Lees verder op pagina andere alternatieven-CLT hoe het ervoor staat met de CLT-therapie en als u interesse hebt hoe u zich op kunt geven.
D.d. 25 febr. 2003: Karen leeft tussen hoop en vrees.
Afgelopen week is Karen voor een consult bij een oncoloog in een academisch ziekenhuis geweest. De afgelopen weken heeft Karen dermate veel pijn dat ze inmiddels 2 x 150 mg. morfine nodig had (nu weer minder door verhoging van vitrex). Haar borst wordt zwarter en met grotere wonden
(wie als OPS-lid foto's wil zien kan ik wel enkele
digitaal opsturen) en Karen voelt zich met de dag verzwakken, ook omdat ze door de morfine totaal geen trek meer in eten heeft. Ze vertelt me achteraf dat ze nog slechts heel kleine beetjes eet. Dat verklaart waarschijnlijk het extreem lage HB-gehalte in haar bloed. Zie verderop in dit verslag. Karen en Rinus maken zich dan ook grote zorgen hoewel het lijkt dat de borst niet groter wordt, eerder kleiner.
De oncoloog praat wat met Karen en Rinus, stelt vast dat zij uiterlijk gezien er veel zieker uitziet dan in december. Karen bevestigt dat maar geeft de morfine daarvan de schuld en dat ze zo weinig eet en zoveel pijn heeft. Karen vraagt of er niet een nieuwe scan gemaakt kan worden om die te vergelijken met de gemaakte scan van december. De oncoloog wimpelt dat in eerste instantie af en wil eerst eens naar haar borst kijken. Hij kijkt, laat het verband niet weghalen, voelt onder haar oksels aan beide kanten, voelt in haar hals en constateert: 'Karen het gaat heel slecht met je. Je uitzaaiingen zijn gegroeid en vooral die uitzaaiing in de hals en onder je rechterarm zijn heel zorgelijk. Verder lijkt je borst voornamelijk te bestaan uit dood tumorweefsel, maar ik vermoed dat daar ook nog levende tumorcellen tussen zitten. Dat dode tumorweefsel is ook een groot gevaar voor je, want kan toxisch worden, kan bacteriële ontstekingen veroorzaken als het dat al niet doet en is dus een grote zorg." Karen en Rinus zien er totaal verslagen uit. Op de vraag of er misschien toch een scan gemaakt kan worden om echt zekerheid te krijgen antwoordt de oncoloog: "dat lijkt me niet nodig ik zie zo wel dat het erg slecht met je gaat, maar ik zal bloed laten prikken dan zul je zien dat de tumormarkers minimaal verdubbeld zullen zijn". Vreemd is toch wel een beetje dat afgelopen weken Karen en Rinus en ook de huisarts en orthomoleculaire arts nooit spraken over een groeiende uitzaaiing onder de rechteroksel en in de hals. Er is verder ook niets te zien aan bulten of wat dan ook, maar goed een oncoloog heeft veel meer ervaring en kan wellicht beter voelen wat er wel en niet zit.
Totaal onthutst en verslagen gaan Karen en Rinus naar huis. Karen stort psychisch helemaal in vertelt Rinus me 's avonds.
's Middags belt de oncoloog dat het HB-gehalte van Karens bloed zo laag is 4.8 dat hij een bloedtransfusie adviseert. Karen vindt dat wel moeilijk maar 's avonds ligt ze nog in het ziekenhuis in haar woonplaats en krijgt ze drie zakken bloed. Opvallend is wel dat de LDH-waarden (leverfuncties) gezakt zijn van 3960 naar
ca. 2400, een verbetering van meer dan 30 procent. Twee dagen later blijken ook de tumormakers met meer dan 30 procent verbeterd te zijn. Navraag bij de oncoloog leert dat hij daar nu weinig waarde aan hecht en dat dit voor hem niet betekent dat de kanker bij Karen in remissie is. Over zijn voorspelling dat de tumormarkers zeker verdubbeld zullen zijn wordt met geen woord meer gesproken. Dit alles betekent wel dat Karen en Rinus heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. En Karen kan het allemaal niet meer aan en voelt zich heel erg beroerd en ook depressief. Rinus en later Karen vertellen me dat ze alleen
nog maar kan huilen en op bed liggen.
Door de bloedtransfusie knapt Karen toch lichamelijk wel wat op en ook door het telefoontje met dr. Porter en zijn vrouw Maggie , zie verslag
mijn bezoek aan de Hufelandkliniek, krijgt Karen toch weer moed. En vandaag, 26 februari 2003, gaan we samen naar dr. Wöppel en dr. Porter in Duitsland voor een consult en kijken of zij extra ondersteuning kan krijgen in haar helingsproces, bv. door een ozonbehandeling die prof. Campbell aanraadt. Dr. Porter maakte afgelopen vrijdag een m.i. hele belangrijke opmerking:
"het probleem bij Karen is waarschijnlijk niet haar kanker, ik vermoed dat die helemaal weg is, maar omdat haar kanker zo wijd verspreid was op het moment van behandelen en haar linkerborst bijna alleen maar tumorweefsel was heeft zij nu een bijzonder grote massa dood tumorweefsel (necrotisch weefsel) aan en in haar lichaam. Het gevaar is dat deze dode celmassa giftig kan worden,
bacteriële ontstekingen kan veroorzaken (longontsteking bv.) en het is de grootste zorg dat Karen op een goede manier bezig gaat met de ontgiftiging, haar weerstand op peil houdt en alles erg goed verzorgt en veel rust neemt".
Navraag bij enkele mensen/artsen hier in Nederland bevestigen dat die grote necrotische massa inderdaad een tijdbom aan/in
Karen's lichaam is. Of zij ook werkelijk geen kanker meer heeft zal hopelijk woensdag worden bevestigd als Karen gediagnosteerd wordt met de laserpen. Karen gebruikt nog steeds oraal het
spirulina extract dat dus als kenmerk heeft dat je daardoor op een scherm kunt zien waar zich kankercellen bevinden. (zie
mijn bezoek aan de Hufelandkliniek) Verder kan ik zeggen dat verschillende patiënten die dit najaar CLT hebben gehad en waarmee we e-mail- en ook telefonisch contact hebben dit beeld dat bij Karen zich voordoet bevestigen. Maar alleen die patiënten die grote en veel tumoren hadden op het moment van de behandeling. Zie eventuele gevolgen en bijwerkingen die zich voor kunnen doen na de Cytoluminescent Therapie op
pagina andere alternatieven-CLT
Samenvattend kunnen we zeggen dat Karen het heel moeilijk heeft, ook door de geringe medewerking van de reguliere artsen, ik zal maar niet schrijven wat Karen allemaal heeft meegemaakt in het reguliere ziekenhuis
(mw. waarom maakt u zich nog druk om een dieet als u toch in uw laatste dagen bent?) , maar ook door de onzekerheid over wat bepaalde symptomen nu werkelijk inhouden. Zij is in mijn ogen letterlijk een eerste pionier met CLT en met alle respect voor Karen een echt proefkonijn. Ook voor de Ierse CLT-artsen. Maar hopelijk krijgen we woensdag dus meer duidelijkheid in positieve zin. Waarom Ralph Moss zich uit de Ierse CLT-organisatie heeft teruggetrokken lees op pagina
andere alternatieven-CLT. Voor wie Karen en ook Rinus en hun kinderen een hart onder de riem wil steken stuur maar een
mailtje en ik stuur het aan hun door. Ik denk dat ze dat wel verdienen en nodig hebben.
Gerelateerde artikelen
Plaats een reactie ...
Reageer op "12) d.d. 25 februari 2003: actuele situatie bij Karen die leeft tussen hoop en vrees "