19 april 2005: Bron: Orthomoleculaire Koerier

Omdat de Orthomoleculaire Koerier een vakblad is en de sinds kort gestarte columns van arts-bioloog drs. E. Valstar daarin toch vaak de moeite waard zijn te lezen hebben we toestemming van zowel Valstar als van de uitgever van de Koerier om zijn columns na plaatsing ook hier te plaatsen. Hier zijn column over de rol van het KWF die verzwijgt dat vlees een grote rol speelt in het krijgen van kanker. Zie o.a. aantal studies hierover onder onderzoek en voeding en dan onder vlees en effect bij kanker in alfabetische lijst. Vleesch

In deze en de vier voorgaande uitgaven van =De Orthomoleculaire Koerier= heeft men kunnen lezen dat KWF Kankerbestrijding in het vorig jaar van hun hand verschenen rapport over voeding en kanker een onjuiste weergave heeft gegeven over de invloed van voeding op het ontstaan van kanker. Na mijn kritische analyse ging het KWF niet op de feiten in, oftewel, zoals ik elders in deze column aangeef, dit kankerfonds hield en houdt liever een deels verkeerde voorstelling van zaken in stand. Deze =houding= ligt in de lijn van meerdere gebeurtenissen en zaken uit het (recente) verleden.

In mei 1979 werd door de Tweede Kamer met algemene stemmen de motie Borgman, Lansink, Terpstra aangenomen. Hierin werd om een prospectief onderzoek naar de Moermantherapie gevraagd. Dit leidde eerst tot de instelling van de BOM (Begeleidingscommissie Onderzoek Moermanmethode), die begon met het ontwikkelen van een plan. Het KWF was hierbij door de toenmalige minister van Volksgezondheid als financier gevraagd. Het KWF stelde evenwel steeds allerlei eisen, die er toe leidden dat het onderzoek gestaag ernstig aan kwaliteit inboette. Dit laatste ging zover dat de zeven Moermanartsen die eerder bereid waren aan het onderzoek mee te werken, er geen trek meer in hadden. Het KWF was hier zeker niet rouwig om en het gaf natuurlijk de Moermanartsen de schuld dat de wens van de Tweede Kamer niet werd gehonoreerd. In hoofdstuk 2 van het =Moermanrapport= (ISBN 90 39 90121 X), waarvan ik co-auteur ben, valt hier meer over te lezen (pag. 90B105), evenals in mijn boek =Voedingsinterventie bij kanker= (hoofdstuk 6).

Ergens tussen 1980 en het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw deed het World Cancer Research Fund (WCRF; Wereld Kanker Onderzoek Fonds) zijn intrede in Nederland. Dit Amerikaanse fonds is net als de veel later opgerichte, op Nederland gerichte SNFK (Stichting Nationaal Fonds tegen Kanker; kijk voor meer informatie op www.tegenkanker.nl) voorstander van meer onderzoek naar de interrelatie tussen voeding en kanker. De reactie van het KWF had veel weg van =L=Etat c=est moi=: mevrouw Heshusius, het goedogende boegbeeld van het KWF, verklaarde toen bijvoorbeeld dat het beter was geweest als alles in een hand was gebleven. Persoonlijk ben ik blij dat het WCRF en later het SNFK het monopolie van het KWF op het inzamelen van geld voor kankeronderzoek hebben doorbroken.

In 1999 kwam onder auspiciën van het KWF, de Moermanvereniging, de ANTTT en het Landelijk Informatiecentrum Moermantherapie het boekje =Wegen en afwegen= uit, geschreven door psychologe Cora Honing (KWF), ondergetekende (ANTTT) en epidemioloog Pieter van =t Veer. Hierin was slechts een heel kleine ruimte voor de therapeutische implicaties van voeding gereserveerd. De bedoeling was een vorm van samenwerking tussen deze vier genoemde instellingen, maar op het daarop volgende jubileumcongres van het KWF (het KWF bestond 50 jaar) bleek dat de samenwerking meer weg had van eerst op de tijger, dan in de tijger. De toenmalige voorzitter van de Moermanvereniging, Spinnewijn, verklaarde bij die gelegenheid namelijk dat de Moermantherapie niet meer betekende dan uitzicht op een iets betere levensavond. Houtsmuller stelde zich genuanceerd positief op met betrekking tot zijn eigen benadering van voeding en kanker. Voor en na het congres was er door voorzitter Renckens van de VtdK ernstige kritiek op deze samenwerking geleverd. Mevrouw Heshusius stelde na afloop van het congres dat Renckens blij mocht zijn omdat de alternatievelingen hun therapeutische claim hadden ingeleverd. Kennelijk had ze én niet goed naar Houtsmuller geluisterd én het boekje =Wegen en afwegen= niet goed gelezen.
Enige tijd later verscheen er van het KWF, bij monde van directeur voorlichting Van de Poll, in naar ik meen het NTvG een statement dat het KWF alleen met personen/instellingen zou willen samenwerken die geen therapeutisch effect aan voeding toekennen. In een latere discussie in het NTvG tussen Van de Poll en Renckens verweet de laatste het KWF dat dit fonds de Moermanvereniging geld had gegeven. Noch Van de Poll, noch de Moermanvereniging hebben dit vervolgens ontkend en ik begreep nu ineens de attitude van de voorzitter van de Moermanvereniging op voornoemd jubileumcongres van het KWF, althans het lijkt me dat er hier een link is.
Kort daarop trok nam het KWF het boekje =Wegen en afwegen= uit de handel en dat in ieder geval zonder overleg met mij als co-auteur. De officiële reden van het KWF was dat Houtsmuller zijn afspraken niet was nagekomen, maar wat dat inhield, was niet duidelijk. Had Houtsmuller zich op het KWF-congres niet =genuanceerd= genoeg opgesteld? Duidelijk is dat het KWF zich steeds inniger plooide naar Piet Borst en Renckens. Zelf heb ik het KWF toen in dit tijdschrift een doodknuffelstrategie à la Ignatius van Loyola verweten.

In 1999 was inmiddels de reeds genoemde SNFK opgericht. Dit nieuwe vooruitstrevende fonds vroeg mij als adviseur, waarop ik, gezien de handelwijze van het KWF, onmiddellijk positief reageerde. Mevrouw Heshusius sprak in de media echter van een Adolksteek in de rug@. Onzin, want het KWF had uiteindelijk niet voor echte samenwerking gekozen. Bovendien hoeft niemand van mij een Jawohl Herr Kommandant-attitude te verwachten.
In de eerste weken na de oprichting van de SNFK ontplooide het KWF weer een echte KWF-strategie. Binnen een week sprak ik namelijk drie van mijn patiënten die tot de grotere donateurs van het KWF behoorden. Zij hadden allen een brief van het KWF ontvangen, waarin op bedenkelijke gronden werd gewaarschuwd voor de SNFK. Nadat ze hadden begrepen dat ik inmiddels adviseur van de SNFK was, hebben ze alledrie hun donateurschap van het KWF opgezegd. Onhandiger kon het KWF nauwelijks opereren. Nogmaals, ik ben blij dat WCRF en SNFK het monopolie van het KWF hebben doorbroken en ik betreur de attitude van het KWF.

In 2000 ben ik begonnen met het aanleggen van een lijst van gerandomiseerde studies waarin een of meer complementaire middelen in relatie tot kanker waren beproefd; (bijna) steeds met een gunstig resultaat. Ik stuurde het KWF een brief met daarbij een lijst van dergelijke gerandomiseerde studies. Het KWF antwoordde mij dat Floor van Leeuwen, een epidemiologe van het NKI (geen arts), wel in staat zou zijn hierop zakelijke kritiek te leveren. Later bleek dat het KWF op zijn schreden was teruggekeerd want het wilde opeens niet meer op de almaar langer wordende lijst ingaan (bij het begin van de briefwisseling telde de lijst circa 40 publicaties, aan het eind ongeveer 100 en inmiddels zijn het er meer dan 750; de lijst is te vinden op www.kanker-actueel.nl, onder Onderzoek en voeding). Misschien wilde mevrouw van Leeuwen niet, maar waarom dan niet iemand anders gevraagd? Nee, ik denk dat het KWF zélf niet meer wilde. Ik had immers verzocht om per onderzoek aan te geven of het resultaat statistisch correct was of, indien het onderzoek niet door de beugel kon, precies aan te geven waarom dit dan zo was. Mogelijk was het KWF bij voorlopige bestudering tot de conclusie gekomen dat deze middelen inderdaad effect hebben op kanker en dat daarom het roer werd omgegooid. De hierop betrekking hebbende briefwisseling (eveneens te lezen in =Voedingsinterventie bij kanker=; hoofdstuk 6, pag. 192B198) is een afgang voor het KWF, hetgeen mij ook uit diverse reacties is gebleken: velen geven geen geld meer aan het KWF en/of hebben hun legaat aan het KWF opgezegd.

Zoals reeds aangegeven hebben de lezers van dit tijdschrift in deze en de vier voorgaande uitgaven kunnen lezen dat KWF Kankerbestrijding een onjuiste voorstelling van zaken geeft wat betreft de relatie voeding en kanker, en dit ook bewust blijft doen. De te goede relatie van het KWF met het Voorlichtingsbureau Vlees speelt hierbij zonder twijfel een rol. Dit doet evident verder afbreuk aan de reputatie van het KWF: =Het KWF is vleesch geworden=.
Achter de coulissen, via dit tijdschrift en via het internet is mijn analyse goed doorgesijpeld, maar de grote kranten hebben er geen van alle over bericht. Het feit dat KWF Kankerbestrijding veel advertenties in deze kranten en andere publicaties plaatst en ook heel wat televisiespotjes laat uitzenden zou hier mogelijkerwijs wat mee te maken kunnen hebben.
Als al mijn beweringen niet zouden kloppen, dan was het via de media afschieten van mijn analyse een eenvoudige zaak geweest of had het KWF juridische actie kunnen ondernemen (ik beticht het KWF immers al langere tijd van een bewust onjuiste voorstelling van zaken). Nu kiest KWF Kankerbestrijding Bmede uit angstB voor doodzwijgen.
Dat het KWF niet onbevooroordeeld is, blijkt ook uit hoe met informatie wordt omgegaan. Een paar voorbeelden:
- Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is op grond van meta-analyses van gerandomiseerde studies (bij de mens uiteraard) even grote onzin gebleken als dat bèta-HCG (zwangerschapshormoon) zou helpen om af te vallen. Toch is het KWF nog steeds voorstander van een dergelijk onderzoek; - Eén enkel slecht uitgevoerd dierexperimenteel onderzoek dat suggereert dat genisteïne bij borstkanker slecht is, heeft prominent op de KWF-website gestaan, daarbij zeer veel ander en beter onderzoek, dat wel gunstig is voor genisteïne in relatie tot borstkanker, negerend.

Kortom, KWF Kankerbestrijding heeft niet zelden eerst een standpunt en dan pas telt tot op zekere hoogte de informatie.
Mijn eindconclusie luidt dat het KWF, al doet dit fonds ook goede dingen, te veel met de reguliere geneeskunde onder een deken ligt, te weinig en niet of nauwelijks met de complementaire geneeskunde communiceert en zelfs bewust onjuiste en/of vertekende informatie over voeding en kanker geeft en in stand houdt.

Plaats een reactie ...

Reageer op "VLEESCH, met geslepen LANCET. Column van arts-bioloog drs. E. Valstar"


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Vleesch: arts-bioloog Engelbert >>