Toenemend geloof
(door
Kenneth Hagin)
Handelingen 14: 7-10
De verlamde man werd niet genezen door een kracht die Paulus bezat, maar de man had zelf gelóóf om genezen te worden:
· Hij hóórde Paulus prediken
· Hij had gelóóf (!!!) om genezing te vinden
· Hij “sprong op en liep”.
Gelóóf maakt je gezond!
Je zult daarentegen géén antwoord ontvangen wanneer je “als” in je gebeden gebruikt terwijl je bidt voor het veranderen van je situatie. “Als” is een teken van twijfel; daarom is het gebed “als het de wil van God is om genezen te worden” uit den boze. Het is de wil van God genezen te worden; zie 1 Petrus 2:24 “en door Zijn striemen zijt gij genezen” en Jesaja 53: 4-5 “Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen”. Kortom, het is Zijn wil. Aan ons is het om gelóóf in die genezing te hebben; Hem te aanváárden als je Geneesheer! Veel mensen willen éérst iets hebben en geloven dán pas als zij het gekrégen hebben. Echter, gelóóf dat je iets hébt, dán ontvang je het. Geloof is het geven van werkelijkheid en zekerheid aan de dingen die men hóópt. Veel mensen hopen alleen maar (“ik hoop, dat God mijn gebed verhoort”), en stoppen dan; dát werkt echter niet. Geloven dient overigens met het hart en niét met het verstand te geschieden; Rom. 10:10 “want met het hart gelooft men”. Het echte geloof zegt dan ook: “Ik héb het (b.v. genezing), ook al zie ik het niet.” Als het reeds gebeurd was, als je het al had, dan behoefde je het ook niet te geloven; dan zou je het wéten.
Zie Marc. 11:24 “Al wat gij bidt en begeert, gelóóft dat gij het hébt ontvangen, en het zál u geschieden!”
Het geschieden komt dus ná het geloven!
Dus: als iemand maar zit te kreunen, te klagen en te zuchten in afwachting óf er iets gebeurt, en maar blijft wachten tot hij kan vaststellen dat de (ziekte)symptomen verdwenen zijn en zijn lichaam in overeenstemming is met wat hij gelooft, vóór hij gelóóft in wat God gezegd heeft, dán is hij totaal verkeerd bezig en zal hij nooit veel bereiken. Te vaak richten we onze aandacht op de verkeerde dingen. We letten op ons lichaam en op de symptomen wanneer het op de genezing aankomt. Dát is hetgeen waar we aan denken en waar we naar kijken, en hoe méér we ernaar kijken hoe beroérder we worden. Sommigen zeggen dan zelfs: “Nu, God heeft mijn gebed nóg niet verhoord. Het gaat steeds slechter met mij. Ik denk dat het wel op een operatie zal uitdraaien.” En dát gebeurt dan! Immers “U geschiede naar uw geloof”; als je iets blijft geloven, dan zul je het ook krijgen; vestig daarom niet je aandacht op verkéérde dingen! Geloof én denk positief.
Verwar het bovenstaande echter niet met de leer van de Christian Science, waarin gepropageerd wordt alle symptomen te negeren en net te doen of deze er niet zijn. Jezus vertegenwoordigt ons voor de troon van God en Hij zegt: “Ik heb hun plaats ingenomen. Ik ben als plaatsvervanger voor hen gestorven.” Hij stierf niet voor Zichzelf, Hij stierf voor ons. Hij werd jouw en mijn plaatsvervanger. Hij droeg mijn ziekten; Hij droeg mijn kwalen. Hij stierf voor mij. Hij stond voor mij uit de dood op. Hij is nu “boven” en Hij zegt tot God: “Dat deed ik voor hem.”
Het is nu aan ons om daaraan vast te houden en om dezelfde dingen “hier” te zeggen! Richt je aandacht liever op de juiste dingen dan op jezelf. Veel mensen falen, omdat ze zich zien falen. Zie jezelf als gezónd! Veel mensen falen, omdat ze zich instellen óm te falen. Matt. 18:17 “Jezus heeft uw zwakheden op Zich genomen en uw ziekten gedragen.” Je dient jezelf dan ook zónder zwakheden en zónder ziekten te zien. Als je jezelf niet zónder ziekten ziet, dan is je de essentie ontgaan en zelfs al wil Hij Zijn woord waarmaken in je leven, dan is Hij daartoe niet in staat, omdat je niet naar Zijn woord handelt. Het is moeilijk om de redenering van sommige mensen te volgen dat God iets voor hen zal doen zonder dat zij zelf doen wat het Woord zegt. Dat doet Hij niet! Dat kan Hij niet!
Zelfs al wil Hij dat, Hij is daartoe niet in staat, want áls Hij dat zou doen, zou Hij Zijn Woord geweld aandoen en zou Hij Zichzelf tot leugenaar maken. Spreuken 22: “Want mijn woorden zijn leven voor wie ze vinden, genézing voor hun ganse lichaam”. Richt je aandacht op het antwoord. Blijf voortdurend belijden -zélfs als er bewijzen zijn van het tegenovergestelde- dat God je gebed verhóórd heeft omdat Zijn Woord het zegt. Je zult pas resultáát hebben als je Zijn woord “niet laat wijken uit je ogen”. In dat verband: Marc. 11:24 …al wat ge bidt en begeert, gelóóft, dat ge het hébt ontvangen, en het zál u geschieden”. Je MOET het gelóven vóórdat je het ontvángt. Geef inhoud aan: “De Here is mij een helper”.
Zeg: “de Heer is mijn Helper”
Zeg: “De Heer is mijn Geneesheer”
Zeg: “Hij nam mijn zwakheden op Zich en Hij droeg mijn ziekten”
Het komt gewoon door verkeerd denken, verkeerd geloven en verkeerd spreken dat we een nederlaag lijden. Anderzijds: Als wij op de juiste manier denken en geloven, zullen we ook op de juiste manier praten. Als God zegt “Ik zal in al uw noden voorzien”, dan doet Hij dat! We moeten daarin dan wél gelóven! Velen “wachten” erop genezen te worden, doch dat leidt tot niets; als je erop wacht dat Hij je zal genezen, zal Hij het niet doen! Je verknoeit daarmee je tijd. Je zult je je genezing moeten tóé-eigenen om daarmee te ontvangen wat Hij reeds voor je volbracht hééft; dán zul je die genezing ontvangen!
Paulus zegt in
Filippenzen 1: 21-24 “Het wordt aan mij overgelaten. Ik weet
niet of ik zal kiezen om hier nog een tijd te leven, of te sterven”.
Hij zei: “Ik weet niet wat ik kiezen zal”
Hij zei niet: “Ik weet niet wat Gods wil is”
Hij zei niet: “Ik weet niet wat God voor mij zal kiezen”
Hij zei niet: “Ik bid, dat de wil van God zal geschieden”
Centraal staat
dus in het bovenstaande de strekking van Marcus 11:24 “Daarom zeg Ik u, al
wat gij bidt en begeert (b.v. genezing), gelóóft, dat gij
het hébt ontvangen, en het zál u geschieden”.
Of, in gewone taal: Je moet gelóven dat je het hébt (i.c. de genezing), vóór je het krijgt!
De auteur van het boek, dat ik hier tracht samen te vatten (Kenneth Hagin), en die vrijwel geheel verlamd en met een ongeneeslijke hartafwijking bedlegerig was, reageerde als volgt op Marcus 11: 24 “Nu Heer, dan begrijp ik wat ik moet doen. Ik moet geloven, terwijl ik hier nog steeds plat op mijn rug lig, dat mijn verlamming genezen is”. Let wel: Kenneth zei niet “dat ik genezen zál! Dit valt overigens met ons verstand niet te begrijpen; dit moet begrepen worden met de géést.
De centrale
vraag in dit, voor ons mensen zo moeilijke, proces is nu: “wannéér
ga ik die genezing nu ontvangen?” Zodra je het aanneemt en je vertrouwt
dat het je geschonken is! Wij willen eerst iets ontvangen en daarna
geloven we het gekregen te hebben, maar Jezus zei, dat je moet geloven dat je
het hebt, en dat je het dán zult krijgen. Dat “geloven” doe je met je hart
(je geest) en niet met je verstand; met je verstand lukt
dat proces niet en dáár ligt voor ons, westerse mens, de essentie van ons
probleem. Geloven met je hart wil zeggen: geloven zónder
te letten op de feitelijke signalen van je lichaam en je zintuigen; ónafhankelijk
van je verstand. In dit verband Spreuken 3:5
“Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun niét
op uw eigen inzicht (lees: verstand)”
Dr. Lilian Yoemans (een arts) schrijft dan ook in één van haar boeken onder meer:
“Kijken om te zien óf God u wel geneest, is zónde”. Het zal inmiddels wel duidelijk zijn, dat een genezingsproces langs deze weg geen gemakkelijke is. We zullen onze menselijke geest (dus niét het verstánd) moeten oefenen en ontwikkelen. Daartoe staan ons de volgende 4 regels ter beschikking:
1) Mediteren (zie Spreuken 20:27)Je kunt geen geestelijke wijsheid ontwikkelen zónder meditatie.In Jozua 1:8 zegt God tegen Jozua, dat als hij zou mediteren, hij voorspoed en succes zou hebben. Neem dagelijks 10 tot 15 minuten de tijd om te mediteren. Sluit je af van de wereld en blijf alleen met je geest. Begin met er de tijd voor te nemen, en het zal groeien.
2) Breng het in praktijk (zie Jacobus 1:22)Als inleiding moge hier gelden, dat het gebod der LIEFDE het hoogste gebod is.Joh. 13:34 “Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt.”
Als je iemand liefhebt, dan steel je niet van hem, dan vertel je geen leugens over hem, etc. Kortom, als je in de liefde wandelt, dan overtreedt je geen enkele wet.
Voeg daaraan toe (Filippenzen 4:6)“Weest in geen ding bezorgd, maar laat bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God”
In omgangstaal:
God zegt, dat wij niet bezorgd moeten zijn, dat wij “het” van ons af moeten zetten! Dus:
· weiger over wat dan ook bezorgd of angstig te zijn;
· maak dan aan de Heer je wensen (i.c. genezing) kénbaar;
· dánk daarna de Heer voor de vervulling (met voorbij gaan dus aan je huidige fysieke conditie).
Zodra je terugvalt in je angst of onzekerheid herhaal je het bovenstaande; blijf daarbij aanspraak maken op de vervulling en verváng die angst door vertrouwen! Velen willen wél wat Filippenzen 4: 7 belooft, maar ze willen om dat te verkrijgen niét in praktijk brengen wat Filippenzen 4: 6 zegt. Filippenzen 4:8 zegt ons waarmee onze gedachten bezig moeten zijn: “Al wat waar is, al wat waardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, BEDENKT DAT”.
Velen maken zich voortdurend bezorgd en angstig, zitten te kniezen, hebben hun gedachten op de verkeerde dingen van het leven gevestigd en spreken voortdurend ongeloof uit. Hoe méér je over bepaalde dingen praat (b.v. ziekte), hoe gróter deze worden!
Mediteer over de Brieven, word een “dader”, dan zul je geestelijk groeien.
3) Zet het Woord op de eerste plaats (Spreuken 4:20-22). “Besteed aandacht aan Mijn woorden, luister naar wat Ik te zeggen heb en bewaar het diep in uw hart.”
Waarom?
“Zijn
woorden zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor hun gehele lichaam.“
4) Gehoorzaam ogenblikkelijk de stem van je geest (Joh. 14:16). Onze geest heeft een “stem”; sommigen noemen die stem “geweten”, anderen “intuïtie”, weer anderen “innerlijke stem” of “leiding”. Mediteer (zie sub 1) je over het Woord van God, dan wordt je geest sterk en de stem, door je geest onderwezen, zal een betrouwbare gids worden! (Joh. 16:13) Leer aan je geest te gehoorzamen. God zal je leiden en je gids zijn via je eigen geest. Als je daaraan niet gewend bent, leer je dat uiteraard niet van de ene dag op de andere.
Volg echter bovenstaande 4 regels.
Als je wandelt in het licht van het Woord en deze regels in praktijk brengt, zul je te gelegener tijd weten wat je tot in de kleinste bijzonderheden van je leven moet doen. Je zult - hoe vreemd het ook moge klinken - leiding ontvangen en altijd direct “ja” of “nee” te horen krijgen. Er is immers geen enkel verschil in de relatie tussen God en mens tijdens de dagen van Jezus destijds en de relatie tussen God en mens in onze huidige tijd. We moeten echter wél zelf het communicatiekanaal “operationeel” maken en houden! Van die communicatiekanalen in de tijd van Jezus kunnen we een goede indruk krijgen bij onder meer Hand. 18:9; 22:17-18 en 23:11
De kernvraag voor ons luidt:
Hoe stel je
nu je eigen programma op om b.v. genezing van God te ontvangen?
Als je de volgende 4 stappen tot uitvoering brengt, zul je altijd van God ontvangen wat je nodig hebt (b.v. genezing). Afhankelijk van de aard van de gewenste hulp kunnen deze 4 stappen onmiddelijk genomen worden en kun je meteen ontvangen, dan wel is er tijd nodig om deze te ontwikkelen (b.v. bij financiële nood). Deze 4 vereiste stappen zijn zó eenvoudig, dat ze bijna dwaas lijken; ze zijn dus letterlijk en terecht voor een ieder uitvoerbaar.
We (be)zien de stappen en het bereikte resultaat b.v. in Marcus 5: 25-34.
Een opmerking vooraf:
Er zit een Goddelijke en een menselijke kant aan iedere strijd, iedere overwinning, aan alles wat we van God willen ontvangen. God zal niet falen; als er al sprake van falen zal zijn, ligt dat aan onze kant. Doen wij ons deel goed, dan kunnen we verzekerd zijn van verhoring van ons verzoek en van de overwinning. Een voorbeeld om dit te verduidelijken.
De persoon zal ontvangen wat hij of zij zegt.
Dus, zou de vrouw in Marcus 5: 25-34 gezegd hebben: “De doktoren hebben mij opgegeven, ik heb niets om voor te leven, ik kan net zo goed sterven”, dan zou ze dat ontvangen hebben! Ze zei echter: “Als ik zijn kleed zal aanraken, dan zal ik genezen”. En dat gebeurde!
Nu de 4 stappen tot genezing.
Stap I: ZEG HET
Als je verslagen bent, dan ben je verslagen door wat je zélf gezegd hebt. Praat derhalve nooit over mislukkingen. Praat niet over je beproevingen, niet over je moeilijkheden, niet over gebrek aan geld. Als je ziekte belijdt, dan zal de ziekte zich in je lichaam ontwikkelen. Als je over je twijfel en angst praat, dan zullen die sterker worden. Als je over geldzorgen klaagt, dan zal er daardoor geen geld binnenkomen.
Formuleer dus stap I in POSITIEVE zin en laat je inspireren door Marcus 5: 28
“want zij zei
(!): als ik slechts zijn klederen kon aanraken, zal ik behouden (gezond)
zijn”.
Stap II: DOE HET
Je handelingen versláán je, of ze helpen je er doorheen. Door wat je doet zul je ontvangen, of juist verhindérd worden te ontvangen. Om bij hetzelfde voorbeeld te blijven; doch nu Marcus 5: 27
“…en zij
kwam tussen de schare en raakte Zijn kleed aan.”
Stap III: ONTVANG HET
In ons voorbeeld gaan we nu naar Marcus 5: 29. Toen Jezus op aarde was, moest je zijn waar Hij was om bij die kracht -om het te ontvangen- te zijn. Nú is er de (Heilige) Geest, en waar Hij is, is er die kracht; een kracht, die geneest, die bevrijdt en die kracht is altijd en overal tegenwoordig. Het enige dat je behoeft te doen, is je daarop áánsluiten. Het is je gelóóf daarin, dat die aansluiting mogelijk maakt en tot genezing leidt. Je geloof zet het in werking en leidt tot de ontvangst (stap III) van de begeerde genezing. Velen zeiden in afwachting van hun genezing: “ik geloof, dat god (!) mij eens zal genezen”. Daar is geen gelóóf in en het zal niets uitwerken. Het gaat er immers niet om dat God iets doet. Hij hééft immers reeds alles gedaan om je te genezen.
Zie daarvoor Matth. 8:17
God zond Jezus en “Hij hééft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten gedragen”. Het is dus nu aan ons om te accepteren (= stap III) wat Hij gedaan hééft. Dat legt derhalve de verantwoordelijkheid op én de actie bij óns. Het is aan ons om contact te maken. Gelóóf is daarbij de stekker; doe de eerste stap, zeg het! Zeg: “ik ga contact maken!” en ontvang het.
Marcus 5: 29 “…en zij bemerkte aan haar lichaam, dat zij van haar kwaal genezen was”
Stap IV VERTEL HET
Jezus zei
“Vertél het, zodat ook ánderen het
zullen geloven en ontvangen.”
In feite spreekt het mij overigens zeer aan, dat ik de actie zal moeten ondernemen om genezing te bereiken. Ik zal mijn eigen programma moeten opstellen, in de overtuiging dat Jezus daarvoor de weg destijds heeft vrijgemaakt. Het is daarbij tevens mijn aangename plicht om het anderen te vertellen (stap IV), zodat ook zij het zullen geloven en ontvangen.
Bid niet óf God je bij wil staan, óf Hij je genezen wil, etc. Hij hééft al gezegd: “Ik zal u niet begeven en niet verlaten”. Bid daarom in gelóóf, ..en zég het!!! Dat betekent niét, dat deze dingen als rijpe vruchten in je schoot zullen vallen; het betekent niét, dat je geen beproevingen zult ervaren; het betekent niét, dat je een gemakkelijk en rooskleurig leventje zult leiden.
Het gaat mij te ver om hier -in het kader van de wens tot genezing- Kenneth Hagin te citeren vanuit bladzijde 135 in zijn boek. Hij maakt daar gewag van een persoonlijke ervaring, die “een absoluut einde maakte aan mijn (lees: Hagin’s) theologie”. Desalniettemin is het inmiddels ook mijn zienswijze geworden!
In Marcus 11: 22 zegt Jezus tot Zijn discipelen, dat zij Goddelijk geloof moeten hebben en Hij legt uit wat het is.
Het geloof, waardoor de mens:
- gelooft in zijn hart en
- zegt met zijn mond wat hij in zijn hart gelooft, en
- het zal hem geschieden
Geloof, dat wat je zégt zál geschieden en het gebeurt; met het hart gelóven en met de mond zéggen. Woorden, gevuld met geloof, hebben de grootste macht ter wereld. We kunnen onze woorden vullen met geloof, of we kunnen onze woorden vullen met twijfel. We kunnen onze woorden vullen met liefde, die het koudste hart doen ontdooien, of we kunnen onze woorden vullen met haat of venijn. We kunnen onze woorden vullen met liefde, die de ontmoedigden en diep bedroefden zullen helpen. We kunnen onze woorden zelfs de hemelse atmosfeer laten uitademen. Gedachten kunnen je overvallen en niet willen wijken, maar zolang je weigert die gedachten onder wóórden te brengen, zullen deze ongeboren sterven.
Oefen je in de gewoonte om “groot”te denken. Het is niet voldoende om iets alléén met je hart te geloven. Als je wilt dat God iets voor je gaat doen, moét je ook geloven met woorden. Zie in dat verband Marcus 11: 23
“Wie zou zéggen en in zijn hart niet zou twijfelen, maar gelóven dat hetgeen hij zegt ook geschiedt, het zál hem geschieden!”
Gerelateerde artikelen
Plaats een reactie ...
Reageer op "4) Toenemend geloof"