotherapie. Deze wordt veroorzaakt door een aantal logistieke kwesties zoals beoordeling van het effect van de chemotherapie door middel van CT-scan of CT-PET-scan, de verwijzingsprocedure en de wachttijden voor radiotherapie.
Een studie toonde een significante toename van het tumorvolume door een versnelde repopulatie van overlevende tumorcellen in de wachttijd tussen de chemo- en de radiotherapie. Daardoor ging de winst in vermindering van het tumorvolume verloren en werd bij 41% van de patiënten de tumor incurabel. 14 15 Ook ging het radiosensibiliserende effect van chemotherapie verloren bij opeenvolgende chemo-radiotherapie. Twee overzichtsartikelen over opeenvolgende versus gelijktijdige behandeling werden in 2006 en 2007 gepubliceerd. 2 3 Beide laten een overlevingsvoordeel voor gelijktijdige behandeling zien. De 5-jaarsoverleving verbeterde van 10 naar 15% wanneer gelijktijdige behandeling toegepast werd. 2 Gepoolde resultaten van 3 gerandomiseerde studies laten een gemiddelde 2-jaarsoverleving van 33,8% bij de gelijktijdige behandeling en 24,9% bij de opeenvolgende behandeling zien.
Bijwerkingen. Een meta-analyse van gepubliceerde gerandomiseerde studies laat zien dat de overleving na de gelijktijdige chemo-radiotherapie significant beter is dan na opeenvolgende behandeling. 8 De 5-jaarsoverleving verbetert met bijna 5% (10,6 versus 15,1%), wat een relatieve winst is van 42%. Echter, de toxiciteit van de gelijktijdige behandeling is hoger, vooral slokdarmtoxiciteit neemt sterk toe. De incidentie van een radiatie-oesofagitis graad 3, waarbij sondevoeding noodzakelijk is, bedraagt 18-33%. Bij deze cijfers moet men bedenken dat de bestraling in die studies veelal met thans verouderde technieken plaatsvond.
..........................................................
 
De standaardbehandeling voor niet-kleincellig longcarcinoom stadium III bij patiënten met een goede conditie is gelijktijdige chemo-radiotherapie. De dosis radiotherapie bedraagt 60-66 Gy, gegeven in hoogstens 6,5 weken. Het chemotherapeuticum dient een platina-analoog te bevatten, bij voorkeur cisplatine. De meeste gegevens en ervaring zijn verkregen met hooggedoseerde cisplatine en etoposide. Chirurgische behandeling is een experimentele, maar veelbelovende behandeling na gelijktijdige chemo-radiotherapie. Chirurgische behandeling is mogelijk bij patiënten in goede conditie, mits een geobjectiveerde mediastinale complete respons (door histopathologisch onderzoek bevestigd) bereikt wordt en complete resectie technisch haalbaar lijkt.
 

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 8 september 2008
Mede namens de Dutch Lung Cancer Research Group, de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose en het Landelijk Platform Radiotherapie en Longcarcinoom.
Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Radiotherapie, Q00.118, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht. Hr.drs.S.Y.El Sharouni, radiotherapeut. Amphia Ziekenhuis, afd. Longziekten, Breda. Hr.dr.J.G.J.V.Aerts, longarts (tevens: Erasmus MC-Centrum, afd. Longziekten, Rotterdam). VU Medisch Centrum, Amsterdam. Afd. Radiotherapie: hr.prof.dr.S.Senan, radiotherapeut. Afd. Heelkunde: hr.dr.M.A.Paul, longchirurg. Afd. Longziekten: hr.prof.dr.E.F.Smit, longarts. Maastricht Universitair Medisch Centrum, afd. Radiotherapie, Maastro Clinic, Maastricht. Hr.dr.D.K.M.De Ruysscher, radiotherapeut. Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Longziekten, Groningen. Hr.prof.dr.H.J.M.Groen, longarts. Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Thorax-hartchirurgie, Nijmegen. Hr.drs.A.F.Verhagen, longchirurg. Radiotherapeutisch Instituut Stedendriehoek en Omstreken, Deventer. Hr.drs.E.J.A.Vonk, radiotherapeut. St. Antonius Ziekenhuis, afd. Longziekten, Nieuwegein. Hr.dr.F.M.N.H.Schramel, longarts. Correspondentieadres: hr.drs.S.Y.El Sharouni (s.y.elsharouni@umcutrecht.nl)


Plaats een reactie ...

Reageer op "Bestraling: Uitstel van radiotherapie na chemo leidt tot significant kortere levensduur en vroegtijdige sterfte aan niet-klein-cellige longkanker en meer ongeneeslijke longkankerpatienten. Blijkt uit promotie onderzoek van radioloog el Sharouni"


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Stereotactische ablatieve >> Preventieve bestraling van >> Tweede keer bestralen na hele >> Protonenbestraling blijkt >> Bestraling: Uitstel van radiotherapie >> Bestraling met 70 GY 1x per >> RSR 13 - efaproxiral - geeft >> Stereo-tactische bestraling >> Stereotactische bestraling >> Stereotactische bestraling >>