In het Reformatorisch Dagblad verscheen d.d. 13 mei 2003 een recensie over het boek
Voedingsinterventie bij kanker van arts-bioloog drs. E. Valstar. Met toestemming van de auteur Wim
van Hengel, werkzaam op de afdeling wetenschap van het Reformatorisch Dagblad, mogen we deze recensie publiceren op onze website waarvoor dank. Ik heb persoonlijk wat verwijzingen naar informatie op onze site aangebracht als dat zo van pas komt.
Boek over 113 kankerremmende stoffen en hun invloed op tumoren
Een signaal aan kankerspecialisten
Een signaal aan kankerspecialisten en een vraagbaak voor patiënten, Houtsmuller- en Moermanartsen. Dat is het doel van het recent verschenen boek "Voedingsinterventie bij kanker". Het bevat een schat aan gegevens over niet minder dan 113 kankerremmende stoffen, de meeste afkomstig uit voeding.
"Ik voelde de morele plicht deze kennis in de wereld te brengen alhoewel ik me realiseerde dat het veel tijd zou kosten."
Auteur drs. Engelbert Valstar is biologisch arts in Den Haag. Hij studeerde niet alleen geneeskunde, maar ook biologie en biochemie, terwijl hij in zijn vrije tijd diep in de wiskunde dook. "Wiskunde is belangrijk voor het gebruik van statistiek. Die kennis heb je nodig voor een juiste beoordeling van onderzoeken."
Vrijwel dagelijks kijkt Valstar op internet naar uitkomsten van nieuw onderzoek op het gebied van voeding en kanker, "soms zelfs tijdens een consult van een patiënt als daartoe aanleiding is." Een waardevolle website waarop samenvattingen van onderzoeken uit allerlei gerenommeerde tijdschriften zijn te vinden, is volgens Valstar Pubmed van de Amerikaanse National Library of Medicine
( www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/
). Er kan naar de originele tijdschriften worden doorgeklikt voor de volledige tekst. Die is soms vrij verkrijgbaar of tegen betaling opvraagbaar voor niet-abonnees.
De schat aan gegevens die Valstar op deze manier in de loop der jaren heeft verzameld, is terug te vinden in zijn boek. Om het leesbaar te houden heeft hij de ruim 1700 literatuurverwijzingen niet opgenomen. Deze zijn te vinden op de website
www.kanker-actueel.nl . Uitgeprint zijn het ruim zestig A-viertjes.
Veel gegevens
De bekende internist/kankertherapeut dr. A. J. Houtsmuller en auteur van het boek
"Het Houtsmullerdieet" noemt het in zijn voorwoord een grote verdienste van Valstar dat hij met zijn boek is gekomen. "Dat stoffen uit voeding kanker kunnen remmen, wordt in Nederland tot op de dag van vandaag sterk in twijfel getrokken. Ten onrechte, want intussen zijn er overweldigend veel gegevens van kankerremming wereldwijd
gepubliceerd."
Patiënten vormen voor Valstar de eerste doelgroep voor zijn boek. "Daarin lezen ze wat een gezond dieet is en kunnen ze tevens zien welke aanvullende stoffen bij de behandeling van hun vorm van kanker positieve effecten hebben en wat de werking is. Daarnaast zien ze hoeveel onderzoek ernaar is gedaan en hoe hard het bewijs inmiddels is. Zij kunnen de uitkomsten onder de aandacht van hun kankerbehandelaars brengen en hen vragen waarom ze niet met die stoffen worden behandeld. Het kan ook motiveren om een alternatieve arts op te zoeken die wel met dergelijke stoffen werkt. Daarnaast is het boek een signaal aan de klassieke oncologen: er zijn veel meer behandelopties dan alleen operaties, bestralingen, chemokuren en hormoonbehandelingen."
Op voedingsgebied valt er in ons land volgens Valstar weinig tot niets van de klassieke oncologen te verwachten. "Ze hebben vrijwel geen voedingsonderwijs genoten en communiceren niet of nauwelijks met wetenschappers die veel meer van voeding en kanker afweten. En een bekende opinieleider zoals dr. Piet Borst ontkent de feiten. Ik heb hem meerdere malen uitgedaagd voor een openbaar debat, maar hij is daartoe helaas niet bereid."
Nutritional Oncology
Valstar verwijst naar het in 1999 uitgekomen boek "Nutritional Oncology". Er is nauwelijks belangstelling onder oncologen voor dit Amerikaanse standaardwerk. "Ik heb dat getest. Een jaar nadat het was uitgekomen, ben ik naar de bibliotheek van het Leids Universitair Medisch Centrum gegaan met de vraag of ik dat boek kon lenen. Ze hadden het niet en ook de andere universiteitsbibliotheken niet. Dat zegt veel. Normaal gesproken stappen specialisten naar zo'n bibliotheek met de melding dat er een interessant boek uit is en vragen ze om het te bestellen. Dat is in dit geval niet gebeurd."
Een gemiste kans, weet Valstar. "Nutritional Oncology is een heel goed boek. De auteurs stellen dat er voldoende bewijs is voor
positieve effecten van tal van (voedings)stoffen op de preventie en behandeling kanker." En die auteurs zijn volgens Valstar geen kleine jongens. Een kleine tachtig wetenschappers verbonden aan een universiteit of kliniek hebben aan het boek meegewerkt. Meerdere zijn verbonden aan de befaamde Harvard University, diverse anderen werken bij het Memorial Sloan Kettering Institute, een toonaangevende kankerkliniek, en één heeft een topfunctie bij het Amerikaanse National Cancer Institute.
In een statement bij hun boek zeggen de auteurs tegen hun collega-kankerbehandelaars: het gangbare dogma dat kanker alleen het resultaat is van veranderingen in het erfelijk materiaal van cellen en dat het proces niet valt te beïnvloeden door voeding, moet veranderd worden. Als kankerbehandelaar dient u voeding op te nemen in uw therapeutisch arsenaal. We weten nu voldoende van voeding om u in staat te stellen uw patiënten met kanker een gezond dieet voor te schrijven. Verder onderzoek naar aanvullende voedingsstoffen is nodig."
Zelfkennis
Het boek van Valstar is geen kopie van Nutritional Oncology. Het is minder uitgebreid, maar bestrijkt wel een breder gebied. Soms gaat het ook dieper. Het boek is wetenschappelijk getoonzet, maar bedoeld voor een groot publiek. De hoofdstukken 1, 2, 3 en 4 lopen geleidelijk in moeilijkheidsgraad op, hoofdstuk 5 (onder meer met adviezen over goede voeding ter voorkoming van kanker) en hoofdstuk 6 (voeding en kanker in historisch perspectief) zijn gemakkelijk.
Een interessant onderdeel van Valstars boek vormen de onderzoeken waarin is gekeken naar de effecten van aanvullende stoffen op de gangbare behandelingen. Een kleine greep: vitamine C versterkt de werking van bestralingen en van de kankerceldodende middelen cisplatine, doxorubicine en Taxol. Het remt echter de werking van methotrexaat. Vitamine A versterkt de werking van het borstkankermiddel tamoxifen. Vitamine C, selenium, respectievelijk glutation beschermen respectievelijk de nieren en de zenuwbanen tegen de bijwerkingen van het kankerceldodende middel cisplatine. Bètacaroteen vermindert bij de mens de bijwerkingen van bestraling. De stof quercetine versterkt de werking van bestraling tegen leverkankercellen. "In het algemeen kun je stellen dat aanvullende middelen bijna altijd een gunstige wisselwerking hebben met reguliere middelen", aldus Valstar.
Hij en zijn collega's wijzen de reguliere behandelmethoden zeker niet af. "We zijn juist voor het samengaan van reguliere en aanvullende behandelmethoden. Dat biedt enorme voordelen voor de patiënten."
Oncologen stellen vaak dat de aanvullende stoffen waar Valstar en zijn collega's mee werken, onvoldoende zijn onderzocht. "Onzin", aldus Valstar. Als een stof in goed gerandomiseerd onderzoek is onderzocht, is dat voor reguliere oncologen onvoldoende. Toch is dit soort onderzoek heel betrouwbaar. Binnen een grote groep mensen die onderling redelijk vergelijkbaar zijn, maak je via loting twee groepen. De ene groep krijgt een behandeling, de andere niet. Het verschil analyseer je achteraf, bijvoorbeeld in de mate van tumorgroei of -verkleining, levensverlenging of -verkorting. Dat zijn objectief meetbare uitkomsten waarbij suggestie of een placebo-effect geen rol spelen."
Oncologen eisen volgens Valstar dat er dubbelblind-placebogecontroleerde studies moeten zijn gedaan. "Dat is natuurlijk het beste onderzoek, maar toch vind ik die voorwaarde onterecht. De reguliere kankerbehandelingen zoals operaties, bestralingen en chemotherapie zijn ook niet dubbelblind-placebo-gecontroleerd onderzocht. Bovendien, als een kankerremmende stof wel dubbelblind-placebogecontroleerd is onderzocht, krijg je te horen: het gaat maar om een of twee studies."
Valstar wijst anderzijds op de gang van zaken rond het nieuwe reguliere kankermiddel
Glivec. Uit een fase-1-studie waarin is gekeken naar de bijwerkingen en hoe hoog je kunt doseren, blijkt een gunstig effect op bepaalde tumoren. "Dan steken oncologen ineens wel de loftrompet op en vervolgens volgt snel vergoeding. Later blijkt nuancering van de genoemde voordelen noodzakelijk."
Daartegenover staat volgens Valstar de gang van zaken rond bijvoorbeeld de aanvullende stof polysaccharide-K
(PSK) afkomstig van een paddestoel. "Er zijn kankerremmende effecten vastgesteld bij
maag- en darmkanker. Er is al veel onderzoek naar gedaan. De resultaten zijn onder meer gepubliceerd in bladen als The Lancet en Cancer, toonaangevende medische tijdschriften. In Japan is het al een regulier geneesmiddel. Toch wordt er in ons land niets mee gedaan. Met zulke stoffen gaan ik en mijn collega's nu juist wel aan de slag."
N.a.v. "Voedingsinterventie bij kanker", door arts-bioloog E. Valstar; uitg. Strengholt, Bussum, 2003; ISBN 90 5860 192 7; 208 blz.; € 14,95
W. van Hengel
Plaats een reactie ...
Reageer op "Recensie door Wim van Hengel, wetenschapsjournalist van het Reformatorisch Dagblad over het boek van arts-bioloog drs. E. Valstar: 'Voedingsinterventie bij kanker'"