Kanker bij kinderen heeft lang na genezing nog gevolgen. 40 procent krijgt een levensbedreigende ziekte in haar/zijn verdere leven.

7 jun i 2011: Onderaan artikel toegevoegd met de resultaten uit een jarenlange studie die aantoont dat wie vroeger als kind is behandeld voor kanker en de kanker heeft overleefd een groter risico loopt als volwassenen een andere vorm van kanker te krijgen. Vooral kanker aan de spijsverteringskanalen komt dan relatief veel voor. Het risico is statistisch wel significant maar ook weer niet zo heel groot aldus de onderzoekers. Zie onderaan bericht voor abstract van de studie.

11 april 2011: Ik ben kanker-actueel aan het herzien en laat onderstaand artikel staan omdat dit nog steeds relevant lijkt. Veel kinderen die hun kanker overleven krijgen later toch vaak ernstige problemen veroorzaakt door de behandelingen.

27 juni 2007: Bron: De Volkskrant

Kinderen die zijn behandeld voor kanker ondervinden daar in hun verdere leven veel hinder van. Maar liefst 40% krijgt later een andere vorm van kanker of een andere levensbedreigende ziekte zoals bv. hartfalen. Slechts 20% zegt weinig tot geen last te ondervinden van de behandeling aan kanker. Dit zijn de uitkomsten van een 30-jarige studie onder 1362 mensen uitgevoerd door het AMC in Amsterdam.

Als tip zouden we mensen waarvan hun kinderen voor kanker zijn behandeld mee willen geven om eens te kijken onder preventie van kanker om er ook zelf iets aan te kunnen doen of vraag de DVD Geef Ziekte Geen Kans op bij de Moermanvereniging. Kosten € 6,95 incl. verzendkosten. Met een gezonde leefstijl en een voedingspatrooon van (biologische) gevarieerde voeding met veel fruit en groenten kunt u al een heleboel ziektes voorkomen. Ook als preventie van kanker of preventie van een recidief van kanker. Bepaalde voedingsstoffen hebben in studies bewezen de schade van bv. chemo en bestraling te herstellen. Zie daarvoor ook artikelen en informatie onder complementair.

Kanker bij kinderen heeft lang na genezing nog gevolgen

Bron: de Volkskrant

Kanker bij kinderen heeft lang na genezing nog gevolgen
Van onze verslaggevers, Broer Scholtens, Carlijne Vos

AMSTERDAM - Driekwart van de kinderen die in hun jeugd zijn behandeld voor kinderkanker ondervindt daar op latere leeftijd hinder van. Vaak ernstige hinder, blijkt uit een studie van specialisten van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Dit staat in een, dinsdag in New York gepresenteerd, onderzoek, dat vandaag wordt gepubliceerd in de Journal of the American Medical Association.

‘Latere gevolgen zijn aanzienlijk en ingrijpender dan tot nu toe werd verwacht’, aldus een van de onderzoekers, de hoogleraar kinderoncologie Huib Caron. Kinderkankeroverlevers zouden dan ook levenslang nazorg moeten krijgen en ziekenhuizen zouden speciale klinieken moeten ontwikkelen om deze patiënten intensief te begeleiden. De ziektekostenverzekeraars staan positief tegenover dergelijke poliklinieken.

De Amsterdamse kinderartsen spoorden 1362 mensen op die tussen 1966 en 1996 in het Emma Kinderziekenhuis tegen kanker zijn behandeld. De mensen zijn in het AMC en het Nederlands Kanker Instituut (NKI) onderzocht.

Zij kregen daarnaast vragenlijsten over hun gezondheidssituatie. De behandeling van jeugdkanker is de afgelopen dertig jaar flink verbeterd. Het aantal overlevenden is steeds groter geworden. Dat betekent dat latere bijwerkingen van de behandeling nu ook zichtbaarder worden.

Uit het onderzoek van het AMC blijkt niet alleen dat driekwart van de overlevenden last heeft van een ernstige aandoening, maar dat een kwart met een of meer gezondheidsproblemen kampt. Dat zijn er opmerkelijk veel, stellen de AMC-onderzoekers. Te meer daar de gemiddelde leeftijd van de onderzochte personen nog geen 25 jaar is.

Van de overlevenden heeft 40 procent in de jaren na de behandeling een ernstige, soms zelfs levensbedreigende aandoening gehad, die direct was gerelateerd aan de kankerbehandeling. Bij die late gevolgen gaat het om orthopedische klachten, neurologische problemen, een tweede tumor, onvruchtbaarheid of problemen met de hormoonhuishouding, turfden de AMC-onderzoekers.

Met name patiënten die zijn bestraald, blijken daar op latere leeftijd veel last van te hebben. Kinderen die een chemokuur kregen, ondervinden daar minder hinder van. Kinderen met botkanker krijgen op latere leeftijd het meest last van hun behandeling, onder meer doordat ledematen moeten worden geamputeerd. Kinderen met leukemie en nierkanker ondervinden de minste hinder.

Nederland telt zevenduizend overlevenden van kinderkanker, jaarlijks komen daar vierhonderd bij. ‘Zij hebben recht op een goede, levenslange nazorg’, stellen de AMC-specialisten.

Kinderarts Leontine Kremer benadrukt nog eens de noodzaak van een speciale polikliniek voor de nazorg, omdat de overlevers nu tussen wal en schip geraken. Er wordt wel veel gedaan, afhankelijk van de individuele oncologische kinderarts, zegt ze, maar voor preventieve zorg ontbreken in een ziekenhuis de structuren.

Volgens oncoloog Caron geldt voor veel gezondheidsproblemen na kanker dat hoe eerder je erbij bent, des te beperkter de schade blijft.

Long-term Risks of Subsequent Primary Neoplasms Among Survivors of Childhood Cancer

Raoul C. Reulen, PhD;
Clare Frobisher, PhD;
David L. Winter;
Julie Kelly;
Emma R. Lancashire, PhD;
Charles A. Stiller, MSc;
Kathryn Pritchard-Jones, PhD, MD;
Helen C. Jenkinson, PhD, MD;
Michael M. Hawkins, DPhil
for the British Childhood Cancer Survivor Study Steering Group

[+] Author Affiliations

Author Affiliations: Centre for Childhood Cancer Survivor Studies, School of Health and Population Sciences, University of Birmingham, Edgbaston, Birmingham, United Kingdom (Drs Reulen, Frobisher, Lancashire, and Hawkins, and Mr Winter and Ms Kelly); Childhood Cancer Research Group, University of Oxford, Oxford, United Kingdom (Mr Stiller); Department of Paediatric Oncology, The Institute of Cancer Research, Surrey, United Kingdom (Dr Pritchard-Jones); and Department of Paediatric Oncology, Birmingham Children's Hospital NHS Foundation Trust, Birmingham, United Kingdom (Dr Jenkinson).

Abstract

Context Survivors of childhood cancer are at excess risk of developing subsequent primary neoplasms but the long-term risks are uncertain.

Objectives To investigate long-term risks of subsequent primary neoplasms in survivors of childhood cancer, to identify the types that contribute most to long-term excess risk, and to identify subgroups of survivors at substantially increased risk of particular subsequent primary neoplasms that may require specific interventions.

Design, Setting, and Participants British Childhood Cancer Survivor Study—a population-based cohort of 17 981 5-year survivors of childhood cancer diagnosed with cancer at younger than 15 years between 1940 and 1991 in Great Britain, followed up through December 2006.

Main Outcome Measures Standardized incidence ratios (SIRs), absolute excess risks (AERs), and cumulative incidence of subsequent primary neoplasms.

Results After a median follow-up time of 24.3 years (mean = 25.6 years), 1354 subsequent primary neoplasms were ascertained; the most frequently observed being central nervous system (n = 344), nonmelanoma skin cancer (n = 278), digestive (n = 105), genitourinary (n = 100), breast (n = 97), and bone (n = 94). The overall SIR was 4 times more than expected (SIR, 3.9; 95% confidence interval , 3.6-4.2; AER, 16.8 per 10 000 person-years). The AER at older than 40 years was highest for digestive and genitourinary subsequent primary neoplasms (AER, 5.9 [95% CI, 2.5-9.3]; and AER, 6.0 [95%CI, 2.3-9.6] per 10 000 person-years, respectively); 36% of the total AER was attributable to these 2 subsequent primary neoplasm sites. The cumulative incidence of colorectal cancer for survivors treated with direct abdominopelvic irradiation was 1.4% (95% CI, 0.7%-2.6%) by age 50 years, comparable with the 1.2% risk in individuals with at least 2 first-degree relatives affected by colorectal cancer.

Conclusion Among a cohort of British childhood cancer survivors, the greatest excess risk associated with subsequent primary neoplasms at older than 40 years was for digestive and genitourinary neoplasms.

kanker bij kinderen