12 mei maart 2005: J Natl Cancer Inst 2005;97:675-683

Een Amerikaanse studie bewijst dat baarmoederhalskanker vaak niet wordt opgemerkt door een utistrijkje of vaak al wordt gediagnosteerd terwijl er geen uitstrijkje heeft plaatsgevonden in de 3 jaar vooraf aan de diagnose. De conclusie van de onderzoekers is dat het maken van uitstrijkjes geïntensiveerd zou moeten worden, maar ook dat de methode van screening via uitstrijkjes verbeterd zou moeten worden. Leest u over VIA methode van screening onder diagnose van baarmoederhalskanker die eenvoudiger en accurater is uit te voeren dan een uitstrijkje. Hier zo goed als letterlijk vertaald de resultaten uit de Amerikaanse studie en de conclusies.

RESULTATEN: De meerderheid van de voorkomende baarmoederhalskanker (n = 464; 56%) deed zich voor bij vrouwen die geen uitstrijkje hadden gehad in de periode 4-36 maanden voorafgaande aan de diagnose baarmoederhalskanker. Van de overgebleven groep bleken 263 (32%) vrouwen toch de diagnose baarmoederhalskanker te hebben omdat het wel uitgevoerde uitstrijkje had gefaald en niets had opgemerkt en 106 (13%) vrouwen bleken alsnog baarmoederhalskanker te hebben gekregen omdat de follow-up van een eerder uitstrijkje niet goed was uitgevoerd of op was gereageerd. Hoe ouder (odds ratio = 6.48, 95% confidence interval = 3.89 to 10.79) of levend in een omgeving waar meer armoede was (OR = 1.72, 95% CI = 1.11 to 2.67) of een lager opleidingsniveau (OR= 1.52; 95% CI = 1.07 to 2.16) werd geassocieerd met de kans op falen van screeeningsmogelijkheden of de twee andere genoemde factoren. Totaal 375 (81%) van de 464 patiënten die geen uitstrijkje hadden gehad hadden tenminste 1 bezoek aan een arts gebracht in de periode 4 tot 36 maanden voorafgaande aan de diagnose baarmoederhalskanker. Het diagnostisch onderzoek naar kanker werd in gang gezet door een routine onderzoek bij 44% van de patiënten, terwijl 53% van de patiënten zich presenteerden met symptomen die zouden kunnen wijzen op baarmoederhalskanker. De overgebleven 3% kwam uit niet aan baarmoederhals gerelateerde medische zorg.

CONCLUSIES: Om invasieve baarmoederhalskanker te voorkomen onder vrouwen die normaliter wel toegang tot screening en behandeling hebben zou screening via uitstrijkjes moeten worden geintensiveerd. Aanvullend zou moeten worden gewerkt aan verbetering van de werking van uitstrijkjes

J Natl Cancer Inst. 2005 May 4;97(9):675-83.

Cervical cancer in women with comprehensive health care access: attributable factors in the screening process.

Leyden WA, Manos MM, Geiger AM, Weinmann S, Mouchawar J, Bischoff K, Yood MU, Gilbert J, Taplin SH.
Kaiser Permanente Division of Research, Oakland, CA 94612, USA.

BACKGROUND: Invasive cervical cancer is highly preventable, yet it continues to occur, even among women who have access to cancer screening and treatment services. To reduce cervical cancer among such women, reasons for its occurrence must be better understood. We examined factors associated with the diagnosis of cervical cancer among women enrolled in health plans.

METHODS: We identified all cases of invasive cervical cancer (n = 833) diagnosed from January 1, 1995, through December 31, 2000, among women who were long-term members of seven prepaid comprehensive health plans and reviewed each woman's medical records for the 3 years prior to her cancer diagnosis. Women were classified into one of three categories based on Pap test histories 4-36 months before diagnosis: failure to screen with a Pap test, failure in detection by a Pap test, or failure in follow-up of an abnormal test result.

RESULTS: The majority of cases (n = 464; 56%) were in women who had no Pap tests during the period 4-36 months prior to diagnosis. Of the remaining cases, 263 (32%) were attributed to Pap test detection failure and 106 (13%) to follow-up failure. Being older (odds ratio = 6.48, 95% confidence interval = 3.89 to 10.79) or living in an area of higher poverty (OR = 1.72, 95% CI = 1.11 to 2.67) or having a lower education level (OR= 1.52; 95% CI = 1.07 to 2.16) was associated with the likelihood of being assigned to the failure to screen category versus either of the other two categories. A total of 375 (81%) of the 464 patients who had not had Pap screening had had at least one outpatient visit 4-36 months prior to cancer diagnosis. The cancer diagnostic process was triggered by a routine screening examination in 44% of patients, whereas 53% of the patients presented with symptoms consistent with cervical cancer; the remaining 3% were identified fortuitously during the course of receiving noncervical care.

CONCLUSIONS: To reduce the incidence of invasive cervical cancer among women with access to screening and treatment, Pap screening adherence should be increased. In addition, strategies to improve the accuracy of Pap screening could afford earlier detection of cervical cancer.

PMID: 15870438 [PubMed - in process]

Plaats een reactie ...

Reageer op "Diagnose baarmoederhalskanker: baarmoederhalskanker wordt vaak niet opgemerkt door falende screening of falende werking van uitstrijkje."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Bestraling - radiotherapie >> Gezondheidsraad adviseert >> Amerikaanse Vereniging van >> Risico's en oorzaken van baarmoederhalskanker >> Pilgebruik en baarmoederhalskanker: >> Diagnose van baarmoederhalskanker: >> Diagnose van baarmoederhalskanker: >> Diagnose baarmoederhalskanker: >> Diagnose baarmoederhalskanker: >> Diagnose van baarmoederhalskanker: >>