7 april 2010: Bron:  JNCI Journal of the National Cancer Institute 2007 99(21):1634-1643; doi:10.1093/jnci/djm201

Vrouwen die op jonge leeftijd worden bestraald tegen baarmoederhalskanker  lopen een beduidend groter risico op het krijgen van andere vormen van kanker  dan vrouwen die niet bestraald zijn. Dit blijkt uit een grote gerandomiseerde studie onder ruim 100.000 vrouwen waarvan de helft op jonge leeftijd is bestraald en vergeleken met een groep vrouwen zonder kanker en een groep vrouwen die wel kanker hadden maar niet bestraald zijn. De groep vrouwen die bestraald zijn voor hun vijftigste hadden een significant groter risico op een tweede vorm van kanker. Vrouwen die na hun vijftigste waren bestraald hadden nagenoeg gelijk risico op tweede vormen van kanker later 

Resultaten: Onder de deelnemende 104.760 overlevenden van baarmoederhalskanker, bleek het risico voor een tweede vorm van kanker voor alle kankers samen genomen verhoogd tot een statistisch significant verschil (n = 12.496; SIR = 1,30, 95% betrouwbaarheidsinterval = 1,28 tot 1,33). Vergeleken met de algemene bevolking, zowel in de radiotherapie (N = 52.613) en geen radiotherapie-groepen (N = 27.382), bleken de risico's voor de HPV-gerelateerde kankers (van de keelholte, genitale sites, en het rectum / anus) en roken gerelateerde kankers ( van de keelholte, de luchtpijp / bronchus / long, pancreas, en de urineblaas)  statistisch significant verhoogd. Baarmoederhalskanker patiënten behandeld met radiotherapie, maar niet degenen die geen radiotherapie te ontvangen, bleken een verhoogd risico te hebben voor een tweede vorm van kanker in de bestraalde lichaamsdelen (darm-en rectumkanker / anus, blaas, eierstokken en op genitale plaatsen) na meer dan 40 jaar follow-up in vergelijking met vrouwen gerecutreeerd uit de algemene bevolking. Na correctie voor concurrerende mortaliteit, het 40-jarige cumulatieve risico van een tweede kanker is hoger bij vrouwen gediagnosticeerd met baarmoederhalskanker vóór de leeftijd van 50 (22.2%, 95% CI = 21,5% naar 22,8%) dan bij vrouwen gediagnosticeerd na de leeftijd van 50 jaar (16,4 %, 95% CI = 16,1% tot 16,9%).

Second Cancers Among 104760 Survivors of Cervical Cancer: Evaluation of Long-Term Risk

Anil K. Chaturvedi, Eric A. Engels, Ethel S. Gilbert, Bingshu E. Chen, Hans Storm, Charles F. Lynch, Per Hall, Froydis Langmark, Eero Pukkala, Magnus Kaijser, Michael Andersson, Sophie D. Fosså, Heikki Joensuu, John D. Boice, Ruth A. Kleinerman, Lois B. Travis

Affiliations of authors: Division of Cancer Epidemiology and Genetics, National Cancer Institute, National Institutes of Health, Department of Health and Human Services, Bethesda, MD (AKC, EAE, ESG, BEC, RAK, LBT); Danish Cancer Society, Copenhagen, Denmark (HS, MA); The University of Iowa, Iowa City, IA (CFL); Karolinska Institutet, Stockholm, Sweden (PH, MK); Cancer Registry of Norway, Oslo, Norway (FL, SDF); Finnish Cancer Registry, Helsinki, Finland (EP); Helsinki University Central Hospital, Helsinki, Finland (HJ); International Epidemiology Institute, Rockville, MD (JDB); Vanderbilt-Ingram Cancer Center, Nashville, TN (JDB); Exponent Inc, New York, NY (LBT)

Correspondence to: Anil K. Chaturvedi, PhD, Viral Epidemiology Branch, Division of Cancer Epidemiology and Genetics, 6120 Executive Blvd, EPS 7072, Rockville, MD 20852 (e-mail: chaturva@mail.nih.gov ).

Abstract: 

Background: Given the extended survival of patients diagnosed with cervical cancer, the large number of these women treated with radiotherapy, and the presence in this population of established cancer risk factors such as human papillomavirus (HPV) infection and cigarette smoking, it is important to clarify long-term trends in second cancer risk.

Methods: Using data from 104760 one-year survivors of cervical cancer reported to 13 population-based cancer registries in Denmark, Finland, Norway, Sweden, and the United States, we calculated standardized incidence ratios (SIRs) for second cancers overall and cancers at particular sites among women with cervical cancer, including cervical cancer patients who were treated or not treated with radiation, over more than 40 years of follow-up. Cox regression models were used to assess the time-varying association of radiotherapy with risk of second cancers and to assess the interaction of radiation treatment with age at diagnosis. All statistical tests were two-sided.

Results: Among 104760 one-year survivors of cervical cancer, the risk of all second cancers taken together was increased to a statistically significant extent (n = 12496; SIR = 1.30; 95% confidence interval = 1.28 to 1.33). Compared with the general population, in both radiotherapy (N = 52613) and no-radiotherapy groups (N = 27382), risks for HPV-related cancers (of the pharynx, genital sites, and rectum/anus) and smoking-related cancers (of the pharynx, trachea/bronchus/lung, pancreas, and urinary bladder) were elevated to a statistically significant extent. Cervical cancer patients treated with radiotherapy, but not those who did not receive radiotherapy, were at increased risk for all second cancers and cancers at heavily irradiated sites (colon, rectum/anus, urinary bladder, ovary, and genital sites) beyond 40 years of follow-up compared with women in the general population. The association of radiotherapy with second cancer risk was modified by age at cervical cancer diagnosis for rectum/anus, genital sites, and urinary bladder, with higher hazard ratios for second cancer at younger ages of cervical cancer. After adjustment for competing mortality, the 40-year cumulative risk of any second cancer was higher among women diagnosed with cervical cancer before age 50 (22.2%; 95% CI = 21.5% to 22.8%) than among women diagnosed after age 50 (16.4%; 95% CI = 16.1% to 16.9%).

Conclusion: Cervical cancer patients treated with radiotherapy are at increased risk of second cancers at sites in close proximity to the cervix beyond 40 years of follow-up.


Plaats een reactie ...

Reageer op "Baarmoederhalskanker: Bestraling - radiotherapie bij baarmoederhalskanker veroorzaakt vaker bij patienten tweede vorm van kanker op latere leeftijd dan wie niet is bestraald. Artikel geplaatst 7 april 2010"


Gerelateerde artikelen