20 juni 2011:
Van een bezoeker kregen we in 2006 al het verzoek deze aanpak van prostaatkanker met botuitzaaiïngen van dokter Harrewijn en dokter van Oosten (A.N.T.T.T.-arts = Artsenvereniging Niet Toxische Tumor Therapie) te plaatsen. We hebben toen dit artikel geplaatst, maar tegelijkertijd willen we erbij opmerken dat de beschrijving van deze aanpak geen standaardbehandeling inhoudt en er sinds 2006 wel een en ander is veranderd. Zie ons rapport prostaatkanker-actueel. Daarom ook raden we u een consult aan bij een arts of orthomoleculaire arts voor een juiste diagnose en begeleiding. Zie ook onze disclaimer.
Toch is onderstaand artikel dermate interessant dat we dit laten staan. Alles op deze pagina is van dokter Harrewijn en dokter van Oosten en zij zijn dus verantwoordelijk voor de teksten en adviezen enz.
Combinatietherapie voor prostaatcarcinoom met botmetastasen.
Opgemaakt door P. Harrewijn en A.M. van Oosten (2202-01-20)
Betreft een patiënt met gemetastaseerde prostaatkanker, met talrijke botmetastasen. De mogelijkheid bestaat dus dat er meerdere lymphemetastasen aanwezig zijn. Basistherapie in dit geval: Zoladex (injectie?) volgens onze opgave 10.8 mg en 1 tablet van 50 mg Casodex per dag. Als het een hormoongevoelig prostaatcarcinoom betreft zou men ook kunnen denken aan flutamine, een antiandrogene stof, of aan een combinatie met 25-hydroxytestosteron.
Daarnaast consulteert de patiënt een Moermanarts, dokter Schram te Berlicum. Deze schrijft de volgende stoffen voor: vitamines A, B, C, D en E; voedingssap (bietensap/wortelsap?) en citroenzuur, selenium, melatonine, leatril uit bittere amandelen. Daarbij wordt Wobemugos gegeven o.a. voor een betere bloedaanmaak en een cheledoniumpreparaat voor de lever. Dit lijkt ons op zich een goede aanpak. Wel bestaan er tegenstrijdigheden over de toepassing van Wobemu-gos. Als er inderdaad sprake is van flinke anemie (bloedarmoede) valt een behandeling met erythropoetine te overwegen. Dat zou eventueel met de huisarts overlegd kunnen worden. Het is een reguliere stof die het beenmerg aanzet tot bloedvorming.
De alkalische fosfatase komt op 182 (begin 2002?), dat is hoog. Er bestaat wereldliteratuur over de toepassing van fytoestrogenen om deze waarde te laten dalen. Hierover kan nog overleg volgen.
In het algemeen zijn gemetastaseerde prostaattumoren gevoelig voor androgene hormonen, ze kunnen echter in een later stadium hormoon-ongevoelig worden. Gepaard hieraan kan z.g. osteoclast-mediated botresorptie optreden; in deze fase krijgt de patiënt doorgaans botpijnen en ook verhoogd risico op botbreuken. Krachtige remmers van de osteoclastactiviteit (osteoclasten kan men bot-eters noemen) zijn bifosfonaten, waaraan experimenteel wordt gewerkt (o.a. Boissier et al., 2000 in Cancer Research 60: 2949-2954). Indien de prostaatkanker het hormoonongevoelige stadium heeft bereikt is er dikwijls sprake van overexpressie van Cyclin D1, een sleutelregulator in de G1 fase (begin delingsfase) van de celcyclus. De activiteit hiervan is te remmen met terpenoiden, zoals uit broccoli, sulforafaan (koolsoorten), curcumine (kerrie) en visolie.
Een nieuwe ontwikkeling is ook het door Novartis gemaakte zoledronic acid (Zometa), dat effectief schijnt te zijn tegen botmetastasen van zowel bepaalde typen borstkanker, myeloma en prostaatcarcinoma (zie Coleman en Seaman 2001, in Semin. Oncol. 28 (suppl. 6): 11-16). Er zijn nog meer mogelijkheden waarvan een oncoloog/uroloog bij voorkeur op de hoogte zou moeten zijn, zoals het al oudere synthetische retinoide N-(4-hydroxyphenyl), kortweg 4-HPR, dat bij muizen zowel tegen de primaire tumor als tegen botmetastasen effectief is (zie Shaker et al. 2000. in Clin. Exp. Metastasis 18: 429-438. Ook het oudere antibioticum tetracycline kan overexpressie van oncogenen onderdrukken (Gschwend et al., 1997, in Prostate 33: 166-167). Tetracycline is een remmer van de matrix proteinase-activiteit, die metastasevorming stimuleert. Om dit enzym te remmen is een hoge plasmaspiegel van tetracycline nodig. Dat kan worden bereikt doordat tetracycline z.g. osteotroop is, dat wil zeggen het concentreert zich in de botcellen (zie o.a. Duivenvoorden at al., 1997, in Invasion Metastasis 17: 312-322, en Lokeshwar, 1999, in Ann. NY Acad. Sci 878: 271-289). Over dit onderwerp bestaat ook Russische literatuur, o.a. Petrenko et al., 1995 in Antibiot. Khimioter 40: 3-8. Wij hebben uit een aantal studies van Petrenko en anderen aanwijzingen dat twee-waardig ijzer en ascorbinezuur een synergistische werking hebben en een oxidatieve stress op de tumorcellen leggen.
Er is nog een heel andere benadering mogelijk in geval van refractaire (niet reagerende) botmetastasen. Dat is het combineren van lichte bestralingsvormen met tetracycline, ascorbinezuur en ijzer 2+. Bestraling zoals met Strontium 89 (ongeveer 150 MBq) kan in het geval van botmetastases van prostaatcarcinoom zeer goed worden gecombineerd met een lage dosis cisplatin (Scutio et al., 2002 in J. Nucl. Med. 43: 79-86). O.a. uit Israëlisch onderzoek is gebleken dat het combineren hiervan met z.g. reactive oxygen metabolites (ROM- of ROSdeeltjes) nog effectiever is.
Het is binnen dit bestek onmogelijk om de hele wereldliteratuur te behandelen. We beschikken over honderden recente studies die gepubliceerd zijn in toptijdschriften. Soms gaat het om middelen die in Nederland (nog) niet zijn toegelaten; een alternatief wordt echter dikwijls geboden door plantenstoffen.
De meest secundaire plantenstoffen worden tenslotte geproduceerd als verdediging tegen micro-organismen, schimmels, insecten en vertebraten. Indien ze er niet waren, was de wereld niet groen. Dat zijn meestal niet echt vriendelijke stoffen, dus de dieetaanvullingen die we adviseren kan men niet met goed recht tot de niet-toxische tumortherapie rekenen. Maar tenslotte maakt slechts de dosis het verschil uit tussen gevaarlijk giftig of nog niet gevaarlijk. De combinatie dient om verschillende overlevingsstrategieën van tumorcellen op additieve of liefst synergistische wijze te doorbreken.
Het zwaartepunt van een verdere aanvullende behandeling zou dus kunnen liggen in genisteine in hoge dosering indol-3-carbinol, isothiocyanaten, lycopene en omega-3-vetzuren. De laatste behoren tot de z.g. PUFA's (poly unsaturated fatty acids, dus meervoudig onverzadigde vetzuren). Daarbij worden extra vit. E, multivitaminen en selenium gehandhaafd, zij het in een gefaseerde dosering.
Het lijkt ons raadzaam het aandeel van de dieetmaatregelen op te voeren, en deze bovendien in twee fasen in te delen: een in hoofdzaak oxydatieve toestand tijdens fase A, en een fase B waarin stoffen worden toegediend met een antioxydant werking. Het rechtstreeks combineren van deze twee fasen kan leiden tot aanzienlijke activiteitsvermindering, terwijl het indelen in groepen zodanig geschiedt, dat de stoffen elkaar niet storen en zelfs kunnen versterken. De meeste dieetfactoren die door natuurgeneeskundigen of anderszins te duiden artsen worden voorgeschreven, zijn willekeurig over fase A en B verspreid en zouden met goed gevolg anders gegroepeerd kunnen worden. Dat is naar onze mening ook enigszins het geval met de door dokter Schram voorgeschreven stoffen. Moermanartsen werken over het algemeen echter niet met verschillende fasen in hun behandeling (tenzij over een langere periode), dus ons voorstel zou met de heer Schram besproken moeten worden.
Wij stellen voor een aantal aanvullende dieetmaatregelen in voorlopig twee fasen te verdelen: A en B.
(Daaronder bevinden zich ook door de praktijk van dokter Schram aanbevolen stoffen).
Voorlopig raden we aan zowel fase A als B een week te laten duren. Afhankelijk van verdere behandelingen kan de duur van deze fasen worden aangepast.
Fase A
· Sulforaphanen. Daartoe veel, liefst rauwe broccoli eten. Ook bloemkool is er rijk aan.
· Koolsoorten zoals groene kool en witte kool. Deze bevatten o.a. isothiocyanaten.
· Omega-3-vetzuren, als capsules nemen (b.v. fisol). Daarnaaast vette vissoorten: makreel, zalm (liefst wild), haring, paling (matig wegens residuen). Ook winterpostelein is rijk aan omega-3-vetzuren.
· Lentinan. Een goede bron is Shii-take paddestoelen.
· Vit. E (doch niet meer dan 20 mg/dag).
· IJzer2+ (in de vorm van citraat, ook gebruikt tegen anemie.
· Ascorbinezuur (vit. C), halve dosis van fase B.
Dit kan worden aangevuld met een dosis zwakke straling alleen tijdens fase A, en voortgezet gedurende een aantal weken, mogelijk met bifosfonaten, eventueel isotooptherapie zoals boven besproken.
De normale voeding kan met voordeel bonen bevatten, ook rijst, aardappelpuree (anti-tumor lectinen). Voornamelijk dranken met laag suikergehalte, bronwater, groentesappen van goede herkomst (bij voorkeur biologische of BD-teelt (nitraataccumulatie!)).
De door de heer Schram voorgeschreven groentesappen kunnen in fase A dus matig genomen worden, de vitamines in lage dosering. Melatonine kan ook tijdens fase A. Wat betreft citroenzuur hebben we sowieso enige twijfels. Citroenzuur wordt zover we weten door Moermanartsen wel gegeven omdat het tumorcellen zou verzuren. Dat geldt echter hooguit voor die typen die energie verkrijgen via de z.g. glycolyse, een manier om energierijk fosfaat (ATP) te maken waarvan lagere organismen en sommige niet goed ontwikkelde cellen gebruik maken. Veel typen tumorcellen draaien echter normaal via de z.g. Krebscyclus, oftewel citroenzuurcyclus. Daarbij wordt veel meer ATP geproduceerd en de ingang is juist citroenzuur. Toevoegen van extra citroenzuur zou dus in het voordeel van tumorcellen kunnen zijn. Wellicht een discussiepunt met de heer Schram.
Wobemugos is zowel een tumorremmer als stimulator van de bloedaanmaak en heeft antioxydantwerking, daarom het best in fase B. Denk ook aan de mogelijkheid van Erythropoetine. Cheledonium als stimulator voor leverfuncties in beide fasen. Leatril kan in A en B; selenium (anti-oxydant) het best in B.
Fase B
In deze fase de aanwijzingen van de heer Schram wat betreft vitamines geheel aanhouden.
· Hoge dosering vit. E (die ontbreekt dus in fase A, omdat het een anti-oxydatieve werking heeft en het effect van o.a. omega-3-vetzuren kan verminderen). 80 mg/dag, of via de arts te doseren. Tevens kunnen in deze fase de vitamines A, C, D3 en F worden gegeven. (D3 vooral bij botmetastasen, wat hier het geval is). NB: we noemen vit. C zelf ascorbinezuur. (noot redactie: zie voor extra informatie over ascorbinezuur intraveneus toegediend op deze pagina) Het kan eigenlijk niet tot de vitamines worden gerekend. Tijdens deze fase wordt gestopt met een eventuele tetracyclinebehandeling Ascorbinezuur in hoge dosis, tenminste 1000 mg/dag.
· Daarnaast wel een lage dosis cisplatin toepassen indien dat in de behandeling is opgenomen en wel gedurende een week tijdens fase B.
· Genisteine (verschillende bronnen, o.a. AOV Den Haag). Hierbij kan zeer goed soya, rijst en Cheddar kaas worden gecombineerd. Cheddar kaas bevat bacteriën die tot methionine-depletie van de tumorcellen leiden. Synergistisch hiermee werkt Japanse zwarte thee (Camellia sinensis).
· Lycopene in hoge dosering. Een deel hiervan kan uit tomaten komen, doch deze dienen dan in iets boter of olijfolie te worden gesmoord. Tomatensap als zodanig geeft nauwelijks lycopene-opname door de darmen. Dit kan gecombineerd worden met Sabal serrula.
· Curcumine, geelwortelpoeder (in het Maleis: koenjit). Dit is een bestanddeel van kerriepoeders, die op zichzelf ook heel goed zijn, doch nog beter is ongeveer een eetlepel zuiver geelwortelpoeder door de maaltijd, zoals rijst.
· Resveratrol uit druiven. Blauwe druiven uitkauwen (of gemalen door koffiefilter), dus juist de schil en pitten. Resveratrol veroorzaakt een PSA down-regulering, waarschijnlijk onafhankelijk van de androgeen receptor, en dat betekent een blijvend effect bij hormoon-ongevoelige cellen. Wees voorzichtig met de aankoop van druiven: er zitten vaak ontoelaatbaar hoge hoeveelheden bestrijdingsmiddelen op, die men niet makkelijk wegwast. Dus bij voorkeur van biologische of BD-teelt.
· Quercetine. Deze stof zit in grapefruits, doch die zijn als enige bron onvoldoende. Het is nog de vraag of het beter is genisteine en quercetine af te wisselen, eventueel zelfs met curcumine. In overleg. Dit kan worden aangevuld met flos calluna, dus heidebloemen.
· Als drank bij fase B: overvloedig groene thee (epi gallo catechin gallate). Indien wijn gewenst geven wij de voorkeur aan rode wijn, o.a. wegens de resveratrol (doch van geheel uitstekende kwaliteit).
Van de in fase A en B genoemde dieetmaatregelen is uitgebreide literatuur voorhanden, gepubliceerd in toptijdschriften zoals Cancer research, Nutrition, Lipid research, etc.
Dit zijn niet alle mogelijkheden. De koolhydraatstofwisseling van de tumorcellen kan min of meer specifiek worden aangepakt met een aantal stoffen; een overzicht hiervan is op verzoek verkrijgbaar.
Zelf hechten we grote waarde aan de combinatie vit. C/vit. K3, dus ascorbinezuur/menadion in de verhouding 100 : 1. Dat zou in fase A betekenen ongeveer 500 mg asc.zuur/5 mg menadion per dag. Er is ook een sterk groeiend aantal gegevens (bij ons aanwezig) over de waarde van melatonine als therapie bij prostaatcarcinoom. (noot redactie: zie artikelen over melatonine)
Gerelateerde artikelen
- Sterkere MRI-scanner met nieuw contrastmiddel ontdekt uitzaaiingen van prostaatkanker in lymfklieren tot op 1 mm nauwkeurig blijkt uit Nederlandse studie aan Radboud universiteit. copy 1
- Algemeen: Behandelplan voor patient met uitgezaaide prostaatkanker met aanvullende niet toxische middelen, geschreven door twee complementair werkende artsen
- Algemeen: Prospace, een biologisch afbreekbare ballon beschermt het rectum met 69% bij bestraling van prostaatkanker blijkt uit vergelijkende studie. Prospace balloon lijkt waardevol aanvullend middel te worden bij bestraling van prostaatgebied.
- Algemeen: Rokers hebben grotere kans te overlijden aan prostaatkanker en aan prostaatkanker gerelateerd hartfalen en een grotere kans op een recidief na een behandeling dan niet rokers blijkt uit een 20 jarige studie bij 5366 mannen met prostaatkanker.
- Algemeen: Hulplijn voor Belgische prostaatkankerpatiënten en verwanten: vzw Prostaatkliniek Service Alliantie Vlaanderen.
- Algemeen: Prostaatkanker gerelateerde sterfte ligt in Engeland 35 procent hoger dan in Amerika blijkt uit nieuwe statistische cijfers over tien jaar. Oorzaak lijkt betere en intensievere PSA controle in Amerika
- Algemeen: Reguliere behandeling van prostaatkanker met chemo met bij diagnose relatief lage PSA is zinloos. De kans aan prostaatkanker te sterven met een Gleasonscore van minder dan 7 is 1 op de 100. Artikel geplaatst april 2006
- Prostaatkanker algemene actuele informatie
Plaats een reactie ...
Reageer op "Algemeen: Behandelplan voor patient met uitgezaaide prostaatkanker met aanvullende niet toxische middelen, geschreven door twee complementair werkende artsen"