Helpt u ons aan 500 donateurs?

16 mei 2018: Bron: JAMA Oncol. Published online May 3, 2018.

In bloed circulerende tumorcellen (CTC's ) blijken een voorspellende biomarker te zijn voor het effect van bestraling - radiotherapie bij operabele beginnende borstkanker. In bloed circulerende tumorcellen komen ruwweg gemiddeld voor bij ongeveer 20 procent van de borstkankerpatienten met operabele beginnende borstkanker bljikt uit deze studie, dus is zeker de moeite waard deze te testen. Wat gemakkelijk en goedkoop kan, zeggen ook de onderzoekers van deze studie.

In een vergelijkende zogeheten prospectieve studie van 1697 borstkankerpatiënten uit een grote nationale database en 1516 borstkankerpatiënten uit een gerandomiseerde fase III studie (SUCCES studie) met een beginnend  stadium van borstkanker die werden geëvalueerd op in bloed circulerende tumorcellen, blijken die patiënten met ten minste één circulerende tumorcel en die waren behandeld met radiotherapie / bestraling na een borstbesparende operatie een beduidend langere ziektevrije overleving en totale overleving te hebben in vergelijking met die patiënten die geen bestraling / radiotherapie hadden gehad. Plus 7 procent overall overleving op 4 en 5 jaar. Daarmee vergeleken bleken er onder de borstkankerpatiënten zonder in bloed circulerende tumorcellen geen verschillen te zijn in langere ziektevrije en overall overleving na bestraling - radiotherapie. En hadden de bestraling - radiotherapie dus wellicht niet nodig gehad.

tumorcellen in bloed circulerend Source: JAMA

Uit het studierapport: Association of Circulating Tumor Cell Status With Benefit of Radiotherapy and Survival in Early-Stage Breast Cancer

de belangrijkste resultaten:

Resultaten

Van de totaal 1697 patiënten uit de National database - NCDB studie (16 mannen [0.9%] en 1681 vrouwen [99.1%]; mediane leeftijd 63 jaar; in een range van 53-71 jaar) en 1516 patienten van de fase III SUCCESS studie (mediane leeftijd, 52 jaar; in een range van 45-60 jaar) werden geanalyseerd en vergeleken.

Circulerende tumorcellen werden gevonden bij 399 patiënten (23,5%) in de NCDB-studie en bij 294 patiënten (19,4%) in het SUCCESS-cohort. Dat is dus maar liefst bij 1 op de 5 borstkankerpatienten.

De overall overleving en ziektevrije overleving van patiënten die radiotherapie - bestraling hadden gehad was gerelateerd aan de in bloed circulerende tumorcellen (CTC-status) binnen de NCDB-studie: de 4-jarige overall overleving was 94,9% voor patiënten met CTC-positieve status die radiotherapie / bestraling hadden gehad versus 88,0% voor CTC-positieve status die geen radiotherapie - bestraling hadden gehad. Een veschil van 7 procent lijkt niet veel maar op zoveel patienten en in de wetenschap dat 4 op de 5 borstkankerpatienten dus blijkbaar geen radiotherapie - bestraling nodig had gehad is dit verschil wel heel relevant lijkt mij. Zeker omdat een test op in bloed circulerende tumorcellen eenvoudig en goedkoop is uit te voeren.

Ter vergelijking de overall overleving was 93,9% voor patiënten met CTC-negatieve die wel radiotherapie - bestraling hadden gehad versus 93,4% voor CTC-negatieve stus die geen bestraling - radiotherapie hadden gehad; (P <.001).

In de SUCCESS-studie vertoonden CTC-positieve patiënten behandeld met RT een langere ziektevrije en overall overleving (TR, 2,73, 95% CI, 1,62-4,80; P <0,001), DFS (TR, 3,03; 95% CI, 2,22-4,13; P < .001) en OS (TR, 1.83; 95% CI, 1.23-2.72; P = .003).

Samenvattend: Van de patiënten uit beide studies die een borstsparende operatie ondergingen, was RT geassocieerd met een langer OS bij patiënten met CTCs (TR, 4,37; 95% CI, 2,71-7,05; P <.001) maar niet bij patiënten zonder CTC's (TR, 0.87 ; 95% CI, 0,47-1,62; P = .77).

Conclusie die getrokken kan worden uit deze studie is dat steeds gevoeligere biomarkers zijn te meten met vaak eenvoudige goedkope testen. En hebben het voordeel om patiënten met vroeg stadium borstkanker (ESBC) van te voren in te delen in groepen die een hoger risico op een recidief hebben, waardoor de mogelijkheid wordt gecreëerd dergelijke patiënten te selecteren voor intensievere behandelingen. Circulerende tumorcellen (CTCs) zijn in meerdere onderzoeken aangetoond een uitstekende prognose te kunnen geven voor al of niet een recidief van operabele beginnende borstkanker. Bloedtesten op circulerende tumormarkers zijn gemakkelijk te verkrijgen en overal verkrijgbaar. Ook particulier dus zonder tussenkomst van arts of oncoloog al weten die uiteraard ook wel hoe zulke testen uit te voeren. 

Het volledige studierapport: Association of Circulating Tumor Cell Status With Benefit of Radiotherapy and Survival in Early-Stage Breast Cancer is tegen betaling in te zien.

Hier het abstract van de studie:

Circulating tumor cell status may be an important predictive clinical marker for the benefit of radiotherapy in patients with early-stage breast cancer.

May 3, 2018

Association of Circulating Tumor Cell Status With Benefit of Radiotherapy and Survival in Early-Stage Breast Cancer

JAMA Oncol. Published online May 3, 2018. doi:10.1001/jamaoncol.2018.0163
Key Points

Question  Does circulating tumor cell status predict local recurrence or survival benefit of adjuvant radiotherapy in early-stage breast cancer?

Findings  In these cohort studies of 1697 patients from a large national database and 1516 patients from a randomized clinical trial with early-stage breast cancer who were evaluated for circulating tumor cell status, patients with at least 1 circulating tumor cell and who received radiotherapy after breast-conserving surgery had significantly longer local recurrence-free survival, disease-free survival, and overall survival compared with those who did not receive radiotherapy. Patients without circulating tumor cells did not experience longer survival outcomes after radiotherapy.

Meaning  Circulating tumor cell status may be an important predictive clinical marker for the benefit of radiotherapy in patients with early-stage breast cancer.

Abstract

Importance  Circulating tumor cells (CTCs) represent the liquid component of solid tumors and are a surrogate marker for residual cancer burden. Although CTC status is prognostic of recurrence and death in breast cancer, its role in guiding clinical management remains unknown.

Objective  To determine whether CTC status is predictive of radiotherapeutic benefit in early-stage breast cancer.

Design, Setting, and Participants  The cohort studies in the present analysis included patients with stages pT1 to pT2 and pN0 to pN1 breast cancer and known CTC status from the National Cancer Database (NCDB) and the multicenter phase 3 SUCCESS clinical trial. Multivariable parametric accelerated failure time models were used to evaluate the association of CTC status and radiotherapy (RT) with survival outcomes. Data were collected from January 1, 2004, through December 31, 2014, from the NCDB cohort. The SUCCESS trial collected data from September 1, 2005, through September 30, 2013. The analyses were completed from November 1, 2016, through December 17, 2017.

Exposure  Adjuvant RT.

Main Outcomes and Measures  Overall survival (OS), local recurrence-free survival (LRFS), and disease-free survival (DFS).

Results  A total of 1697 patients from the NCDB (16 men [0.9%] and 1681 women [99.1%]; median age, 63 years; interquartile range, 53-71 years) and 1516 patients from the SUCCESS clinical trial (median age, 52 years; interquartile range, 45-60 years) were identified. Circulating tumor cells were detected in 399 patients (23.5%) in the NCDB cohort and 294 (19.4%) in the SUCCESS cohort. The association of RT with survival was dependent on CTC status within the NCDB cohort (4-year OS, 94.9% for CTC-positive RT vs 88.0% for CTC-positive non-RT vs 93.9% for CTC-negative RT vs 93.4% for CTC-negative non-RT groups; P < .001) and 5-year DFS within the SUCCESS cohort (88.0% for CTC-positive RT vs 75.2% for CTC-positive non-RT vs 92.3% for CTC-negative RT vs 88.3% for CTC-negative non-RT; P = .04). In the NCDB cohort, RT was associated with longer OS in patients with CTCs (time ratio , 2.04; 95% CI, 1.55-2.67; P < .001), but not in patients without CTCs (TR, 0.80; 95% CI, 0.52-1.25; P = .33). In the SUCCESS cohort, CTC-positive patients treated with RT exhibited longer LRFS (TR, 2.73; 95% CI, 1.62-4.80; P < .001), DFS (TR, 3.03; 95% CI, 2.22-4.13; P < .001), and OS (TR, 1.83; 95% CI, 1.23-2.72; P = .003). Among patients from both cohorts who underwent breast-conserving surgery, RT was associated with longer OS in patients with CTCs (TR, 4.37; 95% CI, 2.71-7.05; P < .001) but not in patients without CTCs (TR, 0.87; 95% CI, 0.47-1.62; P = .77). Radiotherapy was not associated with OS after mastectomy in CTC-positive or CTC-negative patients.

Conclusions and Relevance  Treatment with RT was associated with longer LRFS, DFS, and OS in patients with early-stage breast cancer and detectable CTCs. These results are hypothesis generating; a prospective trial evaluating CTC-based management for RT after breast-conserving surgery in women with early-stage breast cancer is warranted.


Plaats een reactie ...

Reageer op "Tumorcellen in bloed bij patienten met operabele beginnende borstkanker voorspellen door betere resultaten noodzaak van radiotherapie - bestraling in vergelijking met geen tumorcellen in bloed."


Gerelateerde artikelen