Ontstaan van tweede vorm van kanker door bestraling varieert per kankersoort, het gebied en de leeftijd waarop radiotherapie plaatsvindt, blijkt uit zeer grote langjarige studie. Percentages varieren van 4 tot 24 procent

7 april 2011: Bron The Lancet

Wie bestraalt wordt voor kanker loopt daarmee een risico om als hij/zij de kanker overleeft jaren later een tweede vorm van kanker te krijgen. Er zijn veel studies naar gedaan maar nu zijn de resultaten bekend gemaakt van een zeer grote vergelijkende studie onder ruim 600.000 kankerpatienten waarvan de helft wel en de helft niet is bestraald en die na 5 jaar nog leven. Uit die studie komt naar voren dat het risico op een andere vorm van kanker sterk varieert. Wie bestraalt is voor oogkanker loopt het minste risico, 4%, wie bestraalt is voor zaadbalkanker het grootste risico, 24%. De onderzoekers wijten een terugkomen van kanker niet veroorzaakt door bestralen - radiotherapie aan vooral levenstijl en voedingspatroon, zo schrijven zij in een uitgebreid studieverslag in The Lancet van maart 2011. Lees ook hier wat u met aanvullende voedingstoffen kunt doen bij bestralen - radiotherapie

Hier het abstract van de studie. Wie het volledige studieverslag wilt lezen in The Lancet klikt hier.

Proportion of second cancers attributable to radiotherapy treatment in adults: a cohort study in the US SEER cancer registries

Dr Amy Berrington de Gonzalez DPhil a , Rochelle E Curtis MA a, Stephen F Kry PhD b, Ethel Gilbert PhD a, Stephanie Lamart PhD a, Christine D Berg MD c, Prof Marilyn Stovall PhD b, Prof Elaine Ron PhD a ‡

Summary

Background

Improvements in cancer survival have made the long-term risks from treatments more important, including the risk of developing a second cancer after radiotherapy. We aimed to estimate the proportion of second cancers attributable to radiotherapy in adults with data from the US Surveillance, Epidemiology and End Results (SEER) cancer registries.

Methods

We used nine of the SEER registries to systematically analyse 15 cancer sites that are routinely treated with radiotherapy (oral and pharynx, salivary gland, rectum, anus, larynx, lung, soft tissue, female breast, cervix, endometrial, prostate, testes, eye and orbit, brain and CNS, and thyroid). The cohort we studied was composed of patients aged 20 years or older who were diagnosed with a first primary invasive solid cancer reported in the SEER registries between Jan 1, 1973, and Dec 31, 2002. Relative risks (RRs) for second cancer in patients treated with radiotherapy versus patients not treated with radiotherapy were estimated with Poisson regression adjusted for age, stage, and other potential confounders.

Findings

647 672 cancer patients who were 5-year survivors were followed up for a mean 12 years (SD 4·5, range 5—34); 60 271 (9%) developed a second solid cancer. For each of the first cancer sites the RR of developing a second cancer associated with radiotherapy exceeded 1, and varied from 1·08 (95% CI 0·79—1·46) after cancers of the eye and orbit to 1·43 (1·13—1·84) after cancer of the testes. In general, the RR was highest for organs that typically received greater than 5 Gy, decreased with increasing age at diagnosis, and increased with time since diagnosis. We estimated a total of 3266 (2862—3670) excess second solid cancers that could be related to radiotherapy, that is 8% (7—9) of the total in all radiotherapy patients (≥1 year survivors) and five excess cancers per 1000 patients treated with radiotherapy by 15 years after diagnosis.

Interpretation

A relatively small proportion of second cancers are related to radiotherapy in adults, suggesting that most are due to other factors, such as lifestyle or genetics.