Twee patienten met eierstokkanker gebruikten anti-oxidanten naast chemo bij eierstokkanker en hadden daar veel baat bij.

31 oktober 2010: Ik vond dit artikel en lijkt me nog steeds wel van belang om eens te lezen.

d.d. 17 oktober 2003: van een trouwe bezoeker, waarvoor hartelijk dank, kregen we onderstaande bespreking van een studie bij twee eierstokkankerpatiënten toegestuurd. Een studie die aangeeft dat in ieder geval bij deze twee vrouwen de aanvullende vitamines en mineralen en intraveneus ascorbinezuur (Vit. C. ) heeft geleid tot een nu al 3,5 jaar ziektevrije periode. Een verslag dat ik vrij in het Nederlands vertaald heb met hulp van Dick ( zie zijn verhaal op uw verhaal-Dick) en die mijn ontbrekende Engelse kennis aanvulde, waarvoor hartelijk dank.

Bron: Drisko JA, Chapman J and Hunter VJ. Het gebruik van antioxidanten bij eerstelijns chemotherapie in twee gevallen eierstokkanker. J American College of Nutrition 222,119-123, 2002. (vertaling Kees Braam)

Eierstokkanker: Vitamines als partners van chemotherapie

Door: Dr. Abram Hoffer

Patiënten met eierstokkanker hebben een slechte overlevingsprognose. De auteurs van een recente studie (1) tonen aan dat de meerderheid van de patiënten met kanker ook aanvullende en alternatieve therapiëen/behandelingen met megavitamines en kruiden zoeken om verschillende redenen, meestal zonder het hun oncoloog te vertellen. De auteurs schrijven: "In deze studie werden twee patiënten met vergevorderde plaveisel eierstokkanker gevolgd. 1 patiënt had stadium IIIC papillary serous adenocarcinoom (papillary = knobbelachtig ; serous = waterachtig; adenocarcinoma = kysten vorming en woekering van lymphatisch weefsel ) en de andere patiënt had stadium IIIC mixed papillary serous and sero mucinous adenocarcinoom (serosa = het met endotheel bedekte vlies dat ingewanden uitwendig en gesloten lichaamsholten aan de binnenzijde bekleedt. mucinous= ontstoken, adenocarcinoom = kysten vorming en woekering van lymphatisch weefsel ) Kortweg gezegd: beide patiënten hadden kwaadaardige kysten, kanker dus.

Patiënt 1 begon oraal een hoge dosis antioxidantherapie tijdens haar eerste maand van therapie. Deze bevatte: oraal vitamine C, vitamine E, Beta-caroteen en Coenzyme Q-10 en een multivitamine/mineralen complex. Als aanvulling op de orale antioxidantenbehandeling voegde patiënt 1 ook parallel (intraveneus) ascorbine zuur (vit. C) (noot redactie: in studies is aangetoond dat intraveneus vit. C het effect van chemo en bestraling verhoogd, de bijwerkingen vermindert en ook als pijnstiller een uitstekend alternatief voor morfine bv.. Bovendien lijkt intraveneus ascorbinezuur (vit. C) ook als enkelvoudig middel een uitstekende antioxidant) toe in een dosis van 60 gram twee keer per week aan het eind van haar chemokuur en vooraf ter consolidatie van de paclicatel/carboplatinum chemotherapie.

Patiënt 2 nam aanvullend orale vitamines voorafgaand aan de start van de chemokuur, inhoudend vitamine C, Beta-caroteen, vitamine E, Coenzyme Q-10 en een multivitamine/mineralen complex. Patiënt 2 kreeg zes keer een paclitaxel/carboplatenium chemokuur en weigerde voortzetting van de chemotherapie ondanks radiografisch bewijs van aanhoudende/voortschrijdende ziekte. In plaats van de chemo koos ze ervoor om intraveneus ascorbinezuur (Vit. C.) 60 gram twee keer per week te laten inspuiten. Beide patiënten gaven schriftelijk toestemming voor het opnemen van deze gegevens in hun medische rapportage.

Patiënt 1 haar CA125 was normaal na haar eerste chemokuur en is nu na 3,5 jaar nog steeds normaal. Er is geen enkel bewijs nu dat er een recidief zou kunnen optreden. Patiënt 2 haar CA125 was normaal na haar eerste ronde van chemotherapie maar had nog wel een overblijfsel (tumor) van de ziekte in haar bekken. Ze weigerde echter verdere chemotherapie en nam aanvullend intraveneus ascorbinezuur (vit. C). Ze voelt zich goed nu 3,5 jaar later.

Geen van de twee patiënten leed aan graad drie of vier van toxiciteit en bijwerkingen en waren in staat om de zes kuren kompleet af te maken. Beiden hadden kort een milde vorm van misselijkheid. Patiënt 1 had doofheid en tintelende handen en voeten en ook vermoeid, kort van adem en peripheral edema (peripheral = aan de buitenzijde, rondom de haard; oedema = vochtophoping. Kort gezegd oedeem) tijdens de eerste chemokuur, maar voordat ze begon met intraveneus ascorbinezuur (vit. C). Ze had tricuspid en aortic valve regurgitation (hartritme storingen of hartkloppingen , insufficiëntie van de hartkleppen, terugstroming van het bloed, doordat de hartkleppen niet goed afsluiten. d.w.z. problemen met de hartkleppen) welke goed was te controleren door medicatie. Geen van de twee patiënten had enige hematologische toxiciteit, had darmstimulerende/controlerende middelen nodig of leed aan verhoogde nier- of leverenzymen noch febrile neurtropania (febrile = verhoogde lichaamstemperatuur, neurtropania =gestoorde aanmaak, dan wel een verhoogde afbraak vnl. bij sommige infectieziekten) of infecties.

In hun toelichting refereerden de onderzoekers aan klinische studies die aantoonden dat een hoge dosis ascorbinezuur (vit. C) een in potentie immuunregulerend, cytostatisch (giftig) naar kankercellen toe is en activeert natuurlijke killercells (celdoders die de mens beschermen tegen schadelijke cellen) in vivo en activeert zowel B-als T-cellen (weerstandscellen). Maar slechts lichte toxiciteit naar normale cellen. Zij gaven ook aan dat de meeste klinische studies die multiple antioxidanten gebruikten verwezen naar vitamine E, Beta-caroteen en vitamine A. Hun conclusie was dat met deze twee gevallen/casussen de antioxidanten het effect van de chemotherapie op een veilige manier verhoogden. Ze stelden dat de algemene aanname dat antioxidanten tijdens de meeste chemokuren een contra indicatie zou moeten zijn, in feite niet correct is. De universiteit van het Kansas Medisch Centrum is nu een intensievere en gecontroleerde trial aan het opzetten.

(1) Drisko JA, Chapman J and Hunter VJ. The use of antioxidants with
first-line chemotherapy in two cases of ovarian cancer. J American College
of Nutrition 222,119-123, 2002.