Aan dit artikel is enkele uren gewerkt. Opzoeken, vertalen, plaatsen enz. Als u ons wilt ondersteunen dan kan dat via een al of niet anonieme donatie. Elk bedrag is welkom hoe klein ook. Klik hier als u ons wilt helpen kanker-actueel online te houden Wij zijn een ANBI organisatie en dus is uw donatie aftrekbaar voor de belasting.

15 mei 2012: Bron: ESTRO 31: European Society for Radiotherapy and Oncology 2012 Annual Conference en Medscape

Computer begeleide brachytherapie (IGABT) aanvullend op gelijktijdig  chemo plus radiotherapie voor baarmoederhalskanker blijkt zeer effectief met aanvaardbare bijwerkingen voor alle stadia van baarmoederhalskanker en geeft hoog significant betere resultaten op langdurige overleving en kwaliteit van leven. Dit bljkt uit 2 studies die werden gepresenteerd tijdens ESTRO. Volgens de onderzoekers moet deze aanpak de standaard aanpak worden en een alternatief bieden voor een hysterectomie - operatie, die meestal als erg belastend wordt ervaren. Dit bewijzen 2 grote studies uitgevoerd in verschillende grote academische ziekenhuizen in Europa


De eerste studie, een follow-up studie van drie jaar aan het Institut Gustave Roussy in Villejuif, Frankrijk betrof 163 patiënten (gemiddelde leeftijd 48 jaar) met baarmoederhalskanker stadium I (27%), stadium II (57%), stadium III (12%) en stadium IV (3%). De meeste patiënten (90%) werden gelijktijdig behandeld met chemo plus radiotherapie gevolgd door brachytherapie begeleid via een MRI - magnetische resonantie beeldvorming (88%) of CT - computer tomografie (12%).
Na de brachytherapie, werd 63% van de patiënten toegewezen aan een groep voor allleen observatie en 61 patiënten (37%) ondergingen een hysterectomie - operatie, gemiddeld 10 weken later. "In het begin werd dit systematisch gedaan voor patiënten met fase I en II stadium", zegt onderzoeksleider dr. Renaud Mazeron, "maar in het licht van nieuw bewijsmateriaal ten gunste van de observatiegroep werd een operatie alleen uitgevoerd als dit moest om de patiënt te helpen wegens ernstig lijden of dreigend overlijden." Een recidief trad op bij 13,6 procent van
deze patiënten.

Na een gemiddelde follow-up van 36 maanden, bleek 64,4% van de patiënten nog steeds klinisch kankervrij, bij 22% was er sprake van macroscopisch recidief (dus nog geen zichtbare tumoren) bij 22%, en bij 13,6 % een microscopische (op scan was een "tumor" te zien) of verdenking van een recidief. Aldus dr. Mazeron.

Van het totale aantal patiënten kregen 45 patiënten een recidief (44,4% regionaal en 68,7% uitgezaaid op afstand) en 38 patiënten stierven, met een mediane ziektevrije tijd tot progressie optrad van 12,5 maanden.

Lokale controle werd bereikt bij 92%, en de mediane totale overleving na 3 jaar was 77%. Bij de meesten van de patiënten (76,7%) deed zich minstens 1 ernstige bijwerking voor, meestal graad 1 of 2, maar 7,5% had ernstige darmklachten of plasklachten. Deze bijwerkingen kwamen veel meer voor bij patiënten die een hysterectomie - operatie ondergingen dan bij patiënten die alleen behandeld waren met brachytherapie(14,8% vs 2,9%, P = 0,005).

IGABT  geeft dus een uitstekende loco-regionale controle met beperkte ernstige bijwerkingen. die het nut van een radicale hysterectomie - totale verwijdering van de baarmoeder) ter discussie stelt wegens het ontbreken van plaatselijk falen," zegt dr. Mazeron. "Hysterectomie lijkt niet nuttig te zijn, tenzij er sprake is van een bewezen mislukking en dreigend overlijden ondanks de bestraling."

Tijdens ESTRO werd nog een andere studie gepresenteerd met IGABT bij 454 patiënten (gemiddelde leeftijd 51 jaar) met baarmoederhalskanker, uitgevoerd in 11 Europese centra. De bevindingen waren vergelijkbaar met de resultaten gemeld door de studie van Dr Mazeron en collega's.

In deze meta analyse had 18% stadium IB, 9% had stadium IIA, 51% had stadium IIB, 18% had fase IIIA of IIIB, en 4% had stadium IVA.
Na 36-maanden follow-up, bleek de lokale controle 91,4%, met aanhoudende lokale ziekte bij 18 patiënten en een lokaal recidief bij 21 patiënten, aldus onderzoekleidster Alina Sturdza, MD, van de Medische Universiteit van Wenen, Oostenrijk. Een systemisch recidief trad op bij 24% van de patiënten en 27% van de patiënten overleed tijdens de studieduur.

Ter vergelijking: een lokale controle van een stadium I tumor ligt meestal rond de 90% , 60% tot 87% voor fase II, 44% tot 66% voor fase III, en 18% tot 48% voor stadium IVA. " Met IGABT zijn de lokale controle resultaten 92% voor tumoren in elk stadium," zegt dr. Mazeron.

Deze resultaten met IGABT zal onnodige baarmoederverwijdering bij jonge vrouwen met baarmoederhalskanker voorkomen en zal aanzienlijke vermindering geven van ernstige complicaties gerelateerd aan een combinatie van chirurgie na chemo plus bestraling," concluderen andere artsen op ESTRO.

Er is nog geen abstract of studierapport van de laatste twee studies vrij beschikbaar maar als u hier klikt kunt u een artikel lezen van Medscape waaruit ik bovenstaand artikel heb vertaald en gecomponeerd. Hieronder wel het abstract aan een studie over hoe Computer begeleide brachytherapie - IGABT wordt toegepast bij baarmoderhalskanker. Als u hier klikt kunt u van deze studie het volledige studierapport gratis inzien met heldere foto's en informatie.

Local recurrences in cervical cancer patients in the setting of image-guided brachytherapy: A comparison of spatial dose distribution within a matched-pair analysis

Radiother Oncol. 2011 Sep;100(3):468-72. Epub 2011 Sep 14.

Local recurrences in cervical cancer patients in the setting of image-guided brachytherapy: a comparison of spatial dose distribution within a matched-pair analysis.

Source

Department of Radiotherapy, Medical University of Vienna, Vienna, Austria. maximilian.schmid@akhwien.at

Abstract

PURPOSE:

It has been shown that a cumulative dose of ≥87 Gy (EQD2) of external beam radiotherapy (EBRT) and image guided adaptive brachytherapy (IGABT) to the high risk clinical target volume (HR CTV) confer a local control rate >95% in locally advanced cervical cancer. This study examines the dose distribution within the HR CTV and intermediate (IR) CTV in patients with cervical cancer treated with definitive EBRT +/- concomitant chemotherapy and MRI-based IGABT between patients with local recurrence (LR) and patients in continuous complete local remission (CCLR).

MATERIAL AND METHODS:

From 1998 to 2010, 265 patients were treated with definitive EBRT +/- concomitant chemotherapy and IGABT. Twenty-four LRs were documented. For the statistical analysis all patients with LR were matched to patients in CCLR from our database according to the following criteria: FIGO stage, histology, lymph node status, tumour size and chemotherapy. DVH parameters (D50, D90, D98, D100) were reported for HR CTV and IR CTV. In order to report the minimum dose in the region where the recurrence occurred, the HR CTV/IR CTV were divided into four quadrants on transversal planes. The minimum dose at the HR CTV/IR CTV contour was measured (within the corresponding quadrant closest to the LR) in the treatment planning system. A mean minimum point dose (MPD) was calculated by averaging these measurements on four consecutive slices at the level of the recurrence for each of the 4 brachytherapy fractions. EQD2 doses were calculated by summation of all BT and external beam therapy fractions. For each matched patient in the control group the measurements were performed on the same quadrant and at the same level.

RESULTS:

Sufficient image data were available for 21 LRs. Eight central failures and 13 non-central failures were observed. The mean D90 and D100 for HR CTV were 77 Gy and 61 Gy for patients with LR and 95 Gy and 71 Gy for patients in CCLR, respectively (p<0.01). The MPD for HR CTV was 72 Gy for patients in the LR arm and 99 Gy for patients in the CCLR arm (p<0.01). In the LR arm seven patients had a D90 for HR CTV ≥87 Gy, however, in only three patients the MPD was ≥87 Gy.

CONCLUSION:

This study demonstrated significant differences in local outcome according to the delivered dose. In 85% of the LRs systematic low dose regions with less than 87 Gy were found at HR CTV contour. Systematic low dose regions leading to local recurrence could be detected even if a D90 HR CTV ≥87 Gy was applied. In addition to DVH parameters, inspection of the spatial dose distribution remains a key point in dose prescription.

Copyright © 2011 Elsevier Ireland Ltd. All rights reserved.

PMID:
21924510
[PubMed - indexed for MEDLINE]

PMCID:
PMC3200439

References
1. Pötter R., Kirisits C., Fidarova E.F. Present status and future of high-precision image guided adaptive brachytherapy for cervix carcinoma. Acta Oncol. 2008;47:1325–1336. [PubMed]
2. Haie-Meder C., Pötter R., van Limbergen E. Recommendations from the Gynaecological (GYN) GEC ESTRO Working Group: concepts and terms in 3D-image based 3D-treatment planning in cervix cancer brachytherapy with emphasis on MRI assessment of GTV and CTV. Radiother Oncol. 2004;74:235–245. [PubMed]
3. Pötter R., Haie-Meder C., van Limbergen E. Recommendations from gynaecological (GYN) GEC ESTRO working group (II): concepts and terms in 3D image-based treatment planning in cervix cancer brachytherapy-3D dose–volume parameters and aspects of 3D-image-based anatomy, radiation physics, radiobiology. Radiother Oncol. 2006;78:67–77. [PubMed]
4. Pötter R., Dimopoulos J., Georg P. Clinical impact of MRI assisted dose volume adaptation and dose escalation in brachytherapy of locally advanced cervix cancer. Radiother Oncol. 2007;83:148–155. [PubMed]
5. Pötter R., Georg P., Dimopoulos J. Clinical outcome of protocol based image (MRI) guided adaptive brachytherapy combined with 3D conformal radiotherapy with or without chemotherapy in patients with locally advanced cervical cancer. Radiother Oncol. 2011;100:116–123. [PMC free article] [PubMed]
6. Haie-Meder C., Chargari C., Rey A. MRI-based low dose-rate brachytherapy experience in locally advanced cervical cancer patients initially treated by concomitant chemoradiotherapy. Radiother Oncol. 2010;96:161–165. [PubMed]
7. Chargari C., Magné N., Dumas I. Physics contributions and clinical outcome with 3D-MRI-based pulsed-dose-rate intracavitary brachytherapy in cervical cancer patients. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2009;74:133–139. [PubMed]
8. Dimopoulos J., Pötter R., Lang S. Dose–effect relationship for local control of cervical cancer by magnetic resonance image-guided brachytherapy. Radiother Oncol. 2009;93:311–315. [PubMed]
9. Dimopoulos J., Lang S., Kirisits C. Dose–volume histogram parameters and local tumor control in magnetic resonance image-guided cervical cancer brachytherapy. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2009;75:56–63. [PubMed]
10. Dimopoulos J., Kirisits C., Petric P. The Vienna applicator for combined intracavitary and interstitial brachytherapy of cervical cancer: clinical feasibility and preliminary results. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2006;66:83–90. [PubMed]
11. Kirisits C., Pötter R., Lang S. Dose volume parameters for MRI-based treatment planning in intracavitary brachytherapy for cervical cancer. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2005;62:901–911. [PubMed]
12. Trnkova P., Pötter R., Baltas D. New inverse planning technology for image-guided cervical cancer brachytherapy: description and evaluation within a clinical frame. Radiother Oncol. 2009;93:331–340. [PubMed]
13. Dimopoulos J.C., De Vos V., Berger D. Inter-observer comparison of target delineation for MRI-assisted cervical cancer brachytherapy: application of the GYN GEC-ESTRO recommendations. Radiother Oncol. 2009;91:166–172. [PubMed]
14. Hellebust T.P., Kirisits C., Berger D. Recommendations from Gynaecological (GYN) GEC-ESTRO Working group: considerations and pitfalls in commissioning and applicator reconstruction in 3D image-based treatment planning of cervix cancer brachytherapy. Radiother Oncol. 2010;96:153–160. [PubMed]
15. Tanderup K., Nielsen S.K., Nyvang G.B. From point A to the sculpted pear: MR image guidance significantly improves tumour dose and sparing of organ at risk in brachytherapy of cervical cancer. Radiother Oncol. 2010;94:173–180. [PubMed]
16. Jürgenliemk-Schulz I.M., Lang S., Tanderup K. Variation of treatment planning parameters (D90 HR-CTV, D2cc for OAR) for cervical cancer tandem ring brachytherapy in a multicentre setting: comparison of standard planning and 3D image guided optimisation based on a joint protocol for dose-volume constraints. Radiother Oncol. 2010;94:339–345. [PubMed]
17. Hockel M., Schlenger K., Aral B. Association between tumor hypoxia and malignant progression in advanced cancer of the uterine cervix. Cancer Res. 1996;56:4509–4515. [PubMed]

Plaats een reactie ...

Reageer op "Brachytherapie - IGABT aanvullend op chemo plus bestraling voor baarmoederhalskanker blijkt effectief voor alle stadia van baarmoederhalskanker en geeft significant betere resultaten op overlevingstijd en kwaliteit van leven."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Brachy therapie (inwendige >> Brachytherapie - IGABT aanvullend >> Bestraling: American Society >>