Over longkanker wordt en is veel geschreven en gezegd. We gaan hier dan ook geen poging doen om alle informatie weer opnieuw op onze site te zetten. En beperken ons tot een stuk algemene informatie met verwijzingen naar sites en adressen waar u veel meer informatie kunt krijgen over longkanker en alles wat daarbij komt kijken. Onze bronnen zijn de folder van het KWF en enkele internetsites. Zie onderaan dit bericht of op internetlinks waar vooral op de Amerikaanse sites veel informatie is te vinden over lungcancer of lees informatie over longkanker en voeding/suppletie op deze zelfde pagina die we uit andere bronnen hebben gehaald.
Longkanker meest voorkomend.
Longkanker is in Nederland de meest voorkomende soort kanker bij mannen. Maar ook bij vrouwen wordt deze ziekte steeds meer ontdekt. En een recent onderzoek ( zie kankernieuws no. 7) heeft uitgewezen dat juist bij vrouwen longkanker stijgende is. Dat heeft alles te maken met het feit dat vrouwen later dan mannen op grote schaal zijn gaan roken waarvan we nu de wrange effecten gaan zien. In totaal wordt jaarlijks bij circa 9000 mensen (bron KWF) longkanker vastgesteld. En vooral roken is daarvan de oorzaak. Recente onderzoeken (zie onderzoek en voeding ) hebben uitgewezen als mensen niet zouden roken er 30 tot 40% minder mensen longkanker zouden krijgen. En dit bovenop de 30 tot 40% minder mensen met kanker die beter en en gezonder zouden eten en bewegen. Opgeteld zou een betere en gezondere leefwijze een verschil uitmaken van 60 tot 70% aan mensen met kanker, maar dit terzijde. (Bron Wereld Kanker onderzoek Fonds)
Van alle mensen met longkanker heeft 90% gerookt. Longkanker is in 3% van de gevallen ook nog eens toe te schrijven aan het `passief roken'. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat mensen die langdurig blootstaan aan kankerverwekkende stoffen ook meer risico lopen op longkanker. Asbest is een van die stoffen waarbij het effect van asbest en roken elkaar versterken. Zo ook wordt in bepaalde studies gewezen op het gevaar dat mensen lopen die in de metaalindustrie werken.
Mensen met astma of andere longaandoeningen lopen een hogere kans om longkanker te krijgen.
Klachten en hoe ontdek je longkanker
Bij longkanker is vaak het probleem dat de klachten, vooral in het begin, niet verontrustend zijn. Longkanker wordt dan ook vaak pas ‘ontdekt’ als het al erg laat is. Longkanker in stadia I en II worden relatief minder vaak ‘ontdekt’ dan stadium III en IV. De stadia waarin het bijna te laat is om nog een behandeling te geven. De klachten die een longtumor geven zijn heel sterk afhankelijk van de plaats van de tumor in de longen. Ligt een tumor midden in een long dan kan iemand daar lang niets van merken. Pas als de klachten echt chronisch worden en iemand heel veel gaat afvallen, zich heel moe voelt en bovendien een algemeen lusteloos gevoel heeft en bv. ook niet echt zin in eten heeft dan zou dat wel eens kunnen duiden op longkanker. Maar dan praten we al snel dus over stadium III of IV.
Een tumor meer in het begin van de longen wordt sneller opgemerkt omdat die sneller klachten veroorzaakt.
Klachten op een rijtje zijn (bron KWF folder):
- bloed bij het opgehoeste slijm;
- hardnekkige prikkelhoest
- kortademigheid;
- heesheid;
- een fluitend geluid bij het ademen;
- een zeurende pijn in de borststreek.
Onderzoek
Een arts zal in eerste instantie een algemeen lichamelijk onderzoek doen, maar als hij/zij het niet vertrouwd zal al snel een röntgenfoto van de longen worden gemaakt. Als uit die foto’s blijkt dat er sprake is van verdachte ‘plekken’ enz. dan is een verwijzing naar een longarts een logische stap. Deze zal met een CT-scan van de longen en een bronchoscopie alles zorgvuldig nakijken. Ook wordt er dan vaak een punctie gedaan om longweefselcellen te verkrijgen voor onderzoek. Soms gaat de longarts zover dat er een operatie nodig is om die weefselcellen te verkrijgen.
Tussen longkanker wordt een verschil gemaakt in kleincellige longtumoren en niet-kleincellige longtumoren.
Behandeling (bron KWF folder)
Welke behandeling mogelijk is, hangt af van het type longkanker en de uitgebreidheid van de ziekte. Een patiënt komt alleen voor een operatie in aanmerking als er een beperkte, niet ingegroeide en niet uitgezaaide longtumor van het niet-kleincellige type is vastgesteld. Ook moet de patiënt verder in een goede algemene conditie zijn. Het geheel of gedeeltelijk wegnemen van een long met eventueel ook lymfeklieren is namelijk een ingrijpende operatie. Toch worden wel longoperaties en zelfs transplantaties gedaan. Recent meldden de media dat in Zweden onderzoekers een succesvolle longtransplantatie hebben uitgevoerd met een long die enkele dagen 'koel' was gehouden bij een persoon die in coma lag. Normaal gesproken mag een long pas gebruikt worden als de donorpatiënt overleden is. Het succes hangt dan sterk af van de tijd die nodig is tussen overlijden en transplanteren. Nu met deze nieuwe methode kan de long enkele dagen in 'goede' conditie worden gehouden.
Wanneer een operatie niet mogelijk is, zal doorgaans een bestralingskuur worden geadviseerd. Dit is ook het geval als er elders in het lichaam ook al uitzaaiingen zijn ontdekt. Doel van de bestraling is het ziekteproces te remmen en klachten als kortademigheid te verminderen. Meestal wordt er uitwendig bestraald.
Aanvullende chemo bij bestraling van niet-kleincellige longkanker na operatie heeft geen effect op de overlevingsduur of genezing. (Bron Ralph Moss, MD) Aldus de conclusies van wetenschappers van de Eastern Cooperative Oncologygroup gebaseerd op een groot gerandomiseerd onderzoek onder 242 patiënten. Genoemde studie is gepubliceerd in The New England Journal of Medicine op 26 oktober 2000.
242 patiënten ontvingen naast radiotherapie (bestraling) extra chemotherapie. Daarnaast was er een controlegroep van 242 patiënten die alleen radiotherapie kregen. In de groep met als extra chemotherapie (cisplatin en etoposide) was de gemiddelde overlevingsduur 38 maanden. In de groep met alleen radiotherapie 39 maanden.
De officiële conclusie luidt: compared with radiotherapy alone, adjuvant radiotherapy and chemotherapy with cisplatin and etoposide does not prolong survival in patients with completely resected stage II or IIIa non-small-cell lung cancer (N Engl Med 2000;343:1217-22)
Als begeleidend schrijven concluderen twee oncologen, Desmond N. Carney, MD en Heine Hansen, MD dat aanvullende chemotherapie bij patiënten met compleet verwijderde tumoren geen standaard behandeling zal moeten zijn.
Een ander eveneens gerandomiseerd onderzoek toont aan dat post-operatieve radiotherapie bij patiënten zoals hierboven genoemd een contra-indicatie hoort te zijn. Dat bewijst een wetenschappelijk onderzoek bij maar liefst 2.128 patiënten gepubliceerd in The Lancet in 1998 (Lancet 1998;352:257-63).
2.128 patiënten ontvingen na operatie radiotherapie. In een controlegroep ontvingen ontvingen eveneens 2.128 patiënten alleen operatie en geen radiotherapie. De analyse achteraf concludeerde dat de patiënten die ook radiotherapie kregen het risico op overlijden verhoogde met 21%. Het slechtst reageerden patiënten met een longkanker in een vroeg stadium (stage I en II) .
De officiële conclusie zoals gepubliceerd in The Lancet: "Postoperative radiotherapy is detrimental to patients with early-stage completely resected NSCLC (Non-small-cell lung cancer) and should not be used routinely for such patients. ((Lancet 1998;352:257-63).
(Bron KWF) Een nieuwe ontwikkeling is de zogeheten `brachytherapie' waarbij via een catheter radio-actief materiaal bij de tumor wordt gebracht voor een inwendige bestraling. Sommige patiënten wordt door de longarts voorgesteld om een combinatiebehandeling met chemotherapie te ondergaan.
Bij longkanker is bestralen na succesvolle operatie aantoonbaar slecht ; Maar liefst 3 gerandomiseerde studies tonen aan dat bestraalde patiënten statistisch significant eerder overlijden. Bij inoperabele longkanker wordt het leven door bestraling aanzienlijk verlengd.
Patiënten met een klein-cellige longtumor zullen altijd als eerste chemotherapie worden geadviseerd. Deze behandeling heeft slechts een tijdelijk effect, maar is wel levensverlengd. Soms wordt een combinatie met bestraling voorgesteld met name om klachten te verminderen. Chemo en bestraling samen van een inoperabele klein-cellig longcarcinoom is aanzienlijk levensverlengd. Volgens het KWF genezen slechts 10 tot 15% longkankerpatiënten. Behandelingen met chemo en bestraling zijn dan ook voornamelijk palliatief (pijnverzachtend, kankerremmend). Alleen operatief ingrijpen is gericht op genezing.
Zie voor alternatieve en/of aanvullende behandelingen bij longkanker en voeding/suppletie op deze pagina.
Gerelateerde artikelen
- Algemeen: Wie 5 jaar klinisch vrij is van longkanker blijkt niet altijd kankervrij te zijn. Te vaak ontstaat een recidief toch weer na die 5 jaar en wordt nu 10 jaar screening voorgesteld.
- Algemeen: Longkanker bij vrouwen wordt beïnvloed door hormonale factoren, tonen verschillende grote studies aan. Sterftekans blijkt ook significant hoger in deze groep vrouwelijke longkankerpatienten
- Algemeen: vrouwen hebben meer kans longkanker zonder operatie te overleven dan mannen blijkt uit studie analyse van gegevens van 1365 longkankerpatienten.
- Algemeen Alsnog stoppen met roken kan longkankerpatienten significant levensverlenging geven.
- Regulier - Longkanker: overzicht van recente ontwikkelingen en belangrijke studies en artikelen binnen reguliere oncologie voor longkanker.
Ik geloof geen meter meer wat jullie hier schrijven. Allemaal bullshit. Men weet helemaal niet waar men mee bezig is. 95% met longkanker gaat dood hetzij binnen 1 jr hetzij binnen 5 jr.
Uitzondering daar gelaten