18 februari 2014: Bron: BMJ 2014; 348 doi: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.g366 (Published 11 February 2014)

Screening van borstkanker via een mammografie geeft geen enkel positief effect op uiteindelijke overlevingscijfers blijkt uit 25 jarige studie bij totaal 89.835 vrouwen in de leeftijd van 40 tot 59 jaar in Canada. In de groep vrouwen die minimaal 1 keer werden gescreend kregen er 3.250 vrouwen de diagnose borstkanker, waarvan er 500 overleden. In de controlegroep, die dus geen screening hadden gehad vooraf aan de diagnose, stierven 505 van de 3133 gediagnosticeerde vrouwen aan hun borstkanker.

Studieresultaten:
Tijdens de 5 - jaar screenings periode's werden 666 vormen van invasieve borstkanker gediagnosticeerd in de screeninggroepen en 524 in de controlegroepen. Tijdens de follow-up periode van 25 jaar, overleden 180 vrouwen in de screeninggroep en 171 vrouwen in de controlegroep aan borstkanker ( hazard ratio [ HR ] , 1.05 ).

De resultaten waren nagenoeg gelijk voor beide leeftijdsgroepen resp. vrouwen van 40 tot 49 jaar en 50 tot 59 jaar. Voor de gehele onderzoeksperiode, bleek het zogeheten cumulatieve sterftecijfer van borstkanker gelijk vergeleken tussen de screeninggroep en de controlegroep ( 500 versus 505 , HR , 0.99 ). De 25 jaars overleving voor vrouwen met palpabele tumoren waren gelijk in de screeninggroep en controlegroep ( 66,3 % versus 62,8 % ), maar was wel hoger voor vrouwen gediagnosticeerd met een niet palpabele tumor op de mammografie (79,6 % ).

Aan het einde van de 5 jaars screening periode's waren er 142 vrouwen met borstkanker gediagnosteerd in de mammografie groep. Op een 15 jaars meting bleek dit aantal nagenoeg constant te liggen op 106 gevallen van borstkanker. Dit geeft een 22% overdiagnose van de door screening opgespoorde invasieve kankers in de mammografie groep, aldus de onderzoekers. Uitgedrukt op een andere manier kan men hieruit concluderen dat 1 vrouw op de 424 vrouwen onterecht een diagnose borstkanker ontving door de mammografie. Overigens als deze kankers onopgemerkt waren gebleven, dan zou dat geen negatieve invloed op de levensverwachting hebben gehad, aldus de onderzoekers.Dat er geen verschil werd gevonden in sterfte tussen de vrouwen uit de gescreende en de niet gescreende groep is wel verklaarbaar, aldus commentatoren. De gemiddelde tumoromvang was 19 mm in de eerste en 21 mm in de tweede groep. Dat verschil van 2 mm is slechts een minimaal detail van het verloop van een behandeling van borsttumoren.

Opvallend is wel dat de uitkomsten van de Canadese studie sterk verschillen van de vergelijkbare Zweedse Two-County studie. Deze studie onderzocht over een periode van 29 jaar de overlijdenskans aan borstkanker en zij vonden een verschil van 31 procent tussen screeninggroep en controlegroep. De Canadese onderzoekers bij monde van dr. Anthonie Miller denken dat er in die studie een zekere mate van verschil heeft gezeten tussen de samenstelling van de twee groepen. In de Zweedse studie werd 68 procent van de tumoren ook daadwerkelijk door screening ontdekt, tegen 74 procent in het Canadese onderzoek van dr. Miller.

Bovendien bleken de tumoren in de Zweedse controlegroep mediaan 28 mm in omvang tegenover 21 mm. in de Canadese studie. Dat is wel een belangrijk verschil, want het is algemeen bekend dat het verschil in de kans om te overlijden aan kanker kleiner is bij tumoren kleiner dan 20 mm. in omvang bij de diagnose dan bij in omvang grotere tumoren.

Persoonlijk vind ik het wel vreemd dat bij een zelfde manier van screening, een mammografie is een mammografie denk ik dan toch, er bij Zweedse vrouwen gemiddeld genomen minder en grotere tumoren worden gevonden dan bij de Canadese vrouwen, zeker als je dat meet over resp. 25 jaar en 29 jaar en ook nog over een zelfde tijdsbestek. Ergens moeten er dan toch fouten worden gemaakt in de analyse lijkt mij. Of spelen hier andere belangen - financiële misschien, een bepalende rol? Als u het artikel leest van een klein onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum, zie in gerelateerde artikelen, van enkele ajren gelden dan kan ik me tohc inet aan de indruk onttrekken dat zo'n artikel gedreven wordt door andere belangen en er bewust verkeerde informatie wordt gegeven.

Het volledige studierapport: Twenty five year follow-up for breast cancer incidence and mortality of the Canadian National Breast Screening Study: randomised screening trial  is gratis in te zien. Hier het abstract van deze studie:

Annual mammography in women aged 40-59 does not reduce mortality from breast cancer beyond that of physical examination or usual care when adjuvant therapy for breast cancer is freely available.

Twenty five year follow-up for breast cancer incidence and mortality of the Canadian National Breast Screening Study: randomised screening trial

BMJ 2014; 348 doi: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.g366 (Published 11 February 2014)
Cite this as: BMJ 2014;348:g366
 
 
  1. Anthony B Miller, professor emeritus1, 
  2. Claus Wall, data manager1, 
  3. Cornelia J Baines, professor emerita1, 
  4. Ping Sun, statistician2, 
  5. Teresa To, senior scientist3,
  6. Steven A Narod, professor12

Author Affiliations

  1. Correspondence to: A B Miller ab.miller@utoronto.ca
  • Accepted 16 January 2014

Abstract

Objective To compare breast cancer incidence and mortality up to 25 years in women aged 40-59 who did or did not undergo mammography screening.

Design Follow-up of randomised screening trial by centre coordinators, the study’s central office, and linkage to cancer registries and vital statistics databases.

Setting 15 screening centres in six Canadian provinces,1980-85 (Nova Scotia, Quebec, Ontario, Manitoba, Alberta, and British Columbia).

Participants 89 835 women, aged 40-59, randomly assigned to mammography (five annual mammography screens) or control (no mammography).

Interventions Women aged 40-49 in the mammography arm and all women aged 50-59 in both arms received annual physical breast examinations. Women aged 40-49 in the control arm received a single examination followed by usual care in the community.

Main outcome measure Deaths from breast cancer.

Results During the five year screening period, 666 invasive breast cancers were diagnosed in the mammography arm (n=44 925 participants) and 524 in the controls (n=44 910), and of these, 180 women in the mammography arm and 171 women in the control arm died of breast cancer during the 25 year follow-up period. The overall hazard ratio for death from breast cancer diagnosed during the screening period associated with mammography was 1.05 (95% confidence interval 0.85 to 1.30). The findings for women aged 40-49 and 50-59 were almost identical. During the entire study period, 3250 women in the mammography arm and 3133 in the control arm had a diagnosis of breast cancer, and 500 and 505, respectively, died of breast cancer. Thus the cumulative mortality from breast cancer was similar between women in the mammography arm and in the control arm (hazard ratio 0.99, 95% confidence interval 0.88 to 1.12). After 15 years of follow-up a residual excess of 106 cancers was observed in the mammography arm, attributable to over-diagnosis.

Conclusion Annual mammography in women aged 40-59 does not reduce mortality from breast cancer beyond that of physical examination or usual care when adjuvant therapy for breast cancer is freely available. Overall, 22% (106/484) of screen detected invasive breast cancers were over-diagnosed, representing one over-diagnosed breast cancer for every 424 women who received mammography screening in the trial.


Plaats een reactie ...

Reageer op "Screening van borstkanker via een mammografie geeft geen enkel positief effect op uiteindelijke overlevingscijfers blijkt uit 25 jarige studie bij totaal 89.835 vrouwen in de leeftijd van 40 tot 59 jaar in Canada."


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Screening van borstkanker >> Regelmatig screenen zou de >> Preventie: overzicht van informatie >>