Het is al lang bekend dat lichamelijk actief zijn goed voor je is, vooral als het gaat om het voorkomen van zaken als hartaanvallen en beroertes, maar ook in het voorkomen van kanker enz. .
Nu blijkt dat lichaamsbeweging misschien nog belangrijker is voor de preventie van hart- en vaatziekten dan voorheen bekend was. Hoe meer activiteit, hoe beter, suggereert een nieuwe grote studie onder leiding van de Universiteit van Oxford.
Om fysieke activiteit te meten, lieten onderzoekers in het Verenigd Koninkrijk tussen 2013 en 2015 90.211 personen een versnellingsmeter (een kleine, lichtgewicht bewegingssensor) om hun pols dragen gedurende een periode van zeven dagen tussen 2013 en 2015. De onderzoekers volgden de gezondheid van de deelnemers voor gemiddeld vijf jaar.
In totaal werden er 3.617 gevallen van hart- en vaatziekten gediagnosticeerd bij de deelnemers, die deel uitmaakten van de UK Biobank-studie onder mensen tussen 40 en 69 jaar oud. Gevallen van hart- en vaatziekten namen af onder de deelnemers naarmate de hoeveelheid matige en krachtige lichamelijke activiteit toenam. Bovendien was er geen drempel waarbij de effecten van lichaamsbeweging stopten met het verbeteren van de cardiovasculaire gezondheid, zo bleek uit de studie. Degenen die het meest actief waren - in de top 25% - hadden een gemiddelde risicoverlaging tussen 48% en 57%.
Mensen in de top 25% deden ongeveer 50 minuten per week aan intensieve fysieke activiteit, zoals hardlopen, terwijl degenen in de onderste 25% minder dan 10 minuten per week intensieve fysieke activiteit hadden, zegt hoofdauteur van het onderzoek Aiden Doherty, een universitair hoofddocent aan de afdeling volksgezondheid van de Universiteit van Oxford in Nuffield.
Deze resultaten, aldus de onderzoekers, toonden aan dat alleen lichaamsbeweging al een statistisch significant effect heeft op het risico om gediagnosticeerd te worden met hart- en vaatziekten.
De meeste onderzoeken die de voordelen van fysieke activiteit onderzoeken, gebruiken doorgaans vragenlijsten, die mogelijk minder nauwkeurig zijn, aangezien de meeste mensen niet in staat zijn om alle activiteiten die gedurende de dag plaatsvinden nauwkeurig te onthouden - zowel voor de vrije tijd als als onderdeel van iemands dagelijkse routine.
Daarom gebruikten de onderzoekers een polssensor.
De onderzoekers schrijven dat ze er zeker van waren dat het dragen van het apparaat, dat ze omschrijven als een 'Fitbit van onderzoekskwaliteit', een nauwkeurige manier was om de gebruikelijke activiteit van een individu in de loop van de tijd weer te geven, ook al registreerde het slechts zeven dagen aan fysieke activiteit.Ander onderzoek had aangetoond dat de op deze manier gemeten activiteit "redelijk stabiel" was, zei Doherty, en er werd meer onderzoek gedaan om de nauwkeurigheid ervan te meten.
"Dit is het grootste onderzoek ooit naar fysieke activiteit en hart- en vaatziekten op basis van een apparaat. Het toont aan dat fysieke activiteit waarschijnlijk nog belangrijker is voor de preventie van hart- en vaatziekten dan we eerder dachten. Onze bevindingen geven verder gewicht aan de nieuwe WHO-richtlijnen voor activiteit die voor alle volwassenen ten minste 150 tot 300 minuten matige tot krachtige aerobe activiteit per week aanbeveelt. "
Hewt volledige studierapprot is in PLOS gepubliceerd en gratis in te zien.
Accelerometer measured physical activity and the incidence of cardiovascular disease: Evidence from the UK Biobank cohort study.
Abstract
Background
Higher levels of physical activity (PA) are associated with a lower risk of cardiovascular disease (CVD). However, uncertainty exists on whether the inverse relationship between PA and incidence of CVD is greater at the highest levels of PA. Past studies have mostly relied on self-reported evidence from questionnaire-based PA, which is crude and cannot capture all PA undertaken. We investigated the association between accelerometer-measured moderate, vigorous, and total PA and incident CVD.
Methods and findings
We obtained accelerometer-measured moderate-intensity and vigorous-intensity physical activities and total volume of PA, over a 7-day period in 2013–2015, for 90,211 participants without prior or concurrent CVD in the UK Biobank cohort. Participants in the lowest category of total PA smoked more, had higher body mass index and C-reactive protein, and were diagnosed with hypertension. PA was associated with 3,617 incident CVD cases during 440,004 person-years of follow-up (median (interquartile range ): 5.2 (1.2) years) using Cox regression models. We found a linear dose–response relationship for PA, whether measured as moderate-intensity, vigorous-intensity, or as total volume, with risk of incident of CVD. Hazard ratios (HRs) and 95% confidence intervals for increasing quarters of the PA distribution relative to the lowest fourth were for moderate-intensity PA: 0.71 (0.65, 0.77), 0.59 (0.54, 0.65), and 0.46 (0.41, 0.51); for vigorous-intensity PA: 0.70 (0.64, 0.77), 0.54 (0.49,0.59), and 0.41 (0.37,0.46); and for total volume of PA: 0.73 (0.67, 0.79), 0.63 (0.57, 0.69), and 0.47 (0.43, 0.52). We took account of potential confounders but unmeasured confounding remains a possibility, and while removal of early deaths did not affect the estimated HRs, we cannot completely dismiss the likelihood that reverse causality has contributed to the findings. Another possible limitation of this work is the quantification of PA intensity-levels based on methods validated in relatively small studies.
Conclusions
In this study, we found no evidence of a threshold for the inverse association between objectively measured moderate, vigorous, and total PA with CVD. Our findings suggest that PA is not only associated with lower risk for of CVD, but the greatest benefit is seen for those who are active at the highest level.
Author summary
Why was this study done?
- There is an inverse association between self-reported physical activity (PA) and occurrence of cardiovascular disease (CVD). However, there is uncertainty about the strength of this association as self-reported questionnaires are subject to differential measurement error.
- Accelerometers are small lightweight motion sensors that are typically worn on the wrist. They more reliably measure PA status and thus could improve understanding of associations with CVD.
What did the researchers do and find?
- We used data from 90,211 UK Biobank participants without prior CVD who agreed to wear an accelerometer to measure their PA status over 7 days.
- Higher levels of PA were associated with lower risk for CVD that was similar across total, moderate- and vigorous-intensity PA.
What do these findings mean?
- Our findings suggest that individuals who engage in higher levels of PA have lower risk for CVD throughout the range of PA measured.
- The lowest risk for CVD in the UK Biobank cohort is seen at the highest level of PA, whether total, moderate-intensity, or vigorous-intensity.
Figures
Citation: Ramakrishnan R, Doherty A, Smith-Byrne K, Rahimi K, Bennett D, Woodward M, et al. (2021) Accelerometer measured physical activity and the incidence of cardiovascular disease: Evidence from the UK Biobank cohort study. PLoS Med 18(1): e1003487. https://doi.org/10.1371/journal.pmed.1003487
Academic Editor: Amanda Paluch, University of Massachusetts Amherst, UNITED STATES
Received: May 7, 2020; Accepted: November 26, 2020; Published: January 12, 2021
Copyright: © 2021 Ramakrishnan et al. This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License, which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author and source are credited.
Data Availability: The data underlying the results presented in the study are available from the UK Biobank. The data are available to researchers through a procedure described at http://www.ukbiobank.ac.uk/using-the-resource/.
Funding: AD is supported by the National Institute for Health Research (NIHR) Oxford Biomedical Research Centre (BRC), the Alan Turing Institute and the British Heart Foundation (grant number SP/18/4/33803), and Health Data Research UK, an initiative funded by UK Research and Innovation, Department of Health and Social Care (England) and the devolved administrations, and leading medical research charities. RW is supported by a Medical Research Council Industrial Strategy Studentship [grant number MR/S502509/1]. Computation used the Oxford Biomedical Research Computing (BMRC) facility, a joint development between the Wellcome Centre for Human Genetics and the Big Data Institute supported by Health Data Research UK and the NIHR Oxford Biomedical Research Centre. The views expressed are those of the author(s) and not necessarily those of the NIHR. KR is supported by the National Institute of Health Research (NIHR) Oxford Biomedical Research Centre. KR further receives grants from the Oxford Martin School, University of Oxford as well as the PEAK Urban programme from the UKRI’s Global Challenge Research Fund Grant Ref: ES/P011055/1 and the British Heart Foundation. The funders had no role in study design, data collection and analysis, decision to publish, or preparation of the manuscript.
Competing interests: I have read the journal's policy and the authors of this manuscript have the following competing interests: KR has in the past received personal fees as Associate Editor for PLOS Medicine and as Associate Editor, is in receipt of Personal Fees from BMJ Heart. MW is a consultant to Amen and Kirin. RW is supported by a Medical Research Council Industrial Strategy Studentship (grant number MR/S502509/1). The Medical Research Council had no role in the study design; collection, analysis, and interpretation of data; writing of the paper; and/or decision to submit for publication.
Abbreviations: BMI, body mass index; CI, confidence interval; CVD, cardiovascular disease; HbA1c, glycated haemoglobin; HDL, high-density lipoprotein; HR, hazard ratio; ICD, International Classification of Diseases; IHD, ischaemic heart disease; IQR, interquartile range; LDL, low-density lipoprotein; PA, physical activity; STROBE, Strengthening the Reporting of Observational Studies in Epidemiology
Gerelateerde artikelen
- Fysiek actieve mensen hebben een lager risico op bepaalde slapeloosheidssymptomen en extreme slaapduur, zowel lang als kort. Blijkt uit grote Europese studie
- Intensieve lichaamsbeweging zoals hardlopen en wandelen vermindert risico op krijgen van Alzheimer met 15 tot 44 procent blijkt uit meta analyse
- Korte stevige wandeling elke dag kan er al voor zorgen dat je betere gezondheid houdt en 17 procent minder risico loopt op hart- en vaatziektes en 7 procent minder kanker.
- Lichaamsbeweging kan hartaanvallen en beroertes voorkomen tot wel 45 procent blijkt uit grote studie bij 90000 vrijwilligers die een polssensor droegen.tijdens gedeelte van de studie
- uurtje joggen per week voorkomt overlijden aan hart- en vaatziektes en kanker met respectievelijk 30 en 23 procent.
- Bewegen en risico op kanker: Mannen in de leeftijd van 45 tot 79 jaar, die elke dag een half uurtje bewegen, bv. fietsen of wandelen hebben 34% minder kans aan kanker te overlijden. Dit blijkt uit grote studie van 7 jaar in Zweden onder 40.000 mannen.
- Bewegen en sporten: Lichamelijk actief zijn kan bepaalde vormen van kanker voorkomen met tientallen procenten blijkt uit groot uitgevoerd onderzoek onder 1,5 miljoen mensen
- Bewegen: Mensen die te weinig bewegen en zittend hun dagen doorbrengen hadden 82 procent hoger risico om te overlijden aan kanker vergeleken met mensen die veel bewegen en sporten, zelfs na correctie voor leeftijd, geslacht en ziektestatus.
Plaats een reactie ...
Reageer op "Lichaamsbeweging kan hartaanvallen en beroertes voorkomen tot wel 45 procent blijkt uit grote studie bij 90000 vrijwilligers die een polssensor droegen.tijdens gedeelte van de studie"