Als donateur kunt u korting krijgen bij verschillende bedrijven, waaronder bij Medpro voor o.a. prostasol  een veelgebruikt natuurlijk middel bij prostaatkanker als alternatief voor hormoontherapie

https://kanker-actueel.nl/NL/voordelen-van-ops-lidmaatschap-op-een-rijtje-gezet-inclusief-hoe-het-kookboek-en-de-recepten-op-basis-van-uitgangspunten-van-houtsmullerdieet-te-downloaden-enof-in-te-zien.html

17 oktober 2022: Zie ook dit artikel : https://kanker-actueel.nl/pembrolizumab-plus-olaparib-geeft-betere-respons-en-ziekteprogressievrije-overleving-bij-patienten-met-eerder-behandelde-uitgezaaide-prostaatkanker-in-vergelijking-met-abirateron-of-enzalutamide-maar-niet-statistisch-significant.html

2 maart 2022: Bron: ASCO 2022

Door de PARP-remmer niraparib toe te voegen aan de behandeling met abiraterone plus prednison verbetert de proggressievrije ziektetijd met bijna 50 procent (16,6 vs 10,9 maanden) en is de kans op overlijden stukken minder voor patiënten met uitgezaaide castratieresistente prostaatkanker. Een kanttekening bij deze uitstekende resultaten is dat bij de deelnemende patiënten eerder zogeheten homologe recombinatieherstel (HRR) genveranderingen zijn geconstateerd: (ATMBRCA1BRCA2BRIP1CDK12CHEK2FANCAHDAC2, or PALB2). Bij patiënten die geen mutaties hadden in deze genen werkte niraparib niet. 

Deze resultaten komen uit de MAGNITUDE-studie en werden gepresenteerd op ASCO - het American Society of Clinical Oncology Genitourinary Cancers Symposium, dat online plaatsvond van 17 tot 19 februari 2022.

Voor de fase III MAGNITUDE-studie werden 656 patiënten met gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker die vooraf waren gescreend op de HRR-biomarkerstatus 1:1 gerandomiseerd naar ofwel 200 mg niraparib eenmaal daags ofwel placebo, toegevoegd aan abirateronacetaat en prednison in beide groepen. Tot 4 maanden voorafgaande behandeling met abirateronacetaat en prednison was toegestaan. Alle patiënten hadden een ECOG-prestatiestatus van 0 of 1 dus in behoorlijk goede lichamelijke conditie.

Het primaire eindpunt van de studie was radiografische progressievrije overleving (PFS), beoordeeld door geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling (BICR), in de BRCA1/2-groep, gevolgd door alle HRR-biomarker-positieve patiënten. Secundaire eindpunten waren tijd tot aanvang van cytotoxische chemotherapie, tijd tot symptomatische progressie en algehele overleving (OS). Andere eindpunten waren de tijd tot progressie van het prostaatspecifiek antigeen (PSA) en het totale responspercentage (ORR).

Er waren 423 patiënten in de studie die HRR-biomarker-positief waren (ATM, BRCA1, BRCA2, BRIP1, CDK12, CHEK2, FANCA, HDAC2 en PALB2). Van deze patiënten kregen er 212 niraparib en 211 een placebo.
Hun mediane leeftijd was 69.

23% had eerder abirateronacetaat en prednison gekregen, 20% had eerder op taxaan gebaseerde chemotherapie gekregen en 3% had eerder androgeenreceptorgerichte therapie gekregen. Bovendien had ongeveer 20% viscerale metastasen en bijna de helft had BRCA1/2-mutaties.

Na een mediane follow-up van 18,6 maanden was het risico op radiografische progressie of overlijden, beoordeeld door BICR, verminderd met niraparib met 47% (16,6 vs 10,9 maanden) in de BRCA1/2-subgroep en met 27% (16,5 vs 13,7 maanden) ) bij alle HRR-biomarker-positieve patiënten. De door de onderzoeker beoordeelde radiografische PFS was vergelijkbaar met die verkregen door BICR. De resultaten waren consistent in meerdere vooraf gespecificeerde subgroepen.

Bovendien had de niraparib groep een ​​langere tijd tot er cytotoxische chemotherapie nodig was, met een consistente verbetering van meer dan 40% in alle geëvalueerde subgroepen.
Niraparib verlengde ook de tijd tot symptomatische progressie met meer dan 30% en verdubbelde bijna de mediane tijd tot PSA-progressie.
De ORR werd constant verbeterd, bijna een verdubbeling. De eerste tussentijdse analyse van OS is nog niet volledig.
De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven was vergelijkbaar in zowel de niraparibgroep als de placebogroep en bleef gedurende de hele studie stabiel.

In een vooraf geplande tussentijdse analyse bleek het gebruik van niraparib bij de 233 patiënten in het onderzoek die HRR-biomarker-negatief waren niet gunstig, met een hazard ratio van 1,09 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,75-1,57) voor het verlengen van de eerste PSA-progressie of radiografische PFS. Dit leidde tot voortijdige stopzetting van de deelname van HRR-biomarker-negatieve patiënten in de studie.

In de MAGNITUDE studie werden geen nieuwe veiligheidssignalen opgemerkt met niraparib. Onder HRR-biomarker-positieve patiënten waren de meest voorkomende bijwerkingen die leidden tot dosisverlaging in de niraparibgroep anemie (13,2%) en trombocytopenie (2,8%). De mediane relatieve dosisintensiteit was 99% in de niraparibgroep.

"MAGNITUDE benadrukt het belang van het testen op HRR-genveranderingen bij patiënten met uitgezaaide castratieresistente prostaatkanker, om daarmee die personen te identificeren die optimaal zullen profiteren van de combinatie van niraparib en abirateron", concludeerde hoofdonderzoeker Dr. Chi.

"Deze studieresultaten ondersteunen niraparib plus abirateron als een nieuwe eerstelijnsoptie voor patiënten met gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker en veranderingen in genen geassocieerd met HRR."

Het abstract van deze studie is gepresenteerd op ASCO 2022. Hier dit abstract:

Phase 3 MAGNITUDE study: First results of niraparib (NIRA) with abiraterone acetate and prednisone (AAP) as first-line therapy in patients (pts) with metastatic castration-resistant prostate cancer (mCRPC) with and without homologous recombination repair (HRR) gene alterations.

Authors:

Kim N. Chi, Dana E. Rathkopf, Matthew Raymond Smith, Eleni Efstathiou, Gerhardt Attard, David Olmos, Ji Youl Lee, Eric Jay Small, Andrea J. Gomes, Guilhem Roubaud, Marniza Saad, Bogdan Zurawski, Valerii Sakalo, Gary Mason, Adam del Corral, George C. Wang, Daphne Wu, Brooke Diorio, Angela Mennicke Lopez- Gitlitz, Shahneen Kaur Sandhu

Research Funding:

Background:Approximately 20% of mCRPC has alterations in genes associated with HRR and is responsive to PARP inhibitors (PARPi) such as NIRA. Combined PARPi with androgen receptor pathway targeting may also benefit unselected mCRPC. MAGNITUDE assessed whether adding NIRA to AAP improves outcomes in pts with mCRPC with or without alterations in HRR associated genes.

Methods:MAGNITUDE (NCT03748641) is a randomized, double-blind phase 3 study. In eligible mCRPC pts, =4 mos of prior AAP for mCRPC was allowed. Pts with (HRR biomarker +; ATMBRCA1, BRCA2, BRIP1, CDK12, CHEK2, FANCA, HDAC2, PALB2) and without specified gene alterations (HRR BM-) were randomized 1:1 to receive NIRA 200 mg once daily + AAP or placebo (PBO) + AAP. Primary endpoint was radiographic progression-free survival (rPFS) assessed by blinded independent central review (BICR) in the BRCA1/2 group followed by all HRR BM+ pts. Secondary endpoints were time to initiation of cytotoxic chemotherapy (TTCC), time to symptomatic progression (TTSP) and overall survival (OS). Other endpoints included time to PSA progression (TTPP) and objective response rate (ORR).

Results: 423 HRR BM+ pts were randomized to NIRA + AAP (n = 212) or PBO + AAP (n = 211). Median age was 69, 23% had prior AAP, 21% had visceral metastases, and 53% had BRCA1/2 mutations. Median follow-up was 18.6 mos. NIRA + AAP significantly improved rPFS by BICR in the BRCA1/2 subgroup and in all HRR BM+ pts, reducing the risk of progression or death by 47% (16.6 vs 10.9 mo) and 27% (16.5 vs 13.7 mo) respectively (Table), vs PBO + AAP. Investigator assessed rPFS was consistent with BICR. NIRA + AAP delayed TTCC, TTSP, and TTPP and improved ORR in HRR BM+ pts (Table). First interim analysis of OS is immature. The preplanned futility analysis in 233 HRR BM- pts showed no benefit of adding NIRA to AAP in the prespecified composite endpoint (first of PSA progression or rPFS; HR, 1.09; 95% CI, 0.75-1.57). No new safety signals were seen. In HRR BM+ pts, 67% and 46.4% had grade 3/4 AEs and 9% and 3.8% discontinued treatment in the NIRA + AAP and PBO + AAP arms, respectively. There were no clinically significant differences in overall quality of life (FACT-P).

Conclusions: NIRA + AAP improves rPFS and other clinically relevant outcomes in pts with mCRPC and alterations in HRR associated genes. There was no evidence of benefit with the addition of NIRA to AAP in HRR BM- pts with mCRPC.

HR (95% CI); P value

HRR BM+ pts

BICR

Investigator Assessed

rPFS (BRCA1/2)

0.53 (0.36-0.79); P = 0.0014

0.50 (0.33-0.75); P = 0.0006

rPFS

0.73 (0.56-0.96); = 0.0217

0.64 (0.49-0.86); P = 0.0022

TTCC

0.59 (0.39-0.89); P = 0.0108

TTSP

0.69 (0.47-0.99); P = 0.0444

OS

0.94 (0.65-1.36); P = 0.7333

TTPP

0.57 (0.43-0.76); P = 0.0001

ORR

Relative risk, 2.13 (1.45-3.13); P < 0.001

This material on this page is ©2022 American Society of Clinical Oncology, all rights reserved. Licensing available upon request. For more information, please contact licensing@asco.org.


Plaats een reactie ...

Reageer op "PARP-remmer niraparib toegevoegd aan abiraterone plus prednison verbetert progressievrije ziektetijd en geeft minder kans op overlijden bij patiënten met uitgezaaide castratieresistente prostaatkanker"


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

PARP-remmer niraparib toegevoegd >> Abiraterone plus hormoontherapie >> Abiraterone naast standaardbehandeling >> Apalutamide en abiraterone >> Abiraterone zonder hormoontherapie >> abiraterone acetate (Zytiga) >> abiraterone acetate (Zytiga) >> Abiraterone Acetate geeft >> Abiraterone Acetate door FDA >>