KNMG heeft gisteren, 1 april 2008, een officieel schrijven doen uitgaan naar alle geregistreerde artsen in Nederland en de gedragsregels ten aanzien van het toepassen van alternatieve en complementaire behandelingen en middelen aangescherpt. Hier de officiële gedragsregels.
Gedragsregel KNMG
De arts en niet-reguliere behandelwijzen
Algemene overwegingen
• Niet-reguliere behandelwijzen worden op verschillende manieren aangeduid en
omschreven. Gangbaar zijn begrippen als ‘alternatieve’ en ‘complementaire’
geneeskunde. Beide begrippen kunnen echter tot misverstanden aanleiding geven.
Ook termen als ‘geneeskunde’ of ‘geneeswijzen’ kunnen verwarring oproepen. De
KNMG is dan ook van mening dat moet worden gesproken van ‘reguliere’ en ‘nietreguliere’
‘behandelwijzen’.
• Met reguliere behandelwijzen wordt in dit standpunt gedoeld op methoden van
diagnostiek, preventie en behandeling die gebaseerd zijn op de kennis,
vaardigheden en ervaring die nodig zijn om de artsentitel te behalen en te behouden,
die algemeen door de beroepsgroep worden aanvaard en deel uitmaken van de
professionele standaard. Niet-reguliere behandelwijzen zijn methoden van
diagnostiek en behandeling die buiten deze omschrijving vallen.
• Het is inherent aan de ontwikkeling van de medische wetenschap dat experimentele
behandelwijzen plaatsvinden waarvan wetenschappelijk onderzocht moet worden of
ze resultaat hebben. De KNMG beschouwt dergelijke experimentele
behandelwijzen alleen dan als reguliere behandelwijzen als ze gebaseerd zijn op
erkende wetenschappelijke paradigma’s en worden toegepast binnen het wettelijk
toetsingskader en de normen en uitgangspunten van medisch wetenschappelijk
onderzoek.
Specifieke normen voor artsen
In het verlengde van de algemene gedragsregels van de KNMG, in het bijzonder de
hieronder genoemde gedragsregels 1.2, 1.3 en 1.7, behoren artsen enkele specifieke
normen in acht te nemen.
• Artsen zijn gehouden de zorg van een goed hulpverlener te betrachten, en daarbij te
handelen met inachtneming van de professionele standaard. Deze algemene norm
wordt onder meer in de gedragsregels van de KNMG nader uitgewerkt. In de
context van het toepassen van niet-reguliere behandelwijzen zijn in het bijzonder de
volgende gedragsregels van belang:
- Gedragsregel 1.2: “Aan ieder die zich tot hem wendt in zijn hoedanigheid als
arts verleent hij de noodzakelijke behandeling, begeleiding, adviezen en
beoordelingen overeenkomstig de eisen, die hem op grond van zijn beroep en
deskundigheid mogen worden gesteld.”;
3
- Gedragsregel 1.3: “De hulpverlening door de arts dient van goede kwaliteit te
zijn (…). De arts houdt zijn medische kennis en vaardigheden van dat deel van
de geneeskunst dat hij beoefent op peil en levert waar mogelijk aan de
ontwikkeling daarvan een bijdrage. Na- en bijscholing zijn hierbij noodzaak.”;
- Gedragsregel 1.7: “Het is de arts niet toegestaan geneeswijzen toe te passen met
voorbijgaan aan methoden ter diagnostiek en behandeling welke algemeen in de
medische wereld zijn aanvaard.”
• Artsen zijn zich er voortdurend van bewust dat de diagnostiek, behandelwijzen en
adviezen die zij aanbieden zijn omgeven met het gezag van de opleiding tot
arts/specialist en de artsen- dan wel specialistentitel.
• Voor elke medische behandeling dient een volgens de professionele standaard
gestelde (voorlopige) medische diagnose het uitgangspunt te zijn.
• Artsen richten zich in hun diagnostiek en behandeling naar het best beschikbare
wetenschappelijke bewijs, gecombineerd met hun klinische expertise en rekening
houdend met de wensen, verwachtingen en ervaringen van de patiënt.
• Artsen dienen de patiënt te informeren over de effectiviteit, aard, duur en
(neven)effecten van een behandeling. Als de arts (mede) een niet-reguliere
behandelwijze overweegt, maakt de arts naar de patiënt toe een duidelijk
onderscheid tussen reguliere en niet-reguliere behandelwijzen.
• Indien op grond van de stand van de wetenschap geen uitspraken gedaan kunnen
worden over de effectiviteit, duur en (neven)effecten van een door de arts
voorgestelde of door de patiënt gevraagde behandelwijze, dan informeert de arts de
patiënt hierover.
• De verantwoordelijkheid van de arts beperkt zich niet tot het aanbieden van
curatieve behandelingen. Tot de professionele standaard van de reguliere
geneeskunde behoort ook het oog hebben voor het bredere welzijn van de patiënt,
het begeleiden van de patiënt bij existentiële vragen die worden opgeroepen door de
ziekte, empathie, palliatieve zorg, stervensbegeleiding en het bieden van troost.
• Een patiënt die geïndiceerde reguliere behandelwijzen afwijst en niet-reguliere
behandelwijzen overweegt, wordt door de arts gewezen op de mogelijke gevaren
voor diens gezondheidstoestand van het uit- of afstellen van reguliere
behandelwijzen. Volhardt de patiënt desondanks in de afwijzing van reguliere
behandelwijzen, of zijn er geen reguliere behandelwijzen (meer) beschikbaar, dan
biedt de arts geen behandelwijzen aan die de patiënt schade zouden kunnen
berokkenen. Schade moet in dit kader breed opgevat worden. Naast directe fysieke
schade die inherent is aan de behandeling, wordt onder schade ook verstaan: het
4
bieden van valse hoop op genezing of verbetering van de klachten; het geven van
onjuiste of incomplete informatie over de werkzaamheid van een behandeling; het
niet of niet-tijdig inzetten, of afraden van methoden van diagnostiek en behandeling
die binnen de beroepsgroep algemeen zijn aanvaard; het ontkennen of ontkrachten
van op reguliere wijze tot stand gekomen medische bevindingen betreffende de
patiënt (zoals een regulier gestelde diagnose). Te allen tijde blijft het tot de
verantwoordelijkheid van de arts behoren om de patiënt te wijzen op het belang van
reguliere behandelwijzen en daarnaar steeds te verwijzen.
• Artsen dragen ervoor zorg dat in het dossier van de patiënt op zorgvuldige wijze
aantekening wordt gehouden van feiten en overwegingen met betrekking tot de
aspecten die hiervoor zijn genoemd.
.*.*.*.*.*.*.*.*.*.
Gerelateerde artikelen
- Resultaten en gevaren van alternatieve behandelingen en middelen. Hoe kijkt kanker-actueel daar tegenaan?
- Richtlijnen KNMG voor artsen die ook alternatieve en complementaire behandelingen uitvoeren en alternatieve en aanvullende middelen voorschrijven.
- Officiële standpunt van NFK - patiënten platform van KWF - over alternatieve en aanvullende behandelingen. NFK opent digitale wetenschapsbibliotheek
- Alternatieve therapieën bij kanker: een waarschuwing vooraf
Plaats een reactie ...
Reageer op "Richtlijnen KNMG voor artsen die ook alternatieve en complementaire behandelingen uitvoeren en alternatieve en aanvullende middelen voorschrijven."