Lees ook de literatuurlijst niet-toxische middelen en behandelingen specifiek bij borstkanker van arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.

5 oktober 2024: Zie ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/cdk-46-remmers-cdk46i-blijken-overall-overleving-van-patienten-met-borstkanker-hrplusher2-negatief-te-verbeteren.html

7 oktober 2023: lees ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/ctdna-analyse-bij-patienten-met-hrher2-gevorderde-borstkanker-behandeld-in-de-monaleesa-studies-met-ribociclib-plus-endocriene-therapie-toont-specifieke-genmutaties-die-positief-en-negatief-reageerden-op-ribociclib.html

22 april 2022: Bron: JCO Precision Oncology

Uit HOPE, een retrospectieve studie bij borstkankerpatiënten met HR positief en Her2 negatief die CDK 4 en 6 remmers kregen als behandeling naast hun hormoontherapie blijkt de mutatiestatus van de BRCA1/2-ATM-CHEK2 genen een onafhankelijke voorspellende factor voor de tijd van progressievrije overleving en algehele overleving.

Borstkankerpatiënten met een positieve mutatie in de BRCA1/2-ATM-CHEK2 genen hadden een beduidend minder langere tijd tot zich progressie voordeed en ook de mediane overall overleving was beduidend minder in vergelijking met het wild type van de BRCA1/2-ATM-CHEK2 genen en ook in vergelijking met de groep patiénten waar geen mutatiestatus bij was gedaan. 
Inmiddels zijn in Europa drie CDK4/6-remmers – palbociclib, ribociclib en abemaciclib – geregistreerd voor de behandeling van gemetastaseerde HR+/HER2- mammacarcinoom. Zie ook de Soniastudie voor deze CDK-remmers.

Resultaten uit het abstract:

  • Van de totale deelnemende patiënten (n = 217) waren er 15 patiënten (6,9%) drager van het gBRCA1/2 (n = 10), drager van ATM mutatie (n = 4) drager van CHEK2 mutatie (n = 1).
  • 45 patiënten (20,7%) waren Wild Type, en 157 patiënten (72,4%) waren niet getest.
  • Gen positieve mutatie dragers waren jonger van leeftijd(P < .001).
  • De meeste patiënten (164, 75,6%) hadden niet eerder hormoontherapie gekregen bij gevorderde ziekte.
  • De mediane progressievrije overleving was korter bij patiënten met positieve mutaties in genoemde genen (10,2 maanden [95% BI, 5,7 tot 14,7]), vergeleken met patiënten met Wild Type en niet-geteste patiënten (15,6 maanden [95% BI, 7,8 tot 23,4] en (17,6 maanden) maanden [95% BI, 12,9 tot 22,2]; p = .002.
  • Consistent werd een slechtere mediane totale overleving waargenomen in de subgroep met positieve mutaties in genoemde genen dan in de WT-groep (P = .006).
  • Multivariabele analyse toonde aan dat de mutatie status een onafhankelijke voorspellende factor was van progressievrije overleving (P = .020) en algehele overleving (P = .012).
Van de studie is alleen een abstract gratis in te zien. Voor de volledige studierapport moet worden betaald.

Maar dit staat ook vermeld in het abstract:

  • Doel van de studie

  • Wat is de prognostische waarde van kiembaanpathogene varianten in DNA-reparatiegerelateerde genen bij patiënten met gevorderde borstkanker (aBC) die worden behandeld met cycline-afhankelijke kinase 4/6-remmers plus endocriene therapie?

  • Kennis gegenereerd

  • In onze retrospectieve studie hadden patiënten met hormoonreceptor-positieve/humane epidermale groeifactorreceptor 2-negatieve ABC met kiembaan BRCA1/2-ATM-CHEK2-pathogene varianten een significant kortere mediane progressievrije overleving dan patiënten met wildtype en niet-geteste tumoren . Multivariabele analyse laat zien dat de mutatiestatus een onafhankelijke prognostische factor was voor progressievrije overleving en algehele overleving.

  • Relevantie

  • Onze resultaten ondersteunen de noodzaak om heterogeniteit (de verschillen) aan te pakken bij patiënten met hormoonreceptor-positieve ABC, gezien de prevalentie van homologe recombinatiegerelateerde mutaties in deze subgroep. Inzicht in klinische uitkomsten in specifieke borstkankerpopulaties is dringend nodig voor een betere selectie van de behandelingsstrategieën.


Hier het abstract van de studie:

ORIGINAL REPORTS

 

Precision Medicine

, MD1,2,3, MD2,3, MD2,3,4, MD2,4, MD1,3,5, MD2,3...Show More

*A.N. and V.C. contributed equally to this work.

In recent years, unprecedented benefits have been observed with the development of cyclin-dependent kinase (CDK) 4 and 6 inhibitors for the treatment of hormone receptor–positive/human epidermal growth factor receptor 2–negative metastatic breast cancer. However, there is scarce evidence of their value in specific populations, such as patients carrying germline pathogenic variants in DNA repair–related genes.

We retrospectively studied the efficacy of CDK 4/6 inhibitors plus endocrine therapy in patients with hormone receptor–positive/human epidermal growth factor receptor 2–negative advanced breast cancer. Three cohorts were compared, including patients harboring germline pathogenic variants in DNA repair–related genes (gBRCA1/2-ATM-CHEK2 mutated), those tested without these mutations (wild type ), and the nontested subgroup. Relevant prognostic factors including age, metastatic site (visceral v nonvisceral), Eastern Cooperative Oncology Group, and prior treatment with CDK 4/6 inhibitors were stratified by univariate and multivariate Cox regression models.

Among the total population (n = 217), 15 (6.9%) patients carried gBRCA1/2 (n = 10)-ATM (n = 4)-CHEK2 (n = 1) pathogenic variants, 45 (20.7%) were WT, and 157 (72.4%) were nontested. Gene pathogenic variant carriers were younger (P < .001). Most patients (164, 75.6%) had not received prior endocrine therapy in the advanced setting. Median progression-free survival was shorter in patients with evaluated germline pathogenic variants (10.2 months [95% CI, 5.7 to 14.7]), compared with WT and nontested patients (15.6 months [95% CI, 7.8 to 23.4], and (17.6 months [95% CI, 12.9 to 22.2]; P = .002). Consistently, a worse median overall survival was observed in the subgroup with germline pathogenic variants than in the WT group (P = .006). Multivariable analysis showed that mutation status was an independent prognostic factor of progression-free survival (P = .020) and overall survival (P = .012).

In this retrospective real-world study, gBRCA1/2-ATM-CHEK2 pathogenic variants were independently associated with poor outcomes in patients with advanced breast cancer treated with CDK4/6 inhibitors.

© 2022 by American Society of Clinical Oncology
CONTEXT

  • Key Objective

  • What is the prognostic value of germline pathogenic variants in DNA repair–related genes among patients with advanced breast cancer (aBC) treated with cyclin-dependent kinase 4/6 inhibitors plus endocrine therapy?

  • Knowledge Generated

  • In our retrospective study, patients with hormone receptor–positive/human epidermal growth factor receptor 2–negative aBC harboring germline BRCA1/2-ATM-CHEK2 pathogenic variants had a significantly shorter median progression-free survival than patients with wild-type and nontested tumors. Multivariable analysis revealed that mutation status was an independent prognostic factor of progression-free survival and overall survival.

  • Relevance

  • Our results support the necessity of addressing heterogeneity in patients with hormone receptor–positive aBC, given the prevalence of germline homologous recombination-related mutations in this subgroup. Understanding of clinical outcomes in specific breast cancer populations is urgently needed for a better selection of the treatment strategies.


Plaats een reactie ...

Reageer op "CDK4 en 6-remmers - palbociclib, ribociclib en abemaciclib - zijn mogelijk minder effectief bij patiënten met mutaties in deze genen BRCA1/2-ATM-CHEK2 in vergelijking met wild types van genoemde genen"


Gerelateerde artikelen