13 augustus 2021: lees ook dit artikel en zie ook in gerelateerde artikelen uiteraard: https://kanker-actueel.nl/80-procent-van-patienten-met-borstkanker-met-dics-ductaal-carcinoma-in-situ-zouden-kunnen-volstaan-met-alleen-een-operatie-maar-zonder-bestraling-post-operatief-of-zelfs-met-een-wait-and-see-beleid.html


1 september 2012: Bron: website van NKI

Uit een persbericht van het AvL blijkt dat vrouwen met borstkanker die vooraf aan de behandeling een genetische test via de mammaprint krijgen beter en effectiever behandeld worden en dat dit een uitstekend effect geeft op de ziektevrije tijd, overall overleving na 5 jaar en de kwaliteit van leven. Overigens is deze mededeling een vervolg op de studiepublicaties van de RASTER studie die al in 2007 werd gepubliceerd in The Lancet. Hier het persbericht van het AvL. Daaronder nogmaals het abstract van de RASTER studie:

Bron: website van NKI - AvL:

Vrouwen met borstkanker waarvan de behandeling mede is gebaseerd op de prognostische test, de zogenaamde 70 genen test ook wel Mammaprint genoemd, zijn na 5 jaar vrijwel allemaal nog in leven. Bovendien is voor bijna 30% van de vrouwen geen aanvullende behandeling met chemotherapie nodig die voor de introductie van de 70 genen test veiligheidshalve wel geadviseerd zou worden. Dit toont aan dat deze prognostische test een waardevol en effectief middel is bij de behandeling van borstkanker.

Deze belangrijke bevindingen van de RASTER studie worden door arts/onderzoeker Sabine Linn, arts/onderzoeker in het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis vandaag tijdens het European Breast Cancer Conference in Wenen gepresenteerd.

Door bij vrouwen met borstkanker zonder okselklieruitzaaiingen de zogenaamde 70 genen test uit te voeren, wordt duidelijke welk risico zij lopen op het ontwikkelen van toekomstige uitzaaiingen. Vrouwen met een hoog risicoprofiel krijgen in dat geval een aanvullende behandeling met chemotherapie voorgeschreven. Vrouwen met een laag risicoprofiel hoeven geen behandeling met chemotherapie te volgen.

In de RASTER studie zijn tussen 2004 en 2006 427 vrouwen gevolgd met een tumor van maximaal 5 cm zonder uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Na 5 jaar is in de groep vrouwen met een hoog risicoprofiel 92 % nog in leven zonder uitzaaiingen op afstand. Bij de groep met een laag risicoprofiel is dat 97 %.

Opmerkelijk was dat van de groep die volgens de huidige richtlijnen wel adjuvant chemotherapie geadviseerd zou krijgen maar een laag risico 70-genen test had, meer dan de helft van de patiënten geen enkele nabehandeling met medicijnen had gekregen. Van deze groep van 70 patiënten was na 5 jaar 100% zonder uitzaaiingen op afstand in leven. Deze groep vrouwen hadden precies het type tumor waarbij dokters vaak niet weten of ze nog nabehandeling met chemotherapie moeten adviseren of niet. Dit toont aan dat het, zoals verwacht, veilig is om de 70-genen test in de praktijk te gebruiken en de test voor de besluitvorming waardevolle aanvullende informatie kan geven.

De uitvoering van de genentest was een logistiek gecompliceerd proces. Uit de studie blijkt dat het tumormateriaal dat nodig is voor de test, ook in paraffine kan worden opgeslagen. Dit maakt het voor ziekenhuizen veel eenvoudiger de prognostische test uit te laten voeren.

Use of 70-gene signature to predict prognosis of patients with node-negative breast cancer: a prospective community-based feasibility study (RASTER)

Lancet Oncol. 2007 Dec;8(12):1079-87. Epub 2007 Nov 26.

Use of 70-gene signature to predict prognosis of patients with node-negative breast cancer: a prospective community-based feasibility study (RASTER).

Source

Department of Pathology, Division of Diagnostic Oncology, Netherlands Cancer Institute, Amsterdam, Netherlands.

Erratum in

  • Lancet Oncol. 2008 Jan;9(1):10.

Abstract

BACKGROUND:

A microarray-based 70-gene prognosis signature might improve the selection of patients with node-negative breast cancer for adjuvant systemic treatment. The main aims of this MicroarRAy PrognoSTics in Breast CancER (RASTER) study were to assess prospectively the feasibility of implementation of the 70-gene prognosis signature in community-based settings and its effect on adjuvant systemic treatment decisions when considered with treatment advice formulated from the Dutch Institute for Healthcare Improvement (CBO) and other guidelines.

METHODS:

Between January, 2004 and December, 2006, 812 women aged under 61 years with primary breast carcinoma (clinical T1-4N0M0) were enrolled. Fresh tumour samples were collected in 16 hospitals in the Netherlands within 1 h after surgery. Clinicopathological factors were collected and microarray analysis was done with a custom-designed array chip that assessed the mRNA expression index of the 70 genes previously identified for the prognostic signature. Patients with a "good" signature were deemed to have a good prognosis and, therefore, could be spared adjuvant systemic treatment with its associated adverse effects, whereas patients with a "poor" signature were judged to have a poor prognosis and should be considered for adjuvant systemic treatment. Concordance between risk predicted by the prognosis signature and risk predicted by commonly used clinicopathological guidelines (ie, St Gallen guidelines, Nottingham Prognostic Index, and Adjuvant! Online) was assessed.

FINDINGS:

Of 585 eligible patients, 158 patients were excluded because of sampling failure (n=128) and incorrect procedure (n=30). Prognosis signatures were assessed in 427 patients. The 70-gene prognosis signature identified 219 (51%) patients with good prognosis and 208 (49%) patients with poor prognosis. The Dutch CBO guidelines identified 184 patients (43%) with poor prognosis, which was discordant with those findings obtained with the prognosis signature in 128 (30%) patients. Oncologists recommended adjuvant treatment in 203 (48%) patients based on Dutch CBO guidelines, in 265 (62%) patients if the guidelines were used with the prognosis signature, and in 259 (61%) patients if Dutch CBO guidelines, prognosis signature, and patients' preferences for treatment were all taken into account. Adjuvant! Online guidelines identified more patients with poor prognosis than did the signature alone (294 [69%]), and discordance with the signature occurred in 160 (37%) patients. St Gallen guidelines identified 353 (83%) patients with poor prognosis with the signature and discordance in 168 (39%) patients. Nottingham Prognostic Index recorded 179 (42%) patients with poor prognosis with the signature and discordance in 117 (27%) patients.

INTERPRETATION:

Use of the prognosis signature is feasible in Dutch community hospitals. Adjuvant systemic treatment was advised less often when the more restrictive Dutch CBO guidelines were used compared with that finally given after use of the prognosis signature. For the other guidelines assessed, less adjuvant chemotherapy would be given when the data based on prognosis signature alone are used, which might spare patients from adverse effects and confirms previous findings. Future studies should assess whether use of the prognosis signature could improve survival or equal survival while avoiding unnecessary adjuvant systemic treatment without affecting patients' survival, and further assess the factors that physicians use to recommend adjuvant systemic treatment.

Comment in

PMID:
18042430
[PubMed - indexed for MEDLINE]

Plaats een reactie ...

Reageer op "Uitstekende resultaten met mammaprint blijkt uit Nederlands onderzoek"


Gerelateerde artikelen
 

Gerelateerde artikelen

Mammaprint voor borstkankerpatienten >> Mammaprint verandert voorgestelde >> Mammaprint bewijst grote waarde >> Uitstekende resultaten met >> Mammaprint (R) wordt meer >> Mammaprint: Onderzoek met >> Mammaprint voor bepaling van >> Mammaprint - genentest bewijst >>