NOVA en het ‘gevaar’ van alternatieve behandelingen d.d. 210308
Wanneer wordt journalistiek 'tendentieus' en wanneer 'leugenachtig'. Al in de introductie van het item van NOVA over ‘alternatieve geneeswijzen’, worden aannames gedaan die niet of nauwelijks in de documentaire door resultaten uit onderzoek worden onderbouwd. Zoals bijvoorbeeld de opmerking dat ‘veel oncologen van mening zijn dat ‘het’ ronduit gevaarlijk is’. Over de resultaten van het tegenovergestelde, dat ‘het’ werkt, hebben drs. Valstar en vele complementaire (inter)nationale artsen/onderzoekers met hem over gepubliceerd. Deze komen niet of nauwelijks aan bod. Wel zien we keer op keer de resultaten van een enquête van NOVA onder reguliere oncologen welke meningen zichtbaar worden in de getoonde percentages zonder enige kwalitatieve onderbouwing. Vooral de behandelingen van dr. Gorter en de orthomoleculaire oncologie moeten het ontgelden. Zo’n eenzijdige en vertekende weergave van een onderwerp lijkt me geen visitekaartje voor de (onderzoeks)journalistiek. Dan vraag je je af waartegen moet de patiënt worden gewaarschuwd?
Wat NOVA en de reguliere oncologen uit het programma wilden aantonen, namelijk dat alternatieve methoden als niet wetenschappelijke onderbouwde kwakzalverij de patiënten en de reguliere oncologiebehandelingen schade toe doen, vooral met name de 'hyperthermie en dentrische cellen' van dr. Gorter en de orthomoleculaire oncologie, wordt vooral door suggestieve aannames en selectieve informatie onder het voetlicht gebracht. De wel zeker bestaande wetenschappelijke basis, of op z’n minst gelijkwaardige ‘experimentele ‘fase met de reguliere oncologie, komt nauwelijks aan bod. Volgens NOVA en de reguliere oncologen moeten patiënten tegen dit gevaar (zij zien blijkbaar een ander gevaar dan internationale complementaire oncologie) worden gewaarschuwd. Hier volgen een aantal kritische punten.
Dr. Gorter, oncoloog, jaren hoogleraar aan diverse universiteiten in Duitsland, in 2007 werd hem nog door the Pharos University of Alexandrië een positie van Associate Professor aangeboden om ontwikkeling en onderzoek te ondersteunen en een internatiole Advies Raad te vormen, wordt in NOVA structureel neergezet als ‘antroposofisch arts’. Waarschijnlijk omdat hij in de jaren ’70 jaren als antroposofisch huisarts is gestart.
Dr Punt doet nog een duit in het zakje om de dr. Gorter in een minder goed daglicht te stellen door te melden dat hij via internet alleen wat publicaties van Gorter treft in relatie tot marihuana. En niets over zijn onderzoeken naar kanker en behandelwijzen.
Wat betreft de marihuana kan dr. Punt op www.cologne-model.com lezen in welk kader dit is geschreven. Het betreft een artikel met diverse onderzoeksresultaten van het gebruik van medische cannabis bij kanker en andere ziektes. Dr. Gorter is één van de onderzoekers van één van de onderzoeken. En wanneer NOVA redactie of dr. Punt zelf enige kennis had willen nemen van de reden waarom er, ook volgens dr. Gorter zelf, nog nooit klassieke gerandomiseerde onderzoeken zijn gedaan naar de behandeling van dentrische cellen, had men dit kunnen lezen in een interview op de eerder genoemde site van de kliniek van dr. Gorter (ƒT)
Ook presenteert NOVA hyperthermie en dentrische cellen steeds als iets wat blijkbaar vrijwel alleen door dr. Gorter wordt toegepast (het onderzoek in Nederland bij diverse academische ziekenhuizen is na jaren nog steeds in experimentele fase).
Ten eerste ontwikkelde dr. Gorter zijn behandeling in samenwerking met professor Wolfgang Köster van de universiteit van Wenen en professor Hinrich Peters van de universiteit van Göttingen. En ten tweede wordt dendritische celtherapie in heel de wereld in diverse vormen toegepast en verder onderzoek naar gedaan.
De regeliere oncoloog dr. Van den Hoeven beweert:’Als wij wisten uit onderzoek dat die behandeling die hij voorschrijft, zou helpen, zou ik het onmiddellijk voorschrijven.’ Aangezien deze opmerking meteen volgt nadat drs. Valstar iets heeft kunnen toelichten, zal dr. Van der Hoeven doelen op de complementaire, orthomoleculaire behandelingen. Dan heeft dr. Van den Hoeven wel een inhaalslag te maken. In 2003 kwam:’ Voedingsinterventie bij kanker; een signaal aan de klassieke oncologie’, van drs. Valstar uit. Op basis van een uitgebreide literatuurlijst en een helder geschreven histiorische perspectief weet drs. Valstar de bewijzen wel aan te dragen voor de wetenschappelijke basis dat complementaire behandelingen werken in behandeling tegen kanker. Zelfs dat daar de laatste jaren de meeste vooruitgang wordt geboekt. (ƒU)
Ik kan me dan ook geheel vinden in de woorden van drs. Valstar, wanneer hem een reactie door NOVA wordt gevraagd op de aantijgingen van het merendeel van de reguliere oncologen uit de enquête die de orthomoleculaire oncologie als kwakzalverij bestempelen, zegt hij o.a. dat ‘(…)iedere reguliere oncoloog die iemand afhoudt van bewezen complementaire geneesmethoden in feite iets doen wat je ook als kwakzalverij kunt benoemen (…)’
De kosten voor de behandelingen van dr. Gorter en orthomoleculaire behandelingen worden door NOVA en dr. Punt gebracht als extreem hoog. De totale kosten voor reguliere behandelingen liggen vaak veel en veel hoger dan de genoemde kosten voor alternatieve behandelingen, bijvoorbeeld die van dr. Gorter.
Deze kosten, vaak tientallen duizenden euro’s, komen pas de laatste jaren deels naar buiten voor het grote publiek. De verzekeraar betaalt, dus het kost in de beleving van de patiënt niets of weinig. De complementaire ofwel alternatieve behandelmethoden hebben de verzekeraars, sinds de marktwerking, steeds meer uit hun dekking weten te schrappen. Het ONVZ dacht dit in 2007 nog halverwege het verzekeringsjaar voor elkaar te krijgen.
De patiënt is hiervan de dupe en moet voor de kosten nu (grotendeels) zelf opdraaien. En dan zijn de kosten voelbaar hoog voor patiiënten. Degene die tot nu toe wel vaart bij de hoge kosten van de reguliere oncologie is de Pharmacie, die in vele landen en zeker in een gemedecaliseerd land als Nederland een sterke invloed heeft.
NOVA interviewde mij tijdens mijn behandeling in de kliniek van dr. Gorter en suggereerde dat ik de reguliere behandelingen had afgewezen. Dat was niet wat ik in het item zei. Vanaf december 1999 koos ik voor voor zowel reguliere (operatie) als alternatieve (Niet Toxische mediactie) in de vorm van orthomoleculaire behandelingen. Ik blijf mijn onderzoeken in Nederlands ziekenhuis continureen en november 2007, heb ik nog reguliere bestalingen ondergaan.
Alleen Nederland biedt mij te weinig keuzemogelijkheden voor complementaire ofwel alternative behandelingen. Ik kies voor complementaire Niet Toxische Tumor Therapie (NTTT) op Evidence Based Practice, zonder de vaak blijvende bijwerkingen en beschadigingen van de reguliere toxischische medicatie. Daar komt nog bij dat ik van een (oncologisch) arts verwacht dat hij/zij mij een onderbouwd advies geeft met de voor- en tegens van de behandelingen. Niet dat hij/mij zegt wat ik moet doen. Op basis van studie en second opinions wil ik altijd nog zelf mijn keuzes bepalen. Verder bleek NOVA bij meerdere patiënten de antwoorden die pleiten voor behandelingen van dr. Gorter consequent eruit te hebben gelaten. Van een patiënt, die na behandelingen van dr. Gorter genezen is verklaard en dit ook NOVA verteld, horen we alleen de kostenvraag; Bij een andere patiënt die door foutieve diagnoses en behandelingen in ziekenhuis in Amsterdam daar uitbehandeld is verklaard en nu na zes wekenbehandelingen van dr. Gorter de tumoren zijn verminderd, wordt alleen vermeld dat hij met zijn bijstandsituatie schulden moet maken.
NOVA stuurt in zijn hele documentaire aan op het polariseren tussen de de reguliere aanpak en die uit de complementaire hoek. Terwijl op 22 maart 2007, op het 2e Fusioncongres in Rotterdam waar complementaire en reguliere gezondsheidszorg uit binnen – en buitenland elkaar troffen er een totaal ander geluid te horen was. Uitwisseling van kennis en ervaringen stond er voorop.
Eén van de sprekers was prof. dr. J.M.Keppel Hesselink, arts-farmacoloog, medisch bioloog en hoogleraar farmacologie aan de universiteit van Witten/Herdecke in Duitsland. Volgens dr. Keppel-Hesselink is een veelgebruikte definitie van kwakzalverij het toepassen van behandelingen waarvan niet wetenschappelijk is aangetoond dat ze werken. Volgens deze definitie komt kwakzalverij zowel voor binnen het reguliere circuit als binnen het complementaire. Het is volgens hem dan ook tijd voor integratie en de enige relevante vraag daarbij is hoe je het kaf van het koren kunt scheiden.
De vraag of iets reguliers is of complementair, is volgens hem totaal niet interessant. Waar het om gaat is het optimaliseren van de relatie tussen arts en patiënt. Via welke weg dat gebeurt, doet absoluut niet ter zake. Volgens dr. Keppel-Hesselink is in Amerika een academische gezondheidscentrum voor integrale geneeskunde een heel gewoon verschijnsel. 20 procent van alle medische faculteiten (waaronder gerenommeerde universiteiten als Harvard en Yale) hebben integrale geneeskunde in het opleidingspakket.
In Nederland denken we het nog steeds beter te weten. Hier past het uitvoeren van complementaire zorg niet binnen het streven om te komen tot Evidence Based Practice, zoals een academische medisch centrum ooit zwart op wit stelde. Dankzij die houding bungelt Nederland ergens onderaan de lijst van landen als het gaat om het percentage van de bevolking dat gebruik maakt van alternatieve geneeswijzen. (ƒV)
Dat de ongefundeerde uitspraken van de beide reguliere oncologen door de NOVA redactie nog eens door hun keuze van fragmenten extra worden ondersteund, suggereert een tunnelvisie waar de reguliere, politieke en media wereld in Nederland in gevangen lijkt. Gewoon met z’n allen blijven ontkennen. Net zoals de vereniging tegen Kwakzalverij van Renckens en het SKEPP in België die keer op keer hun processen verliezen; ook tegen Gorter. Inmiddels liggen er nog vele schadeclaims tegen het ongegrond in diskrediet brengen van artsen. Is NOVA het stokje van Renckens en de zijnen aan het overnemen?
Baarle-Nassau, 29 maart 2008 .
Referenties:
(ƒT)interview ‘warmlopen tegen kanker’ uit september 2006. Dr. Gorter geeft aan dat zulk onderzoek heel erg duur is en de pharmaceutische bedrijven geen enkele interesse tonen in zo’n onderzoek omdat er voor hen niets aan te verdien valt omdat dentrische cellen, lichaamseigen zijn en er geen patent op te verkrijgen valt.
(ƒU) Al (tientallen) jaren verschijnen er op internationaal nieveau grote aantallen (gerandomiseerde) onderzoeken en overzichtstudies op het gebied van verschillende vormen van complementaire, of alternatieve behandelmethoden in relatie tot diverse vormen van kanker. Het is zo’n immense hoeveelheid dat het gewoon onbegrijpelijk is dat de nederlandse reguliere oncologie kan beweren dat het niet bestaat.
(ƒV) tekst Petra Pronk uit Uitzicht, nr 4, jaargang 34, mei 2007.
Gerelateerde artikelen
- Mevr. Abbenhuis, borstkankerpatiente uit NOVA reportage: Alternatief is gevaarlijk, en sinds 1999 bewust kiest voor complementaire aanpak, reageert met open brief aan de media: NOVA en het 'gevaar' van alternatieve behandelingen.
- NOVA uitzending: - Alternatief gevaarlijk - . Hier kunt u de uitzending alsnog bekijken als u die heeft gemist.
Plaats een reactie ...
Reageer op "Mevr. Abbenhuis, borstkankerpatiente uit NOVA reportage: Alternatief is gevaarlijk, en sinds 1999 bewust kiest voor complementaire aanpak, reageert met open brief aan de media: NOVA en het 'gevaar' van alternatieve behandelingen."