Zie ook literatuurlijst niet-toxische middelen en behandelingen specifiek bij lymfklierkanker samengesteld door arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.

Zie ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/stamceltransplantatie-bij-lymfklierkanker-stamceltransplantatie-allogeneic-bij-recidief-van-non-hodgkin-geeft-43-ziektevrije-vijfjaars-overleving-en-48-overall-5-jaars-overleving-blijkt-uit-fase-ii-studie-met-44-patinten-met-recidief-van-agressieve.html

15 juni 2020: Bron: JAMA Oncol. Published online June 4, 2020.

Voor patiënten met lymfklierkanker van het type non-Hodgkin is een van de behandelingsopties een allogene stamceltransplantatie.  Echter vooraf aan een stamceltransplantatie is dan een zware chemokuur nodig. Sommige oncologen denken hoe intensiever de chemo hoe beter maar dat blijkt dus niet zo te zijn. In tegendeel de onderzoekers zagen een grotere sterfte bij de zwaarste chemokuur in vergelijking met de minst intensieve. 

In een fase III studie werden vier combinaties met elkaar vergeleken bij totaal 1823 patiënten met lymfklierkanker van het type non-Hodgkin die in aanmerking kwamen voor een allogene stamceltransplantatie. 

Patiënten kregen 1 van de 4 zogeheten RIC-NMAC-behandelingen (= reduced-intensity conditioning and nonmyeloablative conditioning regimens):

  • fludarabine-intraveneuze busulfan (Flu-Bu), ongeveer 6,4 mg / kg (n = 458);
  • fludarabine-melfalan (Flu-Mel140), 140 mg / m2 (n = 885);
  • fludarabine-cyclofosfamide (Flu-Cy) (n = 391);
  • of Flu-Cy met totale lichaamsbestraling van 2 Gy (Flu-Cy-2GyTBI) (n = 89).

Het primaire doel van dit onderzoek was de algehele overleving. Secundaire doelen waren sterfte risico voor een recidief ontstond (non-relapse mortaliteit), optreden van een recidief, progressievrije overleving en het optreden van acute en chronische graft-vs-host-ziekte (GVHD).

Uiteindelijk blijkt uit de resultaten dat het gebruik van het intensere RIC-NMAC-regime, Flu-Mel140, een mindere kans op overall overleving te geven en blijkt geassocieerd met een hogere non-relapse mortaliteit.
De Flu-Bu- en Flu-Cy-regimes met of zonder 2GyTBI-regimes bleken een vergelijkbare algehele overleving te geven.

Het volledige studierapport: Association of Reduced-Intensity Conditioning Regimens With Overall Survival Among Patients With Non-Hodgkin Lymphoma Undergoing Allogeneic Transplant is tegen betaling in te zien.

Hier het abstract van de studie:

editorial comment icon 
Editorial
Comment
 
Key Points

Question  Are reduced-intensity conditioning and nonmyeloablative conditioning (RIC-NMAC) regimens at a higher spectrum of intensity associated with higher nonrelapse mortality and inferior overall survival compared with RIC-NMAC regimens at a lower spectrum of intensity in patients with non-Hodgkin lymphoma undergoing allogeneic transplant?

Findings  In this cohort study of registry data from 1823 adult patients with non-Hodgkin lymphoma, the most commonly used RIC-NMAC regimen, fludarabine-melphalan 140, was associated with the highest nonrelapse mortality risk and inferior overall survival compared with the other regimens.

Meaning  The findings suggest that use of a more intense RIC-NMAC regimen, such as fludarabine-melphalan 140, for allogeneic transplant in patients with non-Hodgkin lymphoma should be considered with caution.

Abstract

Importance  Reduced-intensity conditioning and nonmyeloablative conditioning (RIC-NMAC) regimens are frequently used in allogeneic hematopoietic cell transplant (HCT) for non-Hodgkin lymphoma. However, the optimal RIC-NMAC regimen in allogeneic HCT for non-Hodgkin lymphoma is not known.

Objective  To investigate whether RIC-NMAC regimens at a higher end of the intensity spectrum are associated with increased nonrelapse mortality and lower overall survival compared with RIC-NMAC regimens at the lower end of the intensity spectrum in patients with non-Hodgkin lymphoma undergoing allogeneic HCT.

Design, Setting, and Participants  This cohort study used data from 1823 adult patients with non-Hodgkin lymphoma in the Center for International Blood and Marrow Transplant Research registry. Included patients underwent allogeneic HCT using matched related or unrelated donors between January 2008 and December 2016. Statistical analysis was performed from June 1, 2019, to February 10, 2020.

Interventions  Patients received 1 of 4 RIC-NMAC regimens: fludarabine-intravenous busulfan (Flu-Bu), approximately 6.4 mg/kg (n = 458); fludarabine-melphalan (Flu-Mel140), 140 mg/m2 (n = 885); fludarabine-cyclophosphamide (Flu-Cy) (n = 391); or Flu-Cy with 2 Gy total body irradiation (Flu-Cy-2GyTBI) (n = 89).

Main Outcomes and Measures  The primary outcome was overall survival. Secondary outcomes were nonrelapse mortality, incidence of relapse, progression-free survival, and the incidence of acute and chronic graft-vs-host disease (GVHD).

Results  Of 1823 patients, 1186 (65%) were male, with a mean (SD) age of 54.8 (9.9) years. The 4-year adjusted OS was 58% in the Flu-Bu cohort, 67% in the Flu-Cy-2GyTBI cohort, 49% in the Flu-Mel140 cohort, and 63% in the Flu-Cy cohort (P < .001). After adjustment for age, Karnofsky performance score, HCT comorbidity index, NHL subtype, remission status at HCT, and the use of antithymocyte globulin or alemtuzumab, the regression analysis showed a significantly higher mortality risk associated with Flu-Mel140 compared with Flu-Bu (hazard ratio , 1.34; 95% CI, 1.13-1.59; P < .001). Compared with the Flu-Cy cohort, the Flu-Mel140 cohort had a higher risk of chronic GVHD (HR, 1.38; 95% CI, 1.15-1.65; P < .001). The Flu-Mel140 regimen was associated with a higher nonrelapse mortality risk (HR, 1.78; 95% CI, 1.37-2.31; P < .001) compared with the Flu-Bu regimen.

Conclusions and Relevance  The findings suggest that use of the more intense RIC-NMAC regimen, Flu-Mel140, may have a negative association with overall survival and may be associated with higher nonrelapse mortality. The Flu-Bu and Flu-Cy regimens with or without 2GyTBI regimens appeared to provide comparable overall survival.


Gerelateerde artikelen