Lees ook de literatuurlijst niet-toxische middelen en behandelingen specifiek bij borstkanker van arts-bioloog drs. Engelbert Valstar.

30 juni 2021: Bron: Journal of the National Cancer Institute

Vrouwen met hormoongevoelige borstkanker (ER pos.) in de leeftijd van de overgang - 45 tot 50 jaar - hebben meer baat bij direct aromastaseremmers te geven ipv tamoxifen. Zo blijkt uit groot Nederlands onderzoek onder leiding van prof. dr. Sabine Linn. 

Onderzoek van dr. Linn en collega’s wijst uit dat vrouwen in deze groep vrouwen een grotere overlevingskans hebben als ze direct starten met aromataseremmers. Hoe langer ze die krijgen in verhouding tot tamoxifen, hoe groter de winst, blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat is gepubliceerd in de Journal of the National Cancer Institute.

Klik op het volgende document voor het studierapport:  20-2072R2 Linn_051021 Het abstract staat onderaan artikel.

In de NRC van 27 juni 2021 licht dr. Sabine Linn de resultaten uit het onderzoek toe in een interview, waarin ze behoorlijk ferme uitspraken doet over de macht en onwil van de farmaceutische industrie en het systeem van het huidige wetenschappelijk onderzoek:

Interview

‘We weten beter wat de tumor gaat doen’

Sabine Linn | internist-oncoloog Voor vrouwen met borstkanker die nét in de overgang zitten, was lastig te bepalen welke therapie het beste is. Dat gaat verbeteren.

‘Tijdens mijn co-schappen moest ik een patiënt met kanker vertellen dat ik niet wist of de behandeling zou werken maar dat ze zeker kaal, misselijk en erg vermoeid zou worden”, zegt internist-oncoloog Sabine Linn uit het Antoni van Leeuwenhoek, een in kanker gespecialiseerd ziekenhuis in Amsterdam. „Waarom weten we dat eigenlijk niet, dacht ik.” Het werd een missie voor Linn om uit te zoeken welke behandeling het beste bij welke patiënt past en waarom.

Nog een citaat: 

Als de eierstokken nog actief zijn, werken die aromataseremmers niet. Sterker nog, de eierstokken gaan als reactie op dit middel juist meer oestrogeen produceren. Vrouwen voor de overgang krijgen daarom meestal tamoxifen, vrouwen na de overgang krijgen meestal aromataseremmers. De groep tussen de 45 en 50 jaar zit waarschijnlijk nét in de overgang en kreeg een wisseltherapie: eerst tamoxifen, dan aromataseremmers. Onderzoek van Linn en collega’s wijst uit dat vrouwen in deze tussengroep een grotere overlevingskans hebben als ze direct starten met aromataseremmers. Hoe langer ze die krijgen in verhouding tot tamoxifen, hoe groter de winst.

Nog een citaat: 

Een deel van de groep vrouwen krijgt voor niets een aanvullende behandeling met hormonen. Kunnen we ooit van tevoren bepalen wie aanvullende therapie nodig heeft?

„Dat denk ik wel. We hebben in Nederland een unieke registratie van alle mensen die kanker krijgen met daarbij een landelijke biobank met tumoren en omliggende weefsels. Van alle mensen weten we of ze wel of geen uitzaaiingen hebben ontwikkeld. Door allerlei kenmerken van tumoren die later wel of niet uitgezaaid zijn te vergelijken, kunnen we een voorspellende test maken. Dat doen we eerst voor jonge vrouwen omdat de impact van een onnodige behandeling erg groot is op hun kwaliteit van leven.

Wat het lastig maakt, is dat farmaceuten nieuwe middelen graag aan zo veel mogelijk mensen willen slijten

Maar lees het interview verder in de NRC waarin dr. Linn nog meer opmerkelijke uitspraken doet: >>>>>>>lees verder

ACCEPTED MANUSCRIPT

Abstract

Background

Benefit of adjuvant aromatase inhibitors (AI) versus tamoxifen has been investigated in randomized clinical trials for premenopausal and postmenopausal patients with early, estrogen receptor positive (ER+) breast cancer. The optimal endocrine treatment for chemotherapy-treated perimenopausal women, who generally develop chemotherapy-induced amenorrhea, is uncertain.

Methods

All Dutch women who received adjuvant chemotherapy and endocrine treatment for stage I-III, ER + (>10% positive cells), invasive breast cancer, diagnosed between 2004–2007, were identified through the Netherlands Cancer Registry. Included women were considered perimenopausal based on an age at diagnosis of 45–50 years (n = 2,295). For each patient AI treatment duration relative to total endocrine treatment duration was calculated. Predominantly tamoxifen-treated patients (AI < 25%) were compared with those receiving AI and tamoxifen for a similar duration (AI 25%–75%) and those mostly using AI (AI > 75%). Adjusted hazard ratios (HRs) for recurrence-free survival (RFS) and overall survival (OS) were calculated using time-dependent Cox regression.

Results

After an average follow-up of 7.6 years, 377 RFS events occurred. Women mostly receiving AI (AI > 75%) had the best RFS (adjusted-HR = 0.63; 95% confidence interval = 0.46–0.86) followed by those receiving AI 25%–75% (adjusted-HR = 0.85; 95% confidence interval = 0.65–1.12), when compared to predominantly tamoxifen-treated women. Trend analyses showed that every 10% increase in AI-endocrine treatment ratio reduced RFS event risk with 5% (2-sided Ptrend = 0.002). In total, 236 deaths occurred, hazard ratios for OS showed similar trends.

Conclusion

These results suggest that the best adjuvant endocrine treatment for chemotherapy-treated, ER+ breast cancer patients diagnosed aged 45–50 years, consists of mainly AI followed by a switch strategy and mainly tamoxifen.





Plaats een reactie ...

1 Reactie op "Borstkanker: Vrouwen met hormoongevoelige borstkanker in leeftijd van de overgang - 45 tot 50 jaar - zijn meer gebaat bij eerst aromastase remmers ipv tamoxifen als de eierstokken nog aanwezig zijn"

  • e.valstar :
    eerst de eierstokken uitschakelen en direct 10 jaar een aromataseremmer was al het beste als adjuvante therapie

Gerelateerde artikelen