Raadpleeg ook de lijst van niet-toxische ondersteuning bij prostaatkanker van arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.

En als donateur kunt u ook korting krijgen bij verschillende bedrijven, waaronder bij Medpro voor o.a. prostasol  een veel gebruikt natuurlijk middel bij prostaatkanker als alternatief voor hormoontherapie.

17 oktober 2022: Bron: ESMO 2022

De fase 3 KEYLYNK-010-studie toont aan dat een behandeling met immuuntherapie pembrolizumab (Keytruda) plus parpremmer olaparib (Lynparza) bij patiënten met zwaar voorbehandelde uitgezaaide prostaatkanker (inclusief docetaxel) in vergelijking met abiraterone (Zytiga) of enzalutamide (Xtandi) wel een beduidend betere respons met meer CR = complete remissies (1,5 procent vs 0 procent) en PR = gedeeltelijke remissies (15,2 procent vs 5,9 procent) en ziektecontrole = stabiele ziekte (32,4 procent versus 19,3 procent) gaf maar uiteindelijk niet resulteerde in een statistisch significante verbetering van de overall overleving.

Nu is dat bij prostaatkanker heel moeilijk om een statistische significantie te bereiken omdat de meeste mannen al behoorlijk oud zijn (in deze studie gemiddeld 71 jaar) en de meerderheid niet overlijdt aan prostaatkanker maar aan andere oorzaken. Bovendien zijn genoemde medicijnen abiraterone en enzalutamide uitstekende medicijnen die prostaatkanker jarenlang kan remmen en onder controle houden. 

Uit het abstract van de studie:

  • De Onafhankelijke Response Rate (ORR) in de groep van pembrolizumab plus olaparib was 16,8% (95%-BI, 12,3%-22,1%) versus 5,9% (95%-BI, 2,4%-11,7%) in de controlegroep.
  • Het ziektecontrolepercentage in elke groep was respectievelijk 32,4% (95%-BI, 26,5%-38,6%) vergeleken met 19,3% (95%-BI, 12,7%-27,6%).
  • Bovendien waren de percentages voor volledige respons (CR) en gedeeltelijke respons (PR's) respectievelijk 1,6% en 15,2% in de combinatiegroep vergeleken met geen CR's en een PR-percentage van 5,9% in de controlegroep.

Verdere vertaling van het abstract:

De fase 3 KEYLYNK-010-studie evalueerde 793 patiënten die willekeurig 2:1 werden toegewezen om ofwel 200 mg pembrolizumab gedurende 35 cycli of minder plus 300 mg olaparib of 1000 mg abiraterone te krijgen bij degenen die eerder waren behandeld met enzalutamide of 160 mg enzalutamide bij degenen die eerder met abiraterone zijn behandeld.
Om in aanmerking te komen voor deelname aan deze studie moesten patiënten histologisch of cytologisch bevestigde uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker (mCRPC) hebben en ziekteprogressie hebben ervaren na eerdere behandeling met abiraterone of enzalutamide.

De gemiddelde leeftijd van de patiënt was 71 jaar (bereik, 40-89) in de experimentele groep van pembrolizumab plus olaparib versus 69 jaar (bereik, 49-84) in de controlegroep.
In respectievelijk de experimentele groep en de controlegroep had ongeveer de helft van de patiënten (51,4% versus 47,3%) een ECOG-prestatiestatus van 1. De meeste patiënten hadden niet-homologe recombinatie-reparatie-gemuteerde ziekte in respectievelijk zowel de experimentele groep als de controlegroep ( 67,1% versus 65,5%).

Bovendien hadden de meeste patiënten in beide groepen niet-BRCA-gemuteerde ziekte (83,4% versus 78,8%). Meer dan de helft van de patiënten in respectievelijk de pembrolizumab plus olaparibgroep en de NHA-groep onderging een eerdere behandeling met abiraterone (54,6% en 54,2%) en werden behandeld met enzalutamide (45,4% versus 45,5%).
Bijna alle patiënten in beide groepen ondergingen een eerdere behandeling met chemotherapie - docetaxel (99,2% vs 99,2%).
De mediane tijd tot de eerste volgende therapie (TFST) was 7,2 maanden (95%-BI, 6,7-8,1) in de experimentele groep en 5,7 maanden (95%-BI, 5,0-7,1) in de controlegroep (HR 0,86; 95% BI, 0,71-1,03) bij de eerste tussentijdse analyse.

Aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen (TRAE's) traden op bij 88,2% van de patiënten in de experimentele groep en 50,8% van de patiënten in de controlegroep. Veel voorkomende TRAE's in respectievelijk de experimentele groep en de controlegroep waren anemie - bloedarmoede (46% vs 2,7%), misselijkheid (35,6% vs 5,1%), vermoeidheid (25,7% vs 16,4%), verminderde eetlust (21,3% vs 4,7%), en asthenie = algemene lichaamszwakte (13,5% versus 7,0%).

Bovenstaande is een vertaling van dit artikel: 

Yu EY, Park SH, Goh JCH, et al. Pembrolizumab plus olaparib vs abiraterone or enzalutamide for patients with previously treated metastatic castration-resistant prostate cancer: randomized open-label phase 3 KEYLYNK-010 study. Ann Oncol. 2022;33(suppl 7):1362MO. doi:10.1016/annonc/annonc1070  

Despite Improving Responses, Pembrolizumab/Olaparib Fails to Improve Survival in mCRPC

Conference | European Society for Medical Oncology Congress (ESMO)

Results from the phase 3 KEYLYNK-010 study showed that treatment with pembrolizumab and olaparib did not result in a statistically significant improvement in survival despite yielding higher responses compared with novel hormonal agents in patients with previously treated prostate cancer.

Pembrolizumab (Keytruda) plus olaparib (Lynparza) did not yield an improvement in survival despite higher responses vs novel hormonal agents (NHA) such as abiraterone (Zytiga) or enzalutamide (Xtandi) in patients with previously treated metastatic castration-resistant prostate cancer (mCRPC), according to data from the phase 3 KEYLYNK-010 study (NCT03834519).

Median radiographic progression-free survival (rPFS) in the pembrolizumab/olaparib arm was 4.4 months (95% CI, 4.2-6.0) vs 4.2 months (95% CI, 4.0-6.1) with NHA (HR 1.02; 95% CI, 0.82–1.25; P = .55) at the first interim analysis. Moreover, median OS was 15.8 months (95% CI, 14.6-17.0) with pembrolizumab plus olaparib vs 14.6 months (95% CI, 12.6-17.3) in the control arm (HR 0.94; 95% CI, 0.77–1.14; P = .26) at the second interim analysis.

The ORR in the experimental arm was 16.8% (95% CI, 12.3%-22.1%) vs 5.9% (95% CI, 2.4%-11.7%) in the control arm. The disease control rate in each respective arm was 32.4% (95% CI, 26.5%-38.6%) compared with 19.3% (95% CI, 12.7%-27.6%). Additionally, the complete response (CR) and partial response (PRs) rates were 1.6% and 15.2%, respectively, in the combination arm compared with no CRs and a PR rate of 5.9% in the control arm.

The study evaluated 793 patients who were randomly assigned 2:1 to receive either pembrolizumab at 200 mg every 3 weeks for 35 cycles or less plus 300 mg of olaparib, or 1000 mg of abiraterone in those previously treated with enzalutamide or 160 mg of enzalutamide in those previously treated with abiraterone. To be eligible, patients were required to have histologically or cytologically confirmed mCRPC and have experienced disease progression following prior treatment with either abiraterone or enzalutamide.

The average patient age was 71 years (range, 40-89) in the experimental arm vs 69 years (range, 49-84) in the control arm. In the experimental arm and control arm, respectively, approximately half of patients (51.4% vs 47.3%) had an ECOG performance status of 1. Most patients had non­–homologous recombination repair-mutated disease in both the experimental and control arms, respectively (67.1% vs 65.5%). Moreover, most patients in both respective arms had non­–BRCA-mutated disease (83.4% vs 78.8%). Over half of patients in both the pembrolizumab and NHA arms, respectively, underwent prior treatment with abiraterone (54.6% and 54.2%) and fewer were treated with enzalutamide (45.4% vs 45.5%). Nearly all patients in both arms underwent prior treatment with docetaxel (99.2% vs 99.2%).

In terms of other findings, the median time to first subsequent therapy (TFST) was 7.2 months (95% CI, 6.7-8.1) in the experimental arm and 5.7 months (95% CI, 5.0-7.1) in the control arm (HR 0.86; 95% CI, 0.71–1.03) at the first interim analysis.

Treatment-related adverse effects (TRAEs) occurred in 88.2% of patients in the experimental arm and 50.8% of patients in the control arm. Common TRAEs in the experimental arm and control arms, respectively, were anemia (46% vs 2.7%), nausea (35.6% vs 5.1%), fatigue (25.7% vs 16.4%), decreased appetite (21.3% vs 4.7%), and asthenia (13.5% vs 7.0%).

Reference

Yu EY, Park SH, Goh JCH, et al. Pembrolizumab plus olaparib vs abiraterone or enzalutamide for patients with previously treated metastatic castration-resistant prostate cancer: randomized open-label phase 3 KEYLYNK-010 study. Ann Oncol. 2022;33(suppl 7):1362MO. doi:10.1016/annonc/annonc1070


Plaats een reactie ...

Reageer op "Pembrolizumab plus olaparib geeft betere respons en ziekteprogressievrije overleving bij patiënten met eerder behandelde uitgezaaide prostaatkanker in vergelijking met abirateron of enzalutamide maar niet statistisch significant"


Gerelateerde artikelen