Uit de tussenresultaten van de NeoAvAx-studie blijkt dat de combinatie van immuuncheckpointremmer avelumab plus VEGF-remmer axitinib zorgt voor minder recidieven en langere ziektevrije tijd na operatie bij patiënten met hoogrisico, niet-uitgezaaide, heldercellig niercelcarcinoom graad III . Ook blijkt dat als er wel een recidief ontstaat de tumoren kleiner zijn.
Het NeoAvAx-onderzoek dat uitgevoerd werd in het AvL in Nederland door was bedoeld om de werkzaamheid en veiligheid van neoadjuvante avelumab plus axitinib te evalueren bij patiënten met nierkanker met een hoog risico op een recidief. Het is een eenarmige fase 2-studie van 12 weken neoadjuvante avelumab/axitinib voorafgaand aan nefrectomie.
Aan de studie namen 40 patiënten deel met hoog-risico niet-gemetastaseerde clear-cell RCC; 90% van de deelnemers had ten minste een T3-stadiumziekte en hoger. Het primaire eindpunt was een PR = partiële respons in de primaire tumor bij ≥ 25%. Secundaire eindpunten waren ziektevrije overleving (DFS), totale overleving (OS) en veiligheid. Biomarkeranalyses werden vergeleken op biopsie- en nefrectomiemonsters van 34 patiënten voorafgaand aan de behandeling. Dr. Axel Bex (Nederlands Kanker Instituut, Nederland) presenteerde de resultaten [3].
Twaalf patiënten (30%) hadden een partiële respons van de primaire tumor. De mediane afname van de primaire tumor was 20% en de mediane vitale tumoraanwezigheid na de behandeling was 50%. Bij een mediane follow-up van 23,5 maanden trad een recidief op bij 13 (32%) patiënten met een mediane duur van 8 maanden en 3 overleden aan de ziekte.
Van de patiënten met een gedeeltelijke respons waren 10 van de 12 patiënten ziektevrij bij de cut-off van de onderzoeksgegevens. Patiënten die een gedeeltelijke respons hadden, hadden een betere overleving in vergelijking met patiënten die geen gedeeltelijke respons hadden. Vanwege de lage aantallen is dit verschil echter niet statistisch significant.
Postoperatieve bijwerkingen traden op bij 8 deelnemers. Er waren geen behandelingsgerelateerde uitstel van operaties en geen primaire tumorprogressie. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen met het neoadjuvante regime in vergelijking met eerder gerapporteerde veiligheidsgegevens voor axitinib en avelumab.
Een verkennende analyse van biomarkers toonde aan dat patiënten met een recidief lagere CD8-positieve dichtheden hadden na behandeling in vergelijking met patiënten zonder recidief.
Op basis van de uitkomst van NeoAvAx concludeerde Dr. Bex dat “de ziektevrije overlevingsgegevens bemoedigend zijn en verdere evaluatie ondersteunen, hoewel er momenteel geen gerandomiseerde onderzoeken zijn naar neoadjuvante versus adjuvante immuuncheckpointremmers of neoadjuvante versus adjuvante immuuncheckpoint/VEGFR-TKI-combinatiestudies. in deze setting.”
Hier het originele abstract zoals dat op ASCO GU 2022 (abstractno. 289) werd gepresenteerd:
Efficacy, safety, and biomarker analysis of neoadjuvant avelumab/axitinib in patients (pts) with localized renal cell carcinoma (RCC) who are at high risk of relapse after nephrectomy (NeoAvAx). Axel Bex, Yasmin Abu-Ghanem, Johannes V. Van Thienen, Niels Graafland, Brunolf Lagerveld, Patricia Zondervan, Harrie Beerlage, Jeroen van Moorselaar, Mark Kockx, Pieter-Jan Van Dam, Bernadett Szabados, Christian U. Blank, Thomas Powles, John B. A. G. Haanen; The Netherlands Cancer Institute, Amsterdam, Netherlands; Sheba Medical Center, Ramat Gan, Israel; Netherlands Cancer Institute, Amsterdam, Netherlands; Netherlands Cancer Insitute, Amsterdam, Netherlands; Onze Lieve, Vrouwe Gasthuis, Amsterdam, Netherlands; Amsterdam University Medical Center, Amsterdam, Netherlands; CellCarta, Wilrijk, Belgium; Barts Cancer Institute, London, United Kingdom; Department of Medical Oncology, Netherlands Cancer Institute, Amsterdam, Netherlands; Barts Cancer Institute, Cancer Research UK Experimental Cancer Medicine Centre, Queen Mary University of London, London, United Kingdom
Background: Antibodies targeting PD-1/PD-L1 combined with vascular endothelial growth factor (VEGF) inhibitors are a first-line standard of care for metastatic RCC. Neoadjuvant use of these combinations may lead to downstaging and reduce the risk of recurrence. In addition, sequential tissue may allow identification of key immune biomarkers associated with outcome.
Methods: Neoavax is a single arm phase II trial of 12 weeks neoadjuvant avelumab/axitinib prior to nephrectomy in 40 pts with highrisk non-metastatic clear-cell (cc) RCC (cT1b-4cN0-1M0, Grades 3-4). Primary endpoint is RECIST 1.1 partial response (PR) in the primary tumour (PT) in ≥25%. Secondary endpoints are disease-free survival (DFS), overall survival (OS) and safety. Biomarker analysis on sequential tissue is an exploratory endpoint. Expression of PD-L1 (SP263), CD8+, CD8-granzyme-B (CD8/GZMB)+, Foxp3+ cells, CD8/CD39+ and MHC-I were compared on pre-treatment biopsy and nephrectomy samples from 34 pts (NCT03341845).
Results: Pts/tumour characteristics are shown in table. Twelve pts (30%) had a PR of the PT from a baseline mean diameter of 10.3 (range 5.6-16.4) cm. Median PT downsizing was 20 (0-43.5) % and median post-treatment vital tumour presence was 50 (1-100) %. At a median follow-up of 23.5 months, recurrence occurred in 13 (32%) pts at a median of 8 (2-23) months and 3 died of disease. Of the 12 pts with PT PR, 11 (92%) are disease-free. Median DFS and OS are not reached. Postoperative adverse events occurred in 8 pts (2 Clavien Dindo grade 3a). There were no treatment-related surgery delays and no PT progression. Post-treatment samples showed upregulation of PD-L1 expression (p <0.0001) and total CD8+ densities (p < 0.01) when compared to pre-treatment biopsies. Comparing samples of pts with PR vs no PR in the PT, no clear immune marker differences were observed. Post-treatment samples from pts that recurred were characterized by lower densities of total, intra-epithelial and stromal CD8+, intra-epithelial CD8+CD39+ (p<0.05) and total CD8+GZMB+ (p=0.1). Pre-treatment biopsies showed no clear differences.
Conclusions: Neoadjuvant avelumab/axitinib for non-metastatic high-risk RCC leads to PR of the PT in 30% which is associated with DFS. Pts without recurrence had a significant increase in CD8+ densities compared to pts with recurrence suggesting expansion of a pre-existing immune response. Clinical trial information: NCT03341845. Research Sponsor: Pfizer.
Referenties:
- Dabestani S, et al. Eur Urol Focus. 2019; 5: 857-866.
- Choueiri TK, et al. N Engl J Med. 2021; 384: 829-841.
- Bex A, et al. Efficacy, safety, and biomarker analysis of neoadjuvant avelumab/axitinib in patients (pts) with localized renal cell carcinoma (RCC) who are at high risk of relapse after nephrectomy (NeoAvAx). Abstract 289, ASCO GU 2022 Virtual Meeting, 17–19 February.
Copyright ©2022 Medicom Medical Publishers
Gerelateerde artikelen
- Specificiteit van het menselijk leukocyten antigeen (HLA) blijkt voorspellende biomarker voor effectiviteit van immuuntherapie met anti-PD medicijnen - checkpointremmers bij patienten met gevorderde niercelkanker
- Immuuntherapie met pembrolizumab geeft betere ziektevrije overleving (77 vs 68 procent) na operatie bij patiënten met nierkanker die een hoog risico liepen op recidief in vergelijking met een placebo
- Cabozantinib toegevoegd aan immuuntherapie met nivolumab en ipilimumab geeft betere ziekteprogressievrije tijd en ziektecontrole bij uitgezaaide onbehandelde nierkanker in vergelijking met placebo naast nivolumab en ipilimumab
- Immuuncheckpointremmers nivolumab + ipilimumab of pembrolizumab + axitinib geeft toch ziektecontrole en remissies in de klinische praktijk bij patiënten met gevorderde uitgezaaide nierkanker met een slechte prestatiestatus volgens ECOG PS ≥2
- Clostridium butyricum (CBM 588) een probioticum toegevoegd aan nivolumab plus ipilimumab verbeterd sterk de repons en progressievrije tijd voor patienten met uitgezaaide nierkanker
- Immuuntherapie met avelumab plus VEGF-remmer axitinib vermindert kans op recidief en meer ziektevrije overleving bij nierkankerpatienten (stadium III) na operatie
- Combinatiebehandelingen met vormen van immuuntherapie en anti-PD medicijnen geven veelbelovende resultaten bij (gevorderde) nierkanker. Hier de belangrijkste studies van afgelopen jaar
- Immuuntherapie met combinatiebehandeling van Nivolumab en cabozantinib als eerstelijnsbehandeling voor uitgezaaide nierkanker geeft veel betere resultaten dan stndaard behandeling sunitinib wat betreft progressievrije overleving en algehele overleving
- NLR meting - veranderende verhouding van neutrofielen tot lymfocyten - blijkt een uitstekende en eenvoudige manier om de werkzaamheid van immuuntherapie met anti-PD medicijnen tijdens behandelingsfase te controleren. copy 1
- Immuuntherapie met Atezolizumab plus Avestin - bevacizumab geeft betere progressievrije ziekte en overall overleving dan sunitinib bij patienten met gevorderde uitgezaaide nierkanker
- Avelumab plus Axitinib geeft veel betere progressievrije overleving (plus 5 maanden) dan sunitinib als eerstelijns behandeling bij nog niet behandelde uitgezaaide nierkanker.
- Pembrolizumab plus Axitinib geeft betere overleving op 1 jaar (plus 11 procent) en betere progressievrije ziekte dan met sunitinib voor nog niet behandelde uitgezaaide nierkanker
- Nivolumab (Obvio) alleen en samen met ipilimumab (Yervoy) geeft uitstekende resultaten bij gevorderde niercelkanker ook in vergelijking met sunitinib
- Nivolumab een immuuntherapeutisch anti PD medicijn geeft uitstekende resultaten bij vergevorderde nierkanker versus everolimus en krijgt van FDA goedkeuring voor gebruik als medicijn
- immuuntherapie met axitinib (Inlyta®) en pembrolizumab (Keytruda®) bij gevorderde nog onbehandelde nierkanker verdubbelt progressievrije ziekte (10 vs 20 maanden)
- Immuuntherapie met rocapuldencel-T (AGS-003), een vorm van dendritische celtherapie met individuele T-cel stimulatie geeft uitstekende resultaten bij nieuwe patienten met uitgezaaide nierkanker
- Immuuntherapie bij nierkanker, een overzicht
Plaats een reactie ...
Reageer op "Immuuntherapie met avelumab plus VEGF-remmer axitinib vermindert kans op recidief en meer ziektevrije overleving bij nierkankerpatienten (stadium III) na operatie"