Helpt u ons aan 500 donateurs om kanker-actueel online te houden?

Zie ook in gerelateerde artikelen of onder mammaprint

17 juli 2018: Bron: ASCO 2018 (Funded by the National Cancer Institute and others; TAILORx ClinicalTrials.gov number, NCT00310180.)

Aanvullende chemotherapie na operatie van beginnende hormoongevoelige borstkanker blijkt heel vaak niet nodig te zijn. 70% van de patiënten met hormoongevoelige beginnende borstkanker (ER pos, PR pos en HER2 neg) en met geen zichtbare aangetaste lymfklieren in de oksel blijkt geen chemotherapie nodig te hebben. Slechts 30 procent de vrouwen lijkt enigszins baat te hebben bij chemo naast hormoontherapie. Een grote studie van de Oncotype-DC 21 genentest (vergelijkbaar met de mammaprint) bij meer dan 10.000 patiënten. De studie vond geen verschil in de ziektevrije overleving tussen de groep van vrouwen die alleen werden behandeld met hormoontherapie (endocriene therapie) of met de combinatie van hormoontherapie met chemotherapie.

De studie betrof 10,273 vrouwen met hormone receptor–positieve, HER2-negatieve, oksellymfklier negatieve operabele borstkanker. Van deze groep hadden er 6711 een gemiddelde score van 11 tot 25 op de scorelijst van de Oncotype-DX 21 genes test. (zie ook onder mammaprint)

Digital Object Thumbnail

Na 9 jaar, hadden de twee behandelingsgroepen (of alleen hormoontherapie of hormoontherapie plus chemo) nagenoeg gelijke percentages van ziektevrije overleving (83.3% in de hormoongroep en 84.3% in de chemo + hormoongroep), zonder uitzaaiingen op afstand (94.5% en 95.0% respectievelijk) of uitzaaiingen lokaal of regionaal (92.2% en 92.9% respectievelijk), en overall overleving (93.9% en 93.8% respectievelijk).

Alleen voor vrouwen jonger dan 50 jaar zou de chemotherpie enig voordeel op kunnen leveren. Uit de studie blijkt er enig verschil te zijn in overall overleving voor specifiek deze groep van vrouwen: 

Jongere vrouwen (<50 years) met een kans op een recideifscore in de Oncotype-DX test)  van 16 to 25 hadden enig profijt van chemotherapie. Er waren 2% minder recidieven op afstand voor de scores 16 tot 20, en 7% minder voor de  scores of 21 tot 25.

Deze resultaten zijn afkomstig van een door de Amerikaanse overheid gefinancierd onderzoek, de Trial Assigning IndividuaLized Options for TReatment (TAILORx), waarbij meer dan 10.000 patiënten betrokken waren en de 21-tumor-genexpressieassay (Oncotype Dx, Genomic Health) werd getest.

Er zijn de laatste jaren meerdere grote studies gepubliceerd (zie in gerelateerde artikelen) die met dezelfde resutlaten kwamen als deze studie. Volgens de onderzoekers geeft deze studie nu het ultieme bewijs om ook de richtljnen in de klinische praktijk te veranderen en aan te passen.

"Dit is de grootste adjuvante studie tegen borstkanker die ooit is uitgevoerd," zegt hoofdonderzoeksauteur Joseph A. Sparano, MD, associate director voor klinisch onderzoek bij het Albert Einstein Cancer Center en Montefiore Health System in New York City en vice-voorzitter van de ECOG -ACRIN Cancer Research Group.

De resultaten werden gepresenteerd tijdens de presentatie op de American Society of Clinical Oncology (ASCO) 2018 en gelijktijdig gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.

Ongeveer de helft van alle borstkankers is hormoonreceptor positief, HER2 negatief en heeft geen aangetaste lymfklieren in de oksels. maar uit de klinische praktijk blijkt dat circa 30% van de patiënten  binnen 10 jaar een ongeneeslijk recidief ontwikkelt, aldus dr. Sparano.

Chemotherapie na de operatie wordt meestal aanbevolen om dit risico op een recidief te verminderen, maar het absolute voordeel is klein (3% tot 5%). "Dit leidt ertoe dat veel vrouwen worden overbehandeld, omdat hormoontherapie (endocriene therapie) voldoende adequaat zou zijn," vult dr. Sparano verder aan.

Het volledige studieverslag: Adjuvant Chemotherapy Guided by a 21-Gene Expression Assay in Breast Cancer is tegen betaling in te zien.

Hier het abstract van deze studie:

Adjuvant endocrine therapy and chemoendocrine therapy had similar efficacy in women with hormone-receptor–positive, HER2-negative, axillary node–negative breast cancer who had a midrange 21-gene recurrence score, although some benefit of chemotherapy was found in some women 50 years of age or younger.

Adjuvant Chemotherapy Guided by a 21-Gene Expression Assay in Breast Cancer

  • Joseph A. Sparano, M.D.,
  • Robert J. Gray, Ph.D.,
  • Della F. Makower, M.D.,
  • Kathleen I. Pritchard, M.D.,
  • Kathy S. Albain, M.D.,
  • Daniel F. Hayes, M.D.,
  • Charles E. Geyer, Jr., M.D.,
  • Elizabeth C. Dees, M.D.,
  • Matthew P. Goetz, M.D.,
  • John A. Olson, Jr., M.D., Ph.D.,
  • Tracy Lively, Ph.D.,
  • Sunil S. Badve, M.B., B.S., M.D.,
  • Thomas J. Saphner, M.D.,
  • Lynne I. Wagner, Ph.D.,
  • Timothy J. Whelan, B.M., B.Ch.,
  • Matthew J. Ellis, M.B., B.Chir., Ph.D.,
  • Soonmyung Paik, M.D.,
  • William C. Wood, M.D.,
  • Peter M. Ravdin, M.D.,
  • Maccon M. Keane, M.D.,
  • Henry L. Gomez Moreno, M.D.,
  • Pavan S. Reddy, M.D.,
  • Timothy F. Goggins, M.D.,
  • Ingrid A. Mayer, M.D., M.S.C.I.,
  • Adam M. Brufsky, M.D., Ph.D.,
  • Deborah L. Toppmeyer, M.D.,
  • Virginia G. Kaklamani, M.D., D.Sc.,
  • Jeffrey L. Berenberg, M.D.,
  • Jeffrey Abrams, M.D.,
  • and George W. Sledge, Jr., M.D.

Abstract

Background

The recurrence score based on the 21-gene breast cancer assay predicts chemotherapy benefit if it is high and a low risk of recurrence in the absence of chemotherapy if it is low; however, there is uncertainty about the benefit of chemotherapy for most patients, who have a midrange score.

Methods

We performed a prospective trial involving 10,273 women with hormone-receptor–positive, human epidermal growth factor receptor 2 (HER2)–negative, axillary node–negative breast cancer. Of the 9719 eligible patients with follow-up information, 6711 (69%) had a midrange recurrence score of 11 to 25 and were randomly assigned to receive either chemoendocrine therapy or endocrine therapy alone. The trial was designed to show noninferiority of endocrine therapy alone for invasive disease–free survival (defined as freedom from invasive disease recurrence, second primary cancer, or death).

Results

Endocrine therapy was noninferior to chemoendocrine therapy in the analysis of invasive disease–free survival (hazard ratio for invasive disease recurrence, second primary cancer, or death [endocrine vs. chemoendocrine therapy], 1.08; 95% confidence interval, 0.94 to 1.24; P=0.26). At 9 years, the two treatment groups had similar rates of invasive disease–free survival (83.3% in the endocrine-therapy group and 84.3% in the chemoendocrine-therapy group), freedom from disease recurrence at a distant site (94.5% and 95.0%) or at a distant or local–regional site (92.2% and 92.9%), and overall survival (93.9% and 93.8%). The chemotherapy benefit for invasive disease–free survival varied with the combination of recurrence score and age (P=0.004), with some benefit of chemotherapy found in women 50 years of age or younger with a recurrence score of 16 to 25.

Conclusions

Adjuvant endocrine therapy and chemoendocrine therapy had similar efficacy in women with hormone-receptor–positive, HER2-negative, axillary node–negative breast cancer who had a midrange 21-gene recurrence score, although some benefit of chemotherapy was found in some women 50 years of age or younger. C


Plaats een reactie ...

Reageer op "Chemo bij beginnende operabele hormoongevoelige borstkanker (ER en PR pos en HER2 neg) blijkt bij 70 procent zinloos te zijn. Bij slechts 30 procent heeft chemo enig effect. Blijkt uit grote studie van Oncogen-DX 21 genen test."


Gerelateerde artikelen