26 december 2017: lees ook dit artikel: 

https://kanker-actueel.nl/2-jaar-aromataseremmers-na-hormoontherapie-bij-borstkanker-geeft-dezelfde-overall-overleving-als-5-jaar-veel-borstkankerpatienten-worden-overbehandeld.html

Van Astrazeneca - Nederlandse tak, de producent van Anastrozole (Arimidex®) kregen we najaar 2004 dit persbericht wat we hier laten staan. De grafieken zijn verloren gegaan maar op te vragen bij contactpersoon van Astrazeneca onderaan dit persbericht. Nog een tip van onze kant, gebruik naast Arimidex een bisfosfaat en dan het liefst Zometa, hoewel het standaard APD ook kan maar Zometa lijkt in de praktijk nog beter te werken, en is inmiddels officieel als medicijn erkend. Via een bepaalde manier van verkrijgen kunt u dit ook vergoed krijgen, zie voor meer inforamtie onder Zometa - Zoledronic Acid.

Zie voor meer informatie over actuele ontwikkelingen bij behandelingen van borstkanker onder kankersoorten- borstkanker

P E R S B E R I C H T

Groen licht voor borstkankermedicijn
Kansen beter dan met huidige standaardbehandeling

Zoetermeer, 30 september 2004 - Anastrozole (Arimidex®) is het eerste geneesmiddel dat officieel op de Nederlandse markt is toegelaten als aanvullende hormonale behandeling voor borstkanker na een operatie. Uit grootschalig onderzoek is gebleken dat vrouwen met een hormoongevoelige tumor die Arimidex gebruiken 18 % minder kans hebben op terugkeer van borstkanker dan bij de huidige standaardtherapie met het middel tamoxifen. Ook werd uit onderzoek duidelijk dat het bijwerkingenprofiel van Arimidex gunstiger is dan van de huidige standaardtherapie.

Deze recent verkregen resultaten van de zogenoemde ATAC- (Arimidex, Tamoxifen And the Combination) studie waren aanleiding voor het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen om Arimidex goed te keuren als aanvullende behandeling bij niet uitgezaaide borstkanker. Hiermee is Arimidex het eerste hormonale geneesmiddel dat deze goedkeuring verkrijgt. Hoewel tamoxifen al jaren als standaard behandeling geldt, is het nooit geregistreerd voor deze indicatie. Aan de ATAC-studie doen in totaal 9.366 vrouwen mee. Zij zijn afkomstig uit 21 landen, waaronder Nederland. De ATAC-studie is het grootste onderzoek dat ooit is gedaan op het gebied van borstkankerbehandeling.

Naast de gegevens van de ATAC-studie zijn er inmiddels meer onderzoeken gepresenteerd die aantonen dat tamoxifen zijn langste tijd als standaard behandeling heeft gehad. Prof. Dr. J.W.R. Nortier, internist-oncoloog in het Leids Universitair Medisch Centrum, onderschrijft deze stelling: “Als behandelaar willen wij onze patiënten de grootste kans bieden om een nieuwe manifestatie van de ziekte te voorkomen en op langere termijn de kans op overleving verbeteren. Er zijn nu meerdere studies die aantonen dat 5 jaar aanvullende behandeling met tamoxifen niet de beste kansen biedt. Mijn verwachting is dat de beroepsgroep op korte termijn tamoxifen als standaard behandeling zal verlaten, ook al omdat het bijwerkingen profiel van tamoxifen voor verbetering vatbaar is”.

In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 10.000 vrouwen borstkanker, van wie driekwart verkeert in de periode na de overgang en een kwart in de periode voor de overgang. Hoewel de kans op genezing toeneemt, overlijden er in Nederland jaarlijks ongeveer 3400 vrouwen aan deze aandoening. Als uitzaaiingen zijn geconstateerd is borstkanker niet meer te genezen. Om de kans te verkleinen dat de borstkanker opnieuw de kop op steekt wordt na de operatie vaak een aanvullende behandeling met medicijnen gegeven. Met Arimidex hebben patiënten nog minder kans dat de borstkanker weer terugkeert dan met tamoxifen terwijl het ook het bijwerkingenprofiel voor Arimidex gunstiger is.

Arimidex is ontwikkeld en wordt op de markt gebracht door AstraZeneca, een van ’s werelds grootste innovatieve farmaceutische bedrijven. In Nederland is het bedrijf marktleider op het gebied van oncologie. De R&D richt zich naast oncologie ook op de gebieden: maag- darmziekten, hart- en vaatziekten, long- en luchtwegaandoeningen, infecties en pijnbestrijding en ziekten van het centraal zenuwstelsel.

Bijlage I: Grafieken met belangrijkste gegevens uit de ATAC studie
Bijlage II: Borstkanker in Nederland: epidemiologie, opsporing en behandeling
Bijlage III: Verklarende woordenlijst

BIJLAGE 1 noot redactie: de grafieken zijn met het kopieëren verloren gegaan en kunt u het beste opvragen bij Astrazeneca.

BIJLAGE 2

Achtergrondinformatie borstkanker (mammacarinoom) en Arimidex (anastrozole)

Inhoud:
1. Risicofactoren op borstkanker
2. Tekenen van borstkanker
3. Opsporen van borstkanker
4. Verloop en behandeling van de ziekte
1. Risicofactoren op borstkanker

  • Leeftijd: het risico van borstkanker neemt toe met het stijgen van de leeftijd; ongeveer 80% van de gevallen treedt op bij vrouwen ouder dan 50 jaar.
  • Familie anamnese: het risico neemt toe bij vrouwen met een eerstegraads bloedverwant (moeder, zuster, dochter) bij wie de ziekte op onder de leeftijd van 50 jaar ontstaan is. Bij een klein gedeelte van de gevallen van borstkanker wordt aangenomen dat een erfelijk kankergen de oorzaak is.


Het risico neemt tevens toe:
# als de eerste menstruatie op jonge leeftijd plaatsvond,
# als de menopauze laat is ingetreden,
# bij kinderloosheid,
# bij het gebruik van orale anticonceptiva (het verhoogde risico verdwijnt wanneer inname van de pil wordt gestaakt),
# bij langdurige hormoonvervangende therapie,
# bij het krijgen van kinderen op latere leeftijd,
# bij alcoholgebruik.

Deze factoren (met uitzondering van alcoholgebruik) staan in verband met blootstelling aan oestrogeen - het lijkt erop dat hoe langer het vrouwelijke borstweefsel aan oestrogeen wordt blootgesteld, hoe groter het risico van borstkanker wordt.

2. Tekenen van borstkanker

  • Tekenen van borstkanker zijn onder andere een knobbeltje in de borst, een deukje of kuiltje in de huid van de borst, een zwelling of knobbel in de oksel of veranderingen in het uiterlijk van de tepel. Borstkanker in een vroeg stadium veroorzaakt geen pijn. In 9 van de 10 gevallen is een knobbeltje in de borst niet kwaadaardig.



3. Opsporen van borstkanker

Hoe eerder borstkanker wordt ontdekt, hoe beter. Borstkanker in een vroeg stadium kan conservatief worden behandeld, bijvoorbeeld met een borstsparende operatie in plaats van met een totale borstverwijdering (mastectomie). Bij een borstsparende operatie treden minder neveneffecten op dan bij een radicalere behandeling.

Detectiemethoden:

  • Zelfonderzoek: alle vrouwen wordt aangeraden maandelijks hun borsten op afwijkingen te onderzoeken.
  • Klinisch borstonderzoek: aan vrouwen die eerder borstafwijkingen hebben gehad wordt aanbevolen jaarlijks een borstonderzoek door een arts te laten uitvoeren.
  • Mammografie (een röntgenonderzoek van de borst met een lage dosis straling): met een mammogram kan vaak een knobbeltje in de borst worden gevonden voordat het te voelen is. Van screening met mammografie is aangetoond dat het de sterfte aan borstkanker onder Westerse vrouwen tussen 50 en 69 jaar met 30% terugbrengt. Mammografie is alleen geschikt bij oudere (postmenopauzale) vrouwen. Bij jongere (premenopauzale) vrouwen is het borstweefsel te compact om tumoren te kunnen ontdekken. In plaats van routinematig screenen wordt bij jongere vrouwen met een vermoeden van een mammatumor echografische diagnostiek uitgevoerd.
  • Genetische screening: dit kan vrouwen met een sterk belaste familie anamnese met borstkanker inzicht geven of ze een van de genen hebben geërfd waarvan bekend is dat deze het ontstaan van borstkanker kunnen bevorderen.



4. Verloop van de ziekte
Het stadium waarop borstkanker wordt ontdekt is van invloed op zowel de behandelwijze als de ziekteafloop (de prognose). Op basis van informatie uit de ziektegeschiedenis, het klinisch onderzoek, mammografie/echografie en onderzoek van het weefselbiopt worden mammatumoren in vier hoofdstadia ingedeeld:

Borstkanker in een vroeg stadium

  • Stadium 1: de tumor is beperkt tot de borst.
  • Stadium 2: metastasering van de tumor is beperkt tot de nabijgelegen lymfeklieren in de oksel.



Borstkanker in een gevorderd stadium

  • Stadium 3: de tumor is in de onderliggende weefsels van de thorax-(borstkas)wand doorgegroeid (lokale ingroei).
  • Stadium 4: de tumor is naar andere delen van het lichaam uitgezaaid (gemetastaseerd).



Hormoongevoeligheid

  • Artsen zullen de hormoongevoeligheid van een borsttumor bepalen omdat dit van groot belang is voor de behandeling die moet worden ingesteld en voor de prognose van de patiënt.
  • Borstkankercellen kunnen gevoelig zijn voor de effecten van vrouwelijke geslachtshormonen(oestrogeen en progesteron). De effecten van deze hormonen worden gemedieerd door celreceptoren – de oestrogeenreceptoren (OR) en de progesteronreceptoren (PR).
  • Het tegengaan van de invloed van oestrogeen op borstkankercellen zorgt voor tumorregressie van hormoongevoelige tumoren en is de kern van alle huidige hormonale (endocriene) behandelingen bij borstkanker. Dit tegengaan gebeurt door de oestrogeenreceptoren te blokkeren of door de productie van oestrogeen in het lichaam te verminderen (en daardoor de hoeveelheid oestrogeen te verminderen die zich aan de receptoren kan binden).
  • Ongeveer 60% van de mammacarcinomen bij premenopauzale vrouwen en 80% van de mammacarcinomen bij postmenopauzale vrouwen heeft oestrogeenreceptoren (OR+-tumoren) en/of progesteronreceptoren (PR+-tumoren), met andere woorden: deze tumoren zijn gevoelig voor deze hormonen.
  • Hormoongevoelige tumoren hebben de beste respons op hormonale therapie.



Behandelbeleid

  • Bij borstkanker in stadium 1 en 2 is sprake van ziekte in een vroeg stadium. Hierbij is genezing het primaire behandeldoel. Bij het merendeel van de patiënten omvat de behandeling in eerste instantie een operatie waarbij de tumor en eventueel aangetaste lymfeklieren worden verwijderd. Vervolgens kan worden bestraald om resterend kankerweefsel te vernietigen. In het algemeen volgt daarna een behandeling met geneesmiddelen (bijvoorbeeld hormonale therapie, chemotherapie of een combinatie van beide, afhankelijk van de OR-receptorstatus), met als doel terugkeer van de tumor in de borst en metastasering (uitzaaiïngen) in het lichaam te voorkomen. Behandeling met geneesmiddelen na een operatie heet adjuvante therapie.
  • In stadium 3 is borstkanker lokaal ingegroeid en in stadium 4 vergevorderd ofwel gemetastaseerd. In beide stadia is het hoofddoel van de behandeling remissie van de tumor, verlichting van de symptomen van de ziekte en verbetering van de levensverwachting en het welbevinden van de patiënt.
  • Bij patiënten in stadium 3 wordt hormonale therapie of chemotherapie soms toegepast om voorafgaand aan een operatie de tumor te verkleinen, waardoor de operatie eenvoudiger uit te voeren is. Dit heet neo-adjuvante therapie.
  • Bij inoperabele patiënten in stadium 3 en stadium 4 kunnen hormonale therapie, chemotherapie of bestraling worden toegepast, afhankelijk van wat voor de individuele patiënt het meest geschikt is. Het doel is remissie van de tumor, verlenging van de levensduur en handhaving van de kwaliteit van leven.



5. Anastrozol (Arimidex)
Anastrozole is een orale aromataseremmer (inname van 1 tablet per dag) die gebruikt wordt bij de hormonale (endocriene) behandeling van borstkanker bij postmenopauzale vrouwen. Anastrozole reduceert de concentratie van het vrouwelijke hormoon oestrogeen.

Hormonale behandeling van borstkanker
Veel mammacarcinomen zijn hormoongevoelig, wat wil zeggen dat deze tumoren sneller groeien bij aanwezigheid van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. De tumorcellen hebben receptoren die op oestrogeen reageren, met als gevolg celdeling en tumorgroei. Oestrogeengevoelige tumoren worden oestrogeenreceptorpositief (OR+) genoemd.

Hoe werkt anastrozole?

  • Anastrozole blokkeert bij postmenopauzale vrouwen de lichaamsproductie van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Het reduceert de oestrogeenconcentratie in het bloed tot een nauwelijks waarneembaar niveau. Anastrozole doet dat door een sleutelenzym te remmen dat noodzakelijk is voor de oestrogeenproductie bij postmenopauzale vrouwen. Dit enzym heet aromatase.
  • Aromatase zet androgene hormonen om in oestrogenen via een proces dat bekend staat als aromatisatie. Bij postmenopauzale vrouwen, wanneer de ovaria geen oestrogeen meer produceren, is aromatisatie de belangrijkste bron van oestrogeen voor het lichaam.
  • Anastrozole werkt selectief op het enzym aromatase en heeft geen invloed op andere enzymen.
  • Blokkering van de oestrogeenproductie heeft een gunstig effect omdat veel mammacarcinomen hormoongevoelig zijn, dat wil zeggen dat deze tumoren in de aanwezigheid van oestrogeen sneller groeien. Door de oestrogeenproductie te blokkeren wordt derhalve de groeistimulans weggenomen.
  • Bijwerkingen tijdens het gebruik van anastrozole zijn onder andere opvliegers, vaginale klachten en afname van de botdichtheid. Deze bijwerkingen houden verband met de oestrogeendaling tijdens anastrozole gebruik.



Klinische toepassing van anastrozole (1) Eerstelijnstoepassing bij borstkanker in een gevorderd stadium

  • Anastrozole is in de meeste landen toegelaten (waaronder Nederland) als eerstelijnsbehandeling van borstkanker in een gevorderd stadium (de tumor heeft zich tot buiten de borst verspreid) bij postmenopauzale vrouwen.
  • In twee grote internationale onderzoeken, met samen meer dan 1000 vrouwen met borstkanker in een gevorderd stadium, is aangetoond dat anastrozol werkzamer is dan tamoxifen bij het terugdringen van de ziekteprogressie bij vrouwen met hormoongevoelige* tumoren. Anastrozole wordt goed verdragen en heeft in vergelijking met tamoxifen aantoonbaar belangrijke voordelen met betrekking tot bijwerkingen, met inbegrip van significant minder trombo-embolische complicaties en minder vaginale bloedingen.



(2) Tweedelijnstoepassing bij borstkanker in een gevorderd stadium

Anastrozole is in de meeste landen (ook in Nederland) toegelaten voor de tweedelijns-behandeling van borstkanker in een vergevorderd stadium bij postmenopauzale vrouwen, dat wil zeggen bij patiënten bij wie de ziekte na behandeling met tamoxifen of andere antioestrogenen progressief verloopt.

(3) Gebruik bij borstkanker in een vroeg stadium

In september 2004 is anastrozole als eerste middel in Nederland voor gebruik bij vroege borstkanker geregistreerd. Anastrozole wordt momenteel in een groot aantal onderzoeken naar borstkanker in een vroeg stadium verder onderzocht . De belangrijkste studie naar toepassing van anastrozole bij borstkanker in een vroeg stadium is de adjuvante ATAC-studie

(4) Gebruik bij voorstadia van borstkanker

  • Anastrozole wordt nog niet toegepast in de preventieve setting. Er loopt wel en grote studie die moet aantonen dat met anastrozole borstkanker kan worden voorkomen: de IBIS II studie. Hierin wordt anastrozole onderzocht bij vrouwen met een hoog risico op borstkanker of met ingekapseld tumorweefsel (DCIS gemaand).
  • Hormoongevoelig refereert aan tumoren die voor hun celdeling en hun groei (mede) afhankelijk zijn van het hormoon oestrogeen (OR+) en/of het hormoon progesteron (PR+). Arimidex is een handelsmerk van AstraZeneca.



BIJLAGE III

Verklarende woordenlijst

Adjuvante behandeling: Medicamenteuze behandeling bij kanker patiënten die wordt gegeven in aanvulling op de chirurgie en/of radiotherapie, en die moet voorkomen dat in het lichaam van de patiënt resterende tumorcellen kunnen uitgroeien tot nieuwe kankerhaarden.
Anti-oestrogeen: medicijn dat de binding en daardoor de werking van vrouwelijke geslachtshormonen in de cel remt
Anastrozole (Arimidex®): medicijn behorend tot de klasse van de aromatase-remmers
Aromatase remmers: medicijnen die bij postmenopauzale vrouwen de vorming van vrouwelijke geslachtshormoon (oestrogenen) remmen door invloed op het aromatase-enzym.
ATAC studie: Groot onderzoek waarin het effect van anastrozole en tamoxifen worden vergeleken bij vrouwen die een adjuvante behandeling voor borstkanker krijgen.

Biopt: Stukje weefsel waarin eigenschappen van dat weefsel kunnen worden bepaald; zoals bijvoorbeeld goedaardig of kwaadaardig i.g.v. een gezwel.

CBO consensus: Behandelingsrichtlijn overeengekomen door specialisten uit het werkveld onder begeleiding van het CBO.
Chemotherapie: Medicamenteuze behandeling die een direct ondermijnend effect heeft op het erfelijk materiaal van snel delende cellen zoals die bij kanker voorkomen.

Eierstokken: Orgaan in de vrouwelijke buik, dat verantwoordelijk is voor de productie van vrouwelijke geslachtshormonen.
Endocriene behandeling: behandeling die gericht is op de vorming of de effecten van hormonen
Endometrium: Baarmoederslijmvlies
Epidemiologie: Vakgebied dat het voorkomen van ziektes en aandoeningen bestudeert alsmede de factoren die daarop van invloed zijn.
‘Evidence based medicine’: Geneeskunde die wordt bedreven op basis van middels onderzoek verzamelde feiten.

Familie-anamnese: Uitvragen van het voorkomen van ziektes en aandoeningen bij eerste en tweede lijnsfamilieleden.
FSH – LH: Hormonen die de vrouwelijke geslachtsorganen aanzetten tot de productie van geslachtshormonen zoals oestrogenen en progestagenen.
Fulvestrant (Faslodex®): anti-oestrogeen zonder oestrogene effecten; medicijn uit een geheel nieuwe klasse. Het medicijn blokkeert niet allen de binding van in het lichaam aanwezige oestrogenen in de tumorcellen, het leidt ook tot vermindering van hormoonreceptoren in de cel.

St. Gallen richtlijnen: Internationale consensus over de diagnostiek en behandeling van borstkanker. Goselerine® (Zoladex): hormoonpreparaat dat de productie van FSH en LH stopt. Wordt onder andere gebruikt bij de behandeling van vrouwen (in de periode vóór de overgang) met borstkanker.

Hormonale behandeling: het toedienen van medicamenten die leiden tot een effect op de productie of effecten van hormonen
Hormoongevoelige tumor: gezwel waarvan de groei plaatsvindt onder invloed van hormonen
Hormoonreceptor: eiwit in de cel dat na binding van hormonen processen in de cel activeert
Hormoonreceptor positief: tumor waarvan is aangetoond dat deze hormoonreceptoren bevat; in aanmerking komend voor hormonale behandeling

IM: intramusculair; in een spier

Kanker-gen: Erfelijk materiaal dat de kans op het krijgen van kanker vergroot.

Mammacarcinoom: Borstkanker
Mammografie: Röntgen foto van het borstweefsel.
Mastectomie: Verwijdering van de borst.
Metastase: Uitzaaiing

Oestrogeen: Vrouwelijk geslachtshormoon dat wordt geproduceerd in de eierstokken bij premenopauzale vrouwen, maar ook bij postmenopauzale vrouwen nog wordt geproduceerd onder invloed van het aromatase-enzym.
Oestrogeen-receptor: Eiwit in de cel dat door oestrogenen kan worden geactiveerd, waardoor processen zoals celdeling op gang kunnen worden gebracht
Oestrogeen receptor blokkerend: zie anti-oestrogeen
Oestrogeenreceptor positief: tumor waarvan is aangetoond dat deze oestrogeenreceptoren bevat; in aanmerking komend voor hormonale behandeling
Ovaria: eierstokken

Postmenopauzaal: Status van vrouwen waarbij de eierstokken niet meer actief zijn; na de overgang Premenopauzaal: Status van vrouwen met een actieve functie van de eierstokken; voor de overgang. Progesteron: Vrouwelijk geslachtshormoon dat wordt geproduceerd in de eierstokken; bij borstkanker wat minder op de voorgrond staand dan oestrogenen.

SERM (selectieve oestrogeen receptor modulator): zie tamoxifen

Tamoxifen (Nolvadex®): selectieve oestrogeen receptor modulator; medicament dat de oestrogeenreceptor blokkeert (anti-oestrogeen), waardoor natuurlijk voorkomende hormonen hun effecten niet meer kunnen uitoefenen. Tamoxifen heeft ook oestrogene (stimulerende) effecten.


Plaats een reactie ...

Reageer op "Anastrozole (Arimidex) kreeg officieel status van medicijn voor hormoonbehandeling na operatie bij borstkanker in 2004. ."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Arimidex: 2 jaar aromataseremmers >> Arimidex - anastrozole samen >> Aromataseremmers bij borstkanker: >> Arimidex - anastrozole geeft >> Anastrazol - Arimidex vervangt >> Anastrozole (Arimidex) kreeg >> Arimidex - anastrozole, een >>