6 april 2011: Bron: BMJ 2011; 342:d1539 doi: 10.1136/bmj.d1539 (Published 31 March 2011)
Randomised prostate cancer screening trial: 20 year follow-up
Abstract
Objective To assess whether screening for prostate cancer reduces prostate cancer specific mortality.
Design Population based randomised controlled trial.
Setting Department of Urology, Norrköping, and the South-East Region Prostate Cancer Register.
Participants All men aged 50-69 in the city of Norrköping, Sweden, identified in 1987 in the National Population Register (n=9026).
Intervention From the study population, 1494 men were randomly allocated to be screened by including every sixth man from a list of dates of birth. These men were invited to be screened every third year from 1987 to 1996. On the first two occasions screening was done by digital rectal examination only. From 1993, this was combined with prostate specific antigen testing, with 4 µg/L as cut off. On the fourth occasion (1996), only men aged 69 or under at the time of the investigation were invited.
Main outcome measures Data on tumour stage, grade, and treatment from the South East Region Prostate Cancer Register. Prostate cancer specific mortality up to 31 December 2008.
Results In the four screenings from 1987 to 1996 attendance was 1161/1492 (78%), 957/1363 (70%), 895/1210 (74%), and 446/606 (74%), respectively. There were 85 cases (5.7%) of prostate cancer diagnosed in the screened group and 292 (3.9%) in the control group. The risk ratio for death from prostate cancer in the screening group was 1.16 (95% confidence interval 0.78 to 1.73). In a Cox proportional hazard analysis comparing prostate cancer specific survival in the control group with that in the screened group, the hazard ratio for death from prostate cancer was 1.23 (0.94 to 1.62; P=0.13). After adjustment for age at start of the study, the hazard ratio was 1.58 (1.06 to 2.36; P=0.024).
Conclusions After 20 years of follow-up the rate of death from prostate cancer did not differ significantly between men in the screening group and those in the control group.
Trial registration Current Controlled Trials, ISRCTN06342431.
Gerelateerde artikelen
- Urinetest met 18 genen ontdekt beter of prostaatkanker hooggradig is of zal worden dan de 2-genentest via PSA blijkt uit nieuwe studie
- Prostaatkanker blijkt zich door genmutaties in twee verschillende vormen te ontwikkelen. Een agressieve vorm en een passieve vorm.
- MRI van prostaat traceert prostaatkanker bij mannen vaker dan een PSA meting en zou sterfte aan prostaatkanker kunnen verminderen
- Nieuwe diagnostische ontwikkelingen (zoals MRI) kunnen agressieve prostaatkanker beter opsporen met minder biopsie procedures en minder overdiagnostiek.
- Combinatie van urinetest op EN2-eiwitmarker en waarden van 10 specifieke genen kan de noodzaak van een biopt aantonen van patiënten met een klinische verdenking van prostaatkanker.
- Oncotype DX Genomic Prostate Score voorspelt nagenoeg zelfde uitkomsten voor blanke en zwarte mannen
- Aanwezigheid van bepaalde mutaties in meting van tumor-DNA via bloedtest na 1 kuur abiraterone voorspelt overlevingskansen van patienten met uitgezaaide prostaatkanker.
- Prostaat-specifiek membraanantigeen PET-CT bij prostaatkankerpatienten voor chirurgie of radiotherapie (proPSMA) geeft betere diagnose dan gewone CT-scan of MRI
- Nieuwe richtlijnen bij diagnostiek van prostaatkanker gaan vandaag in. Eerst MRI daarna pas biopt.
- finasteride kan prostaatkanker voorkomen (min 24 procent). Maar finasteride en dutasteride gebruik veroorzaakt wel bij eerste diagnose hogere Gleasonscores, vaker uitgezaaide ziekte en hogere specifieke sterfte aan prostaatkanker en alle oorzaken
- Effectieve diagnosetechnieken voor prostaatkanker getoetst in reviewstudie. Een prima hulp voor urologen en oncologen hoe prostaatkankerpatienten te behandelen en adviseren.
- Urinetest (SelectMDx) onderscheidt agressiviteit van prostaatkanker en maakt diagnose completer. Radboud ziekenhuis past deze urinetest al toe copy 1
- Toevoeging van het stofje 18F-fluciclovine aan een CT/Pet-scan verandert voorgesteld behandelplan bij 60 procent van de prostaatkankerpatienten
- Bloedtest op circulerende DNA reparatiecellen toont binnen 8 weken aan of een behandeling met olaparib bij prostaatkanker zinvol is.
- Genentest van Oncotype DX (GPS test) voorspelt of prostaatkankerpatienten behandeling nodig hebben of niet na operatie.
- Genenmutaties - 3 groepen - zijn bepalend voor kansen op overall overleving met of zonder bestraling bij prostaatkanker. copy 1
- Bloedtest op aantal, grootte en vorm van circulerende tumorcellen voorspelt welke behandeling beste is bij vergevorderde prostaatkanker: abiraterone en enzalutamide of chemo
- Prolaris, een commerciële genentest voor prostaatkanker, blijkt betrouwbare prognostische informatie te geven op kansen op recidief en verder ziekteverloop van prostaatkanker
- AR-V7 receptor voorspelt welke behandeling zinvol is voor hormoonresistente gevorderde prostaatkanker: chemo of abiraterone en enzalutamide copy 2
- mp-MRI zou beste methode zijn als diagnosetechniek voor vaststellen van prostaatkanker en lijkt superieur aan PSA meting
- BCRA 1 en BCRA 2: prostaatkankerpatienten die drager zijn van het borstkankergen BRCA 1 of BRCA 2 hebben agressievere vorm van prostaatkanker en significant meer kans op overlijden.
- Diagnose prostaatkanker via PSA meting leidt vaak tot onnodige operaties, aldus prof. Schröder.
- Diagnose prostaatkanker: In 30 tot 44 procent van PSA verhoging is sprake van overdiagnose bij mannen met verdenking van prostaatkanker
- DNA testen noodzakelijk voor prostaatkanker met uitzaaingen. Deze heeft meer erfelijk gerelateerde genmutaties dan nog niet uitgezaaide prostaatkanker. copy 1
- Genentest AMACR - naast PSA meting lijkt accurater in vaststellen van prostaatkanker.
- Expressie van eiwit Hsp-27 in urine bij diagnose voorspelt mate van agressiviteit van prostaatkanker en kan wel of niet behandelen bepalen.
- Bloedtest aanvullend op PSA meting geeft significant betere betrouwbaarheid in vaststellen van prostaatkanker.
- Eiwitten S100AS en S100A9 samen met de S100 receptor RAGE lijken bepalend voor diagnose beginnende prostaatkanker
- Mannen met hoog risico op prostaatkanker hebben in voorgaande controles 'normale' PSA waarden. Andere diagnose techieken lijken vereist voor vaststellen van prostaatkanker.
- RECAF - naast PSA meting lijkt accurater in vaststellen van prostaatkanker
- Combidex - Ferumostan-10 geeft betrouwbare diagnostische resultaten (90 tot 100 procent) bij wel of niet uitzaaiingen bij prostaatkanker tot op 2 mm.doorsnede. FDA geeft goedkeuring
- PSA waarden die snel weer stijgen na behandeling zijn voorspeller van slechte prognoses bij prostaatkanker
- Urinetest op PCA3 voorspelt ontwikkeling en verloop van prostaatkanker nauwkeuriger dan PSA test zelf. Ook kan de uitslag van de urinetest PCA3 een biopsie voorkomen en de agressiviteit voorspellen. Gleasonscore blijkt gerelateerd aan de gemeten waarden
- Screening van mannen op prostaatkanker geeft geen verschil in positief effect op succes van eerder behandelen en overall overleving en leidt in tegendeel tot nadelen van overbehandeling blijkt uit groot bevolkingsonderzoek.
- Diagnose: overzicht van artikelen en informatie van diagnose technieken bij verdenking van prostaatkanker
Plaats een reactie ...
Reageer op "Screening van mannen op prostaatkanker geeft geen verschil in positief effect op succes van eerder behandelen en overall overleving en leidt in tegendeel tot nadelen van overbehandeling blijkt uit groot bevolkingsonderzoek."