14 december 2018: lees ook dit artikel:

https://kanker-actueel.nl/vetarm-dieet-met-veel-groenten-en-fruit-en-extra-beweging-vermindert-kans-op-overlijden-aan-borstkanker-binnen-15-jaar-na-de-diagnose-aanzienlijk-in-vergelijking-met-standaard-voedingspatroon.html

18 maart 2013: Bron: J Natl Cancer Inst. Published online March 14, 2013

Volvette zuivelproducten geeft grotere kans op overlijden aan borstkanker in vergelijking met minder vette zuivelproducten of plantaardige vetten. Dit blijkt uit een zogeheten observatie studie, uitgevoerd bij 1893 vrouwen door onderzoekers van het National Cancer Insitute. De vrouwen uit de studie waren allemaal ook deelneemsters aan de grotere Cancer Epidemiology studie in de periode 1997 tot 2000. De resultaten werden online gepubliceerd op de website van het National Cancer Institute.

Dit is de eerste studie die ooit is uitgevoerd naar de associatie tussen inname van minder vette en volvette zuivelproducten in relatie tot borstkanker, aldus hoofdonderzoekster Candyce Kroenke, SCD, MPH, van de Kaiser Permanente in Oakland, Californië.

De onderzoekers hadden als doel te bepalen of vet in zuivel een bron van oestrogeen zou zijn en invloed zou hebben op de overlevingskansen van patiënten met borstkanker. En die relatie blijkt er dus te zijn want vrouwen die 1 of meer porties vette zuivel aten/dronken per dag hadden een significant grotere risico op overlijden aan hun borstkanker dan vrouwen die slechts 1 portie magere zuivel of plantaardige zuivel per dag innamen. Volgens de onderzoekers zijn er voldoende alternatieven voor vrouwen om die risico's van volvette zuivel te beperken door over te schakelen op minder vette zuivelproducten en plantaardige melk. Met andere woorden borstkankerpatiënten en overlevenden van borstkanker zouden meer rijst, soja, of magere melk, kaas, yoghurt, ijs, boter en andere magere vetproducten ((met weinig toegevoegde suiker en zout) moeten consumeren.
Wat de onderzoekers hier zeggen is zo ongeveer het Houtsmullerdeet en andere gerelateerde diëeten in een notedop, maar dit terzijde. Overigens vertelde een boer mij vorige week dat het toevoegen van hormonen aan veevoer en inspuiten van dieren met hormonen al jarenlang niet meer gebeurt en ook streng wordt gecontroleerd. Maar deze studie is nog van ca. 15 jaar geleden en zal dus ongetwijfeld nog die relatie laten zien.

De onderzoekers merken ook nog op dat eerdere studies uitwijzen dat inname van zuivelproducten positief geassocieerd wordt met andere hormonaal gevoelige vormen van kanker zoals die van prostaatkanker, eierstokkanker en baarmoederkanker en vormen van tumoren in het endometrium - buikholte.

Resultaten:

Alle 1893 vrouwen die werden opgenomen in deze observatie studie kwamen uit de de Cancer Epidemiology studie die werden gediagnosticeerd met een vroeg stadium invasieve borstkanker in de periode van 1997 tot 2000. Zij vulden een voedselfrequentielijst in na de diagnose toendertijd. Gedurende een mediane follow-up van 11,8 jaar, 349 vrouwen hadden een recidief van hun borstkanker en 372 vrouwen overleden -
189 daarvan overleden aan de gevolgen van borstkanker.

De onderzoekers evalueerden de relatie tussen de klinische uitkomsten daarvan en registreerden cumulatieve gemiddelden van vet via zuivel inname bij aanvang en bij 5 tot 6 jaar follow-up. In multivariabele toegepaste analyses, algemene zuivel inname was niet gerelateerd aan een borstkanker specifieke uitkomst, maar bleek wel positief gerelateerd aan de totale sterfte. Met andere woorden, wat de kans op overlijden aan borstkanker betreft bleek het eten en drinken van zuivelproducten op zich geen probleem, maar bleek de aard van het zuivelproduct, in dit geval dus het vetgehalte, de voorspellende factor. Vetrijke zuivel inname blijkt namelijk gerelateerd aan de kans op overlijden aan borstkanker.

De kans aan borstkanker te overlijden was hoger bij vrouwen die een half tot 1 portie zuivelproducten met een hoog vetgehalte per dag gebruikten dan bij degenen die minder dan een halve portie gebruikten (hazard ratio , 1,20) en het was ook hoger bij vrouwen die meer dan 1 portie per dag gebrukten (HR, 1,49, P trend = .05). Sterfte door alle oorzaken (P trend <.001) en sterfte niet gerelateerd aan borstkanker (P trend = 0,007) was ook hoger. De relatie tussen volvette zuivel inname en de kans op een recidief van borstkanker was ook positief, maar bleek niet statistisch significant.

Het hogere risico was consistent in de verschillende types van zuivelproducten met een hoog vetgehalte, zo bleek er geen verschil te zitten tussen ijs en melk bv., aldus de onderzoekers.

De studie werd gefinancierd door het National Cancer Institute. De auteurs zeggen geen relevant financieel belang te hebben.

Het volledige studierapport: High- and Low-Fat Dairy Intake, Recurrence, and Mortality After Breast Cancer Diagnosis is tegen betaling in te zien. Hier het abstract van de studie:

Intake of high-fat dairy, but not low-fat dairy, was related to a higher risk of mortality after breast cancer diagnosis

JNCI J Natl Cancer Inst (2013) doi: 10.1093/jnci/djt027 First published online: March 14, 2013

High- and Low-Fat Dairy Intake, Recurrence, and Mortality After Breast Cancer Diagnosis

+ Author Affiliations

Affiliations of authors: Division of Research, Kaiser Permanente, Oakland, CA (CHK, MLK, AC, BJC); Division of Epidemiology, University of Utah, Salt Lake City, UT (CS).

Correspondence to:
Candyce Kroenke, ScD, MPH, Kaiser Permanente, Division of Research, 2101 Webster, Oakland, CA 94612 (e-mail: candyce.h.kroenke@kp.org).

Received August 2, 2012.
Revision received January 16, 2013.
Accepted January 17, 2013.

Abstract

Background Dietary fat in dairy is a source of estrogenic hormones and may be related to worse breast cancer survival. We evaluated associations between high- and low-fat dairy intake, recurrence, and mortality after breast cancer diagnosis.

Methods We included 1893 women from the Life After Cancer Epidemiology study diagnosed with early-stage invasive breast cancer from 1997 to 2000, who completed the Fred Hutchinson Cancer Research Center Food Frequency Questionnaire after diagnosis. A total of 349 women had a recurrence and 372 died during a median follow-up of 11.8 years, with 189 deaths from breast cancer. We used delayed entry Cox proportional hazards regression to evaluate associations between categories of the cumulative average of dairy fat at baseline and at follow-up 5 to 6 years later and subsequent outcomes. Tests of statistical significance were two-sided.

Results In multivariable-adjusted analyses, overall dairy intake was unrelated to breast cancer–specific outcomes, although it was positively related to overall mortality. Low-fat dairy intake was unrelated to recurrence or survival. However, high-fat dairy intake was positively associated with outcomes. Compared with the reference (0 to <0.5 servings/day), those consuming larger amounts of high-fat dairy had higher breast cancer mortality (0.5 to <1.0 servings/day: hazard ratio = 1.20, 95% confidence interval = 0.82 to 1.77; and ≥1.0 servings/day: HR = 1.49, 95% CI = 1.00 to 2.24, P _trend = .05), higher all-cause mortality (P _trend < .001), and higher non–breast cancer mortality (P _trend = .007); the relationship with breast cancer recurrence was positive but not statistically significant. The higher risk appeared consistent across different types of high-fat dairy products.

Conclusions Intake of high-fat dairy, but not low-fat dairy, was related to a higher risk of mortality after breast cancer diagnosis.

recepten, voedingsuppletie, voeding, leefstijl, complementair, soja, Gersondieet, Moermandieet, Houtsmuylelrdieet, borstkanker