19 mei 2023: zie ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/dostarlimab-een-specifieke-vorm-van-een-anti-pd-medicijn-is-100-procent-effectief-bij-alle-12-patienten-met-operabele-rectumkanker-met-dmmr-mismatch-reparatie-deficientie-en-was-geen-operatie-meer-nodig.html

19 mei 2023: Bron: NEJM, March 27, 2023

Bij patiënten met een recidief of al bij de diagnose gevorderde, uitgezaaide buikvlieskanker - endometriumcarcinoom met MSI-H/dMMR afwijkingen, waarbij patiënten minstens één eerdere systemische platinumbevattende behandeling hadden gekregen, geeft een behandeling met immuuntherapie met dostarlimab, een anti-PD-1 monoklonaal antilichaam (checkpointremmer) naast chemotherapie met carboplatin + paclitaxel uitstekende resultaten met een duidelijk betere ziekteprogressievrije overleving op 2-jaars meting (61,4 vs 15,7 procent). Over alle patiënten gemeten, dus ook patiënten zonder MSI-H/dMMR afwijkingen verdubbelde de ziekteprogressievrije overleving op 2-jaars meting van 18,1 naar 36,1 procent.

Uit het abstract van de studie (A Study to Evaluate Dostarlimab Plus Carboplatin-paclitaxel Versus Placebo Plus Carboplatin-paclitaxel in Participants With Recurrent or Primary Advanced Endometrial Cancer (RUBY))
de resultaten vertaald:

  • Van de 494 patiënten die gerandomiseerd waren ingedeeld, hadden 118 patiënten (23,9%) mismatch repair-deficient (dMMR), microsatellite instability-high (MSI-H) tumoren.
  • In de dMMR-MSI-H-populatie was de geschatte progressievrije overleving na 24 maanden 61,4% (95% betrouwbaarheidsinterval , 46,3 tot 73,4) in de dostarlimab-groep en 15,7% (95% BI, 7,2 tot 27,0) in de placebogroep (hazard ratio voor progressie of overlijden, 0,28; 95% BI, 0,16 tot 0,50; P<0,001).
  • In de totale populatie was de progressievrije overleving na 24 maanden 36,1% (95% BI, 29,3 tot 42,9) in de dostarlimab-groep en 18,1% (95% BI, 13,0 tot 23,9) in de placebogroep (hazard ratio, 0,64; 95% BI, 0,51 tot 0,80; P<0,001).
  • De totale overleving na 24 maanden was 71,3% (95% BI, 64,5 tot 77,1) met dostarlimab en 56,0% (95% BI, 48,9 tot 62,5) met placebo (hazard ratio voor overlijden, 0,64; 95% BI, 0,46 tot 0,87).
  • De meest voorkomende bijwerkingen die optraden of verergerden tijdens de behandeling waren misselijkheid (53,9% van de patiënten in de dostarlimab-groep en 45,9% van de patiënten in de placebogroep), alopecia (53,5% en 50,0%) en vermoeidheid (51,9% en 54,5%). %). Ernstige bijwerkingen kwamen vaker voor in de dostarlimab-groep dan in de placebogroep maar waren goed te controleren.

Dostarlimab, merknaam Jemperli, is een monoklonaal antilichaam dat wordt gebruikt als antikankermedicijn voor de behandeling van met name endometriumkanker .[5][6] maar wordt inmiddels ook onderzocht in studies bij longkankerprostaatkanker en melanomen. Dostarlimab is een vorm van een checkpointremmer / anti-PD medicijn (PD-1)-blokkerend monoklonaal antilichaam. [5][6][8]

De meest voorkomende bijwerkingen die in de VS worden gemeld, zijn vermoeidheid / asthenie, misselijkheid, diarree, bloedarmoede en constipatie. Bijkomende bijwerkingen die in de Europese Unie zijn gemeld, zijn onder meer braken, gewrichtspijn, jeuk, huiduitslag, koorts en hypothyreoïdie (lage niveaus van schildklierhormonen). [8]
Dostarlimab werd in april 2021 goedgekeurd voor de behandeling van endometriumkanker in zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie.[5][6][8][12]

Op basis van de Garnet-studie kreeg dostarlimab versnelde goedkeuring van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) in april 2021,[6] en volledige goedkeuring in februari 2023.[7]

Interessant is ook deze reviewstudie over lopende studies met dostarlimab en hoe deze vorm van immuuntherapie juist zo goed werkt bij vormen van kanker met dMMR (mismatch-repair-deficientie

Promise of dostarlimab in cancer therapy: Advancements and cross-talk considerations

Met als inhoud (abstract staat ook in dit artikel):

•Een systematische review over overspraak van dostarlimab met adaptieve immuniteit en de klinische onderzoeken ervan, waarvan nu wordt bewezen dat ze een doorbraak zijn.
•Recente ontwikkelingen in verstoring van adaptieve immuniteitsdoelen bij kanker.
•Klinische vooruitgang van door dostarlimab aangedreven moleculaire benadering om kanker te genezen.
•Cross-talk van dostarlimab met adaptieve immuniteit voor een betere respons op de behandeling.

Het volledige studierapport is tegen betaling in te zien. Hier het abstract van de studie met buikvlieskanker - endometriumkanker:

Dostarlimab for Primary Advanced or Recurrent Endometrial Cancer

List of authors.
  • Mansoor R. Mirza, M.D., 
  • Dana M. Chase, M.D., 
  • Brian M. Slomovitz, M.D., 
  • René dePont Christensen, Ph.D., 
  • Zoltán Novák, Ph.D., 
  • Destin Black, M.D., 
  • Lucy Gilbert, M.D., 
  • Sudarshan Sharma, M.D., 
  • Giorgio Valabrega, M.D., 
  • Lisa M. Landrum, M.D., Ph.D., 
  • Lars C. Hanker, M.D., 
  • Ashley Stuckey, M.D., 
  •  for the RUBY Investigators*

Abstract

BACKGROUND

Dostarlimab is an immune-checkpoint inhibitor that targets the programmed cell death 1 receptor. The combination of chemotherapy and immunotherapy may have synergistic effects in the treatment of endometrial cancer.

METHODS

We conducted a phase 3, global, double-blind, randomized, placebo-controlled trial. Eligible patients with primary advanced stage III or IV or first recurrent endometrial cancer were randomly assigned in a 1:1 ratio to receive either dostarlimab (500 mg) or placebo, plus carboplatin (area under the concentration–time curve, 5 mg per milliliter per minute) and paclitaxel (175 mg per square meter of body-surface area), every 3 weeks (six cycles), followed by dostarlimab (1000 mg) or placebo every 6 weeks for up to 3 years. The primary end points were progression-free survival as assessed by the investigator according to Response Evaluation Criteria in Solid Tumors (RECIST), version 1.1, and overall survival. Safety was also assessed.

RESULTS

Of the 494 patients who underwent randomization, 118 (23.9%) had mismatch repair–deficient (dMMR), microsatellite instability–high (MSI-H) tumors. In the dMMR–MSI-H population, estimated progression-free survival at 24 months was 61.4% (95% confidence interval , 46.3 to 73.4) in the dostarlimab group and 15.7% (95% CI, 7.2 to 27.0) in the placebo group (hazard ratio for progression or death, 0.28; 95% CI, 0.16 to 0.50; P<0.001). In the overall population, progression-free survival at 24 months was 36.1% (95% CI, 29.3 to 42.9) in the dostarlimab group and 18.1% (95% CI, 13.0 to 23.9) in the placebo group (hazard ratio, 0.64; 95% CI, 0.51 to 0.80; P<0.001). Overall survival at 24 months was 71.3% (95% CI, 64.5 to 77.1) with dostarlimab and 56.0% (95% CI, 48.9 to 62.5) with placebo (hazard ratio for death, 0.64; 95% CI, 0.46 to 0.87). The most common adverse events that occurred or worsened during treatment were nausea (53.9% of the patients in the dostarlimab group and 45.9% of those in the placebo group), alopecia (53.5% and 50.0%), and fatigue (51.9% and 54.5%). Severe and serious adverse events were more frequent in the dostarlimab group than in the placebo group.

CONCLUSIONS

Dostarlimab plus carboplatin–paclitaxel significantly increased progression-free survival among patients with primary advanced or recurrent endometrial cancer, with a substantial benefit in the dMMR–MSI-H population. (Funded by GSK; RUBY ClinicalTrials.gov number, NCT03981796. opens in new tab.)

Supported by GSK.

Disclosure forms provided by the authors are available with the full text of this article at NEJM.org.

This article was published on March 27, 2023, at NEJM.org.

data sharing statement provided by the authors is available with the full text of this article at NEJM.org.

We thank the patients, their families, the clinical investigators, and site personnel who participated in the trial; Kirsten Pors, the project manager of the Nordic Society of Gynaecological Oncology Clinical Trial Unit, as well as the members of the trial-specific independent data and safety monitoring committee; and Shannon Morgan-Pelosi, Nicole Renner, Mary C. Wiggin, and Dena McWain of Ashfield MedComms (an Inizio company) for medical writing and editorial support with an earlier version of the manuscript.

Author Affiliations

From the Department of Oncology, Rigshospitalet, Copenhagen University Hospital, and the Nordic Society of Gynaecological Oncology–Clinical Trial Unit, Copenhagen (M.R.M.), and the Research Unit for General Practice, University of Southern Denmark, Institute of Public Health, Odense (R.C.) — all in Denmark; David Geffen School of Medicine, University of California, Los Angeles, Los Angeles (D.M.C.); the Department of Gynecologic Oncology, Mount Sinai Medical Center, and the Department of Obstetrics and Gynecology, Florida International University, Miami Beach (B.M.S.); the Department of Gynecology, Hungarian National Institute of Oncology, Budapest, Hungary (Z.N.); the Department of Obstetrics and Gynecology, Louisiana State University Health Shreveport, and Willis–Knighton Physician Network, Shreveport (D.B.); the Division of Gynecologic Oncology, McGill University Health Centre, Montreal (L.G.); the Department of Obstetrics and Gynecology, AMITA Adventist Hinsdale Hospital, Hinsdale, IL (S.S.); the University of Turin, A.O. Ordine Mauriziano, Turin (G.V.), and the Gynecologic Oncology Unit, Fondazione IRCCS Istituto Nazionale Tumori–Milano, University of Milan, Milan (F.R.) — both in Italy; Indiana University Health Simon Cancer Center, Indianapolis (L.M.L.); the Department of Gynecology and Obstetrics, University Hospital Schleswig-Holstein, Campus Lübeck, Lübeck, Germany (L.C.H.); Women and Infants Hospital, Providence, RI (A.S.); the Department of Medical Oncology, Erasmus MC Cancer Center, Rotterdam, the Netherlands (I.B.); Oklahoma Cancer Specialists and Research Institute, Tulsa (M.A.G.); Tays Cancer Center and FICAN Mid, Tampere University and Tampere University Hospital, Tampere, Finland (A.A.); New York University Langone Health, New York (B.P.); the Department of Obstetrics and Gynecology, General University Hospital in Prague, First Faculty of Medicine, Charles University, Prague, Czech Republic (D.C.); the Division of Gynecologic Oncology (C.M.) and National Cancer Institute–sponsored NRG Oncology (M.A.P.), Washington University School of Medicine, St. Louis; Hanjani Institute for Gynecologic Oncology, Abington Hospital–Jefferson Health, Asplundh Cancer Pavilion, Sidney Kimmel Medical College, Thomas Jefferson University, Willow Grove (M.S.S.), and GSK, Collegeville (M.T., Z.H.) — both in Pennsylvania; the Division of Gynecologic Oncology, Nancy N. and J.C. Lewis Cancer and Research Pavilion, Savannah, GA (S.E.G.); HonorHealth Research Institute, University of Arizona College of Medicine, and Creighton University School of Medicine, Phoenix (B.J.M.), and the Department of Gynecologic Oncology, Arizona Oncology, Tucson (J.B.); the Department of Obstetrics and Gynecology, University of Cincinnati Cancer Center, Cincinnati (T.J.H.), and Ohio State University Comprehensive Cancer Center, Hillard (L.J.C.); GSK, London (S.S., E.Z.); and US Oncology Research, the Woodlands, TX (R.L.C.).

Dr. Mirza can be contacted at  or at the Department of Oncology, Rigshospitalet, Copenhagen University Hospital, Department of Cancer Treatment–5073, Blegdamsvej 9, 2100 Copenhagen, Denmark.

A list of the RUBY investigators is provided in the Supplementary Appendix, available at NEJM.org.


Plaats een reactie ...

Reageer op "Dostarlimab plus carboplatin + paclitaxel verbetert de progressievrije overleving aanzienlijk bij patiënten met gevorderde of eerste recidief van buikvlieskanker / endometriumkanker. Vooral patienten met dMMR-MSI-H afwijkingen reageerden erg goed."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Dostarlimab plus carboplatin >> immuuntherapie met durvalumab >>