Raadpleeg ook literatuurlijst niet-toxische middelen, voeding en behandelingen specifiek bij prostaatkanker van arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.
Als donateur kunt u ook korting krijgen bij verschillende bedrijven, waaronder bij Medpro voor o.a. prostasol een veel gebruikt natuurlijk middel bij prostaatkanker als alternatief voor hormoontherapie.
21 november 2022: zie ook dit artikel: https://kanker-actueel.nl/NL/prostaatkankerpatienten-waarbij-dna-is-getest-via-in-bloed-circulerend-tumorweefsel-ctdna-hebben-bij-positieve-brca-1-en-2-en-atm-mutaties-meer-baat-bij-olaparib-in-vergelijking-met-enzalutamide-en-abiraterone.html
Rucaparib (RUBRACA) een parpremmer geeft langere progressievrije ziekte bij patiënten met uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker met aangetoonde BRCA1 en/of BRCA 2 mutatie of een ATM mutatie in vergelijking met dokters keuze van behandelen met abiraterone of enzalutamide of docetaxel. Dat blijkt uit de resultaten van de TRITON3 studie die werden gepresenteerd op het American Society of Clinical Oncology Genitourinary Cancers Symposium, gehouden van 16 tot 18 februari 2023 in San Francisco.
Karim Fizazi, M.D., Ph.D. en collega's van de Paris-Saclay Universiteit in Frankrijk ontdekten dat de duur van op beeldvorming (scans) gebaseerde progressievrije ziekte (PFS) na 62 maanden significant langer was in de met Rucaparib (RUBRACA) behandelde groep dan in de controlegroep, beide in de BRCA-mutatie subgroep (mediaan, 11,2 versus 6,4 maanden; hazard ratio , 0,50 ) en in de intention-to-treat-groep (mediaan, 10,2 versus 6,4 maanden; HR, 0,61; P < 0,001 voor beide).
In de ATM-mutatie subgroep was de mediane duur van op beeldvorming gebaseerde PFS meestal langer (8,1 maanden voor rucaparib versus 6,8 maanden voor controle; HR, 0,95; 95 procent betrouwbaarheidsinterval, 0,59 tot 1,52).
BRCA subgroup | ITT population | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rucaparib (n=201) | Physician’s choice (n=101) | DTX (n=60) | ABI/ENZ (n=41) | Rucaparib (n=270) | Physician’s choice (n=135) | DTX (n=75) | ABI/ENZ (n=60) | |
Median rPFS, mos (95% CI); P valuea vs rucaparib |
11.2 (9.2–13.8) |
6.4 (5.4–8.3); <0.0001 |
8.3 (6.1–9.9); 0.0009 |
4.5 (3.3–5.8); <0.0001 |
10.2 (8.3–11.2) |
6.4 (5.6–8.2); 0.0003 |
8.3 (6.1–10.1); 0.0066 |
4.5 (3.7–5.8); <0.0001 |
HR (95% CI) vs rucaparib |
– | 0.50 (0.36–0.69) |
0.53 (0.37–0.77) |
0.38 (0.25–0.58) |
– | 0.61 (0.47–0.80) |
0.64 (0.46–0.88) |
0.47 (0.34–0.66) |
Median OS, mos (95% CI); P valuea vs rucaparib |
24.3 (19.9–25.7) |
20.8 (16.3–23.1); 0.2080 |
18.9 (15.0–23.1); 0.1640 |
22.1 (15.9–28.3); 0.4023 |
23.6 (19.7–25.0) |
20.9 (17.5–24.4); 0.6702 |
19.1 (15.3–23.1); 0.2013 |
22.1 (17.2–29.0); 0.9045 |
HR (95% CI) vs rucaparib |
– | 0.81 (0.58–1.12) |
0.75 (0.51–1.11) |
0.81 (0.52–1.27) |
– | 0.94 (0.72–1.23) |
0.80 (0.58–1.11) |
1.01 (0.70–1.46) |
aLog rank test. HR, hazard ratio.
"Een van de meest opmerkelijke bevindingen van de studie is dat rucaparib (Rubraca) een docetaxel-bevattend medicijn bij patiënten uit een controlegroep versloeg, waardoor het het eerste medicijn is dat ooit superieur blijkt te zijn aan docetaxel voor uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker," aldus medeauteur van deze studie Alan H. Bryce, M.D., van de Mayo Clinic in Scottsdale, Arizona.
Het originele abstract is dit:
Rucaparib for metastatic castration-resistant prostate cancer (mCRPC): TRITON3 interim overall survival and efficacy of rucaparib vs docetaxel or second-generation androgen pathway inhibitor therapy.
Authors
Alan Haruo Bryce
Mayo Clinic, Phoenix, AZ
Organizations
Research Funding
Background:
TRITON3 (NCT02975934) is a randomized, multicenter, open-label, phase 3 study of rucaparib vs physician’s choice (docetaxel , abiraterone or enzalutamide ) in patients (pts) with chemotherapy-naïve mCRPC with BRCA1/2 (BRCA) or ATM alterations. It was previously reported that rucaparib significantly improved the primary endpoint of radiographic progression-free survival (rPFS) vs physician’s choice in pts with BRCA or ATM alterations. We report here the interim overall survival (OS) and also report on efficacy of rucaparib compared individually with either DTX or ABI/ENZ.
Methods:
Pts had disease progression after 1 prior second-generation androgen pathway inhibitor therapy in any setting and were randomized 2:1 to rucaparib 600 mg BID or physician’s choice of DTX, ABI or ENZ. An ordered step-down multiple comparisons procedure was used to control the overall error rate. OS was a key secondary endpoint with rPFS as the primary endpoint tested first in the BRCA subgroup, then the intent-to-treat (ITT) population. Subgroup analyses based on physician’s choice were exploratory.
Results:
As of August 25, 2022, 302 pts with BRCA and 103 pts with ATM alterations were randomized. OS maturity was 54% in the BRCA subgroup and 59% in the ITT population. rPFS and OS are shown. The most frequent treatment-emergent adverse event (TEAE) in the rucaparib, DTX and ABI/ENZ groups was asthenia/fatigue (61.1%, 67.6% and 57.6%, respectively). The most frequent grade ≥3 TEAE in the rucaparib, DTX and ABI/ENZ groups was anemia (23.7%), neutropenia (14.1%), and hypertension (10.2%), respectively.
Conclusions:
Rucaparib significantly improved rPFS vs either DTX or ABI/ENZ; safety was consistent with prior reports. Interim OS results suggest a trend towards improvement for rucaparib vs DTX or ABI/ENZ in pts with mCRPC and BRCA alterations. Clinical trial information: NCT02975934.
BRCA subgroup | ITT population | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rucaparib (n=201) | Physician’s choice (n=101) | DTX (n=60) | ABI/ENZ (n=41) | Rucaparib (n=270) | Physician’s choice (n=135) | DTX (n=75) | ABI/ENZ (n=60) | |
Median rPFS, mos (95% CI); P valuea vs rucaparib |
11.2 (9.2–13.8) |
6.4 (5.4–8.3); <0.0001 |
8.3 (6.1–9.9); 0.0009 |
4.5 (3.3–5.8); <0.0001 |
10.2 (8.3–11.2) |
6.4 (5.6–8.2); 0.0003 |
8.3 (6.1–10.1); 0.0066 |
4.5 (3.7–5.8); <0.0001 |
HR (95% CI) vs rucaparib |
– | 0.50 (0.36–0.69) |
0.53 (0.37–0.77) |
0.38 (0.25–0.58) |
– | 0.61 (0.47–0.80) |
0.64 (0.46–0.88) |
0.47 (0.34–0.66) |
Median OS, mos (95% CI); P valuea vs rucaparib |
24.3 (19.9–25.7) |
20.8 (16.3–23.1); 0.2080 |
18.9 (15.0–23.1); 0.1640 |
22.1 (15.9–28.3); 0.4023 |
23.6 (19.7–25.0) |
20.9 (17.5–24.4); 0.6702 |
19.1 (15.3–23.1); 0.2013 |
22.1 (17.2–29.0); 0.9045 |
HR (95% CI) vs rucaparib |
– | 0.81 (0.58–1.12) |
0.75 (0.51–1.11) |
0.81 (0.52–1.27) |
– | 0.94 (0.72–1.23) |
0.80 (0.58–1.11) |
1.01 (0.70–1.46) |
aLog rank test. HR, hazard ratio.
Gerelateerde artikelen
- Cabozantinib in combinatie met Atezolizumab geeft alsnog uitstekende resultaten met zelfs 2 complete remissies bij patienten met vergevorderde uitgezaaide hormoon resistente prostaatkanker
- Olaparib geeft betere resultaten op ziekteprogressievrije tijd en overall overleving dan enzalutamide en abiraterone bij patienten met uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker met de juiste DNA mutaties.
- Rupacarib (Rubraca) geeft betere resultaten op ziekteprogressie vrije overleving dan docetaxel bij patienten met uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker
- Talazoparib toegevoegd aan enzalutamide verbetert progressievrije ziekte bij alle patiënten met uitgezaaide castratieresistente prostaatkanker, ongeacht mutatiestatus
- Talazoparib, een PARP remmer, wordt in veel studies bij veel verschillende vormen van kanker en in combinatie met andere medicijnen onderzocht en geeft veelbelovende resultaten copy 2
- Parpremmers bij prostaatkanker, een overzicht
Plaats een reactie ...
Reageer op "Rupacarib (Rubraca) geeft betere resultaten op ziekteprogressie vrije overleving dan docetaxel bij patienten met uitgezaaide hormoonresistente prostaatkanker"