Aan dit artikel is enkele uren gewerkt. Beoordelen, opzoeken relevante informatie, uitleggen, vertalen en plaatsen op de website. Mocht u ons willen ondersteunen om kanker-actueel online te houden zodat we meer van dit soort artikelen kunnen bijven publiceren dan kunt u ons helpen via donaties: https://kanker-actueel.nl/NL/donaties.html of doneer al of niet anoniem op rekeningnummer NL79 RABO 0372931138 t.n.v. Stichting Gezondheid Actueel Terneuzen.
28 september 2017: Bron: J Cancer. 2016; 7(12): 1599–1604 en Biomed Res Int. 2017; 2017: 4346576.
Maar in deze studie werd een 44% vermindering van het risico op een recidief gezien wanneer patiënten met darmkanker werden behandeld met Oncovax (p = 0.023). In een subgroep van patienten met een stadium II van darmkanker was dat risico zelfs met 61% verminderd. Maar om welke reden dan ook is die aanpak vanuit die studie nooit echt doorgezet, zie onder autovaccinatie op onze site. Onterecht m.i.
Uit het studieverslag over Oncovax:
De werkzaamheid van OncoVAX werd vervolgens geëvalueerd in de adjuvante setting in drie fase III klinische studies waarbij patiënten gerandomiseerd werden ingedeeld om alleen een operatie te ondergaan of een operatie gevolgd door een autovaccinatie met Oncovax.
De eerste studie (8102) werd in 1981 gestart en 98 patiënten met darmkanker in stadium II en III namen deel. De primaire einddoelen, overall overleving (OS) en ziektevrije overleving (DFS) werden niet bereikt (HR voor OS = 1,75, p = 0,68; HR voor DFS = 1,58, p = 0,147).
In de subgroepanalyses werd echter een statistisch significant voordeel van OncoVAX gezien bij patiënten met dikke darmkanker (HR voor OS = 2,83, p = 0,02; HR voor DFS = 2,67, p = 0,039) maar niet bij patiënten met rectale kanker (HR voor OS = 1,13, p = 0,772; HR voor DFS = 1,05, p = 0,905).
In de fase III 5283 studie met totaal 412 darmkankerpatiënten met stadium II en III werden er statistisch geen verschillen in overall overleving (OS) en ziektevrije tijd (DFS) waargenomen.
Tenslotte werden in de fase 8701 III studie 254 patiënten met darmkanker stadium II en III gerandomiseerd ingedeeld en onderzocht wat de resultaten op overall overleving (OS) en ziektevrije tijd (DFS) zouden zijn als het vaccin 4 keer werd toegediend in plaats van 3 keer. In die studie werd een 44% verminderd risico gezien op een recidief bij patiënten die werden behandeld met OncoVAX (p = 0,023). In de subgroepanalyses werd een nog betere werkzaamheid waargenomen bij patiënten met stadium II (61% risicoreductie op een recidief).
Een meta-analyse, inclusief de 3 hierboven vermelde onderzoeken, vertoonde een verbetering van het risico op een recidief door OncoVAX met een jaarlijkse kansverlaging van 25 ± 13% (p = 0,05). De subgroepanalyse per stadium vertoonde een statistisch significante verbetering bij stadium II patiënten (p = 0,05).
Een andere studie liet zien dat dendritische celtherapie met het Newcastle Disease Virus ook goede resultaten liet zien. Niet bij rectale vormen van kanker maar wel bij dikke darmkanker:
De resultaten van een gerandomiseerde fase III trial met een NDV autoloog gemodificeerd vaccin bij patiënten die een radicale resectie van levermetastasen vanuit darmkanker hadden ondergaan, werden eind 2000 gepubliceerd. Aan deze studie namen 51 patiënten deel. Er werden statistisch geen significante verschillen in overall overleving (OS) en in ziektevrije tijd (DFS) geconstateerd. Maar in de subgroepanalyses werd wel een statistisch significant voordeel waargenomen bij patiënten met dikke darmkanker met betrekking tot overall overleving (OS) (HR 3.3, p = 0.042) en ziektevrije tijd (DFS) (HR 2.7, p = 0.047), Maar ook hier niet bij patiënten met rectale kanker. Waarom niet wordt niet beschreven. Zie deze studie:
Inmiddels zijn naast de immuuntherapeutische studies met autovaccinatie en dendritische celtherapie en andere vaccins er ook andere aanpak met immuuntherapie met anti-PD medicijnen bijgekomen.
En met succes.
Zo blijkt uit de Checkmate 142 studie waarin o.a. nivolumab wel en niet wordt gecombineerd met ipilimumab:
72 patiënten behandeld met nivolumab gaven hoopgevende resultaten op 12 maanden meting met een ziektevrije overleving van 48,4% en overall overleving 73.8%. Zelfs 2 patienten bereikten binnen een jaar een complete remissie.
Results: 70 (N3) and 30 (N3 + I1) MSI-H pts and 3 (N1 + I1), 10 (N1 + I3), and 10 (N3 + I1) non-MSI-H pts were enrolled. All non-MSI-H pts and 87% (N3) and 93% (N3 + I1) of MSI-H pts had ≥2 prior regimens. 47 (67%; N3) and 18 (60%; N3 + I1) MSI-H pts remain on tx. Efficacy data for MSI-H pts are shown in the Table. Responses were also seen in non-MSI-H pts. Median (95% CI) PFS across all non-MSI-H pts was 1.4 mo (1.2, 1.9). Responses were observed regardless of tumor PD-L1 expression. Treatment-related adverse events (TRAEs) occurred in 41 (59%; N3) and 25 (83%; N3 + I1) MSI-H pts; 10 (14%; N3) and 8 (27%; N3 + I1) pts had Grade 3–4 TRAEs. One pt on N3 had a Grade 5 TRAE (sudden death). Additional biomarker data including MSI assessment and influence of BRAF/KRAS mutations will be presented.
En immuuntherapie met een gemoduleerd virus liet op ESMO 2017 ook uitstekende resultaten zien, zoals we al eerder hebben gepubliceerd op kanker-actueel:
Saemnvattend zien we dat immuuntherapie bij vormen van spijsverteringskanker op de goede weg is. Ook in Nederland en België.
Hier een aantal studies met immuuntherapeutische aanpak die al klaar zijn of die nog lopen. Klik op de NCT nummers voor studieprotocollen:
Table 1
NCT identifier | Setting | Phase | Study interventions | Number of patients | Primary endpoint |
---|---|---|---|---|---|
Checkpoint inhibitors | |||||
NCT02689284 | Metastatic HER2+ GC/GEJC | Ib/II | Margetuximab+ pembrolizumab | 52 | MTD and MAD for margetuximab; duration of response; 12-month ORR |
NCT02563548 | Metastatic GC after 1st line | Ib | PEGPH20 +pembrolizumab | 81 | DLT; 18-month ORR |
NCT02443324 | Metastatic GC/GEJC and other tumours | I | Ramucirumab + pembrolizumab | 155 | DLT |
NCT02589496 | Metastatic GC/GEJC after first line | II | Pembrolizumab | 40 | 2-year RR |
NCT02901301 | First-line HER2 + GC | Ib/II | Pembrolizumab + trastuzumab + capecitabine + cisplatin | 49 | RP2D; 6-week ORR |
NCT02954536 | First-line HER2+ GC/GEJC/EC | II | Pembrolizumab + trastuzumab + capecitabine + cisplatin | 37 | 6-month PFS |
NCT02318901 | Unresectable HER2 + GC/GEJC | II | Pembrolizumab + ado-trastuzumab emtansine | 90 | RP2D |
NCT02559687 | EC (adenocarcinoma or squamous cell)/GEJC after 2nd line | II | Pembrolizumab | 100 | 2-year ORR |
NCT02494583 | First-line GC/GEJC | III (random) | Pembrolizumab versus pembrolizumab + cisplatin + 5-fluorouracil or capecitabine versus placebo + cisplatin + 5-FU or capecitabine | 750 | 44-month PFS and OS |
NCT02370498 | Second-line GC/GEJC | III (random) | Pembrolizumab versus paclitaxel | 720 | PFS, OS |
NCT02564263 | EC (adenocarcinoma or squamous cell) /GEJC after 1st line | III (random) | Pembrolizumab versus investigator's choice of standard therapy (paclitaxel, docetaxel, or irinotecan) | 600 | 3-year PFS and OS |
NCT02872116 | Unresectable GC/GEJC | III (random) | Nivolumab + ipilimumab versus nivolumab + oxaliplatin + fluoropyrimidine versus oxaliplatin + fluoropyrimidine | 1266 | 40-month OS in patients PD-L1 + |
NCT02864381 | Metastatic GC/GEJC | II (random) | GS-5745 + nivolumab versus nivolumab alone | 120 | 2-year ORR |
NCT02340975 | Pretreated metastatic/GC/GEJC | Ib/II (random) | MEDI4736 + tremelimumab versus MEDI4736 versus tremelimumab | 135 | Phase Ib: DTL, Phase II: ORR and 6-month PFS |
NCT02625623 | 3rd-line GC/GEJC | III (random) | Avelumab+ BSC versus chemotherapy (paclitaxel or irinotecan)+BSC or BSC alone | 330 | 2-year OS |
NCT02625610 | 1st-line GC/GEJC | III (random) | Maintenance with avelumab versus continuation of 1st-line chemotherapy | 666 | 3-year OS and PFS |
Immunotherapy + radiotherapy | |||||
NCT02642809 | 1st-line EC | I | Pembrolizumab + brachytherapy | 15 | Tolerability and toxicity |
NCT02830594 | Pretreated EC/GC(GEJC | II | Pembrolizumab + external beam palliative radiation therapy | 14 | Biomarkers |
NCT02735239 | Metastatic EC | I/II | Durvalumab + oxaliplatin/capecitabine | 75 | AE, DLT, laboratory evaluations |
Vaccines | |||||
NCT02276300 | Metastatic HER 2 + GC | I | HER2-derived peptide vaccination | 12 | Safety and tolerability |
NCT02317471 | Stage III gastric cancer | I/II | Vaccination with autologous tumour derived heat shock protein gp96 | 45 | DFS |
NCT02795988 | Metastatic HER 2 + GC/GEJC | Ib/II | IMU-131 HER2/Neu peptide vaccine+ cisplatin and either 5-FU or capecitabine chemotherapy | 18 | RP2D, AE |
Cytokines | |||||
NCT01691664 | Locally advanced EC | NS (random) | Radiation therapy alone or with DC-CIK cellular therapy | 40 | DFS |
NCT01691625 | Locally advanced EC | NS (random) | Concurrent chemoradiation with or without DC-CIK | 50 | Quality of life |
NCT02504229 | Metastatic refractory GC | II (random) |
Chemotherapy with or without DC-CIK | 80 | PFS |
NCT01783951 | Metastatic refractory GC | I/II | S-1 with or without DC-CIK | 30 | PFS |
CAR-T cells | |||||
NCT02713984 | Metastatic refractory HER 2 + GC | I/II | Anti-HER2 CAR-T cells | 60 | Toxicity |
NCT02725125 | Metastatic refractory GC | I/II | EPCAM-targeted CAR-T cells | 19 | DCR |
NCT02617134 | Metastatic refractory MUC1+ GC | I/II | Anti-MUC1 CAR-T cells | 20 | Toxicity |
NCT02349724 | Metastatic refractory CEA+ GC | I | Anti-CEACAR-T cells | 75 | Toxicity |
NCT02862028 | Metastatic refractory EGFR+ GC | I/II | Anti-PD-1CAR-T cells | 20 | ORR, DCR, OS, PFS |
NCT03013712 | Metastatic refractory EpCAM+ GC/EC | I/II | Anti-EpCAMCAR-T cells | 60 | Toxicity |
GC, gastric cancer; GEJC, gastroesophageal junction cancer; EC: esophageal cancer; NA, not assessed; MTD, maximum tolerated dose; MAD, maximum administered dose; DTL, dose limiting toxicity; ORR, overall response rate; OS, overall survival; PFS, progression-free survival; DFS, disease-free survival; NS, not specified; RP2D, recommended dose of phase II; AE, adverse events; DCR, disease control rate; BSC, best supportive care; DCR disease control rate.
Het volledige studierapport: Current Status and Perspective of Immunotherapy in Gastrointestinal Cancers is gratis in te zien. Evenals het studierapport: Immunotherapy in Gastrointestinal Cancers
Abstracten van beide studies plus referentielijsten volgen onderaan dit artikel.
Lees ook dit artikel:
En lees ook de richtlijnen voor het behandelen van uitgezaaide darmkanker zoals gepubliceerd door de ESMO:
Metastatic colorectal cancer: ESMO Clinical Practice Guidelines for diagnosis, treatment and follow-up†Interessant is ook deze review over zogeheten oncolytische virussen:
Oncolytic viruses: From bench to bedside with a focus on safetyLees ook dit artikel:
The emerging role of immunotherapy in colorectal cancerFrom a clinician perspective, the use of immunotherapies in recent clinical trials gave us the opportunity to contribute to a paradigmatic shift in the treatment of GI cancers. We are glad to observe highly pretreated patients experiencing a dramatic clinical benefit after treatment start, with symptoms relief, long lasting disease stabilization, and an overall manageable safety profile.
Immunotherapy in Gastrointestinal Cancers
Abstract
Gastrointestinal cancers represent a major public health problem worldwide. Immunotherapeutic strategies are currently under investigation in this setting and preliminary results of ongoing trials adopting checkpoint inhibitors are striking. Indeed, although a poor immunogenicity for GI has been reported, a strong biological rationale supports the development of immunotherapy in this field. The clinical and translational research on immunotherapy for the treatment of GI cancers started firstly with the identification of immune-related mechanisms possibly relevant to GI tumours and secondly with the development of immunotherapy-based agents in clinical trials. In the present review a general overview is firstly provided followed by a focus on major findings on gastric, colorectal, and hepatocellular carcinomas. Finally, pathological and molecular perspectives are provided since many efforts are ongoing in order to identify possible predictive biomarkers and to improve patients' selection. Many issues are still unsolved in this field; however, we strongly believe that immunotherapy might positively affect the natural history of a subgroup of GI cancer patients improving outcome and the overall quality of life.
Finally the most efforts are focusing on the development of novel approaches to enhance this innovative strategy. All ongoing trials are shown in Tables Tables111–3. Promising trials have been evaluating innovative combination treatments (so-called “combo-immunotherapy”), that is, PD-1 or PD-L1 blockade in combination with (1) anti-CTLA4, (2) adaptive immunotherapy such as anti-LAG3, (3) innate immunotherapy such as TLRs agonists, (4) chemo- or radiotherapy, (5) drugs able to increase antigen presentation such as the COX-2, JAK1/2 inhibitor or the MEK inhibitor cobimetinib, and (6) targeted therapy (anti-HER2, anti-VEGFR2) [69, 114, 115].
From a clinician perspective, the use of immunotherapies in recent clinical trials gave us the opportunity to contribute to a paradigmatic shift in the treatment of GI cancers. We are glad to observe highly pretreated patients experiencing a dramatic clinical benefit after treatment start, with symptoms relief, long lasting disease stabilization, and an overall manageable safety profile. We are really feeling a revolution in the daily life of our patients. Every day we ask questions about future availability of clinical trials involving immunotherapeutic agents for GI cancers from our new and historical patients. We strongly believe that further steps of drugs development such as larger phases II and III clinical trials are warranted in order to answer unsolved question and to establish the efficacy of immunotherapeutic agents. A wide international involvement of experienced centers in the next clinical trials will break a potential unequal distribution of immunotherapeutic resources.
Conflicts of Interest
The authors declare that there are no conflicts of interest regarding the publication of this paper.
Authors' Contributions
Letizia Procaccio and Marta Schirripa equally contributed as first authors. Vittorina Zagonel and Sara Lonardi equally contributed as senior authors.
References
Current Status and Perspective of Immunotherapy in Gastrointestinal Cancers
Current Status and Perspective of Immunotherapy in Gastrointestinal Cancers
Abstract
Cancer immunotherapy is at dawn of the Renaissance after the Medieval Dark Ages. Recent advances of understanding tumor immunology and molecular drug development are leading us to the epoch of cancer immunotherapy. Some types of immunotherapy have shown to provide survival benefit for patients with solid tumors such as malignant melanoma, renal cell carcinoma, or non-small cell lung cancer. Several studies have suggested that immune checkpoint inhibition might be effective in some patients with gastrointestinal cancers. However, the era of cancer immunotherapy in gastrointestinal cancers is still in an inchoate stage. Here we briefly review the current status and perspective of immunotherapeutic approaches in patients with gastrointestinal cancers.
Conclusion
Cancer immunotherapy has shown promising results in various types of cancers. Especially immune checkpoint inhibitors are leading a recent renaissance of immune-mediated anticancer treatments. Early studies have suggested that immune checkpoint inhibition might also be effective in some patients with gastrointestinal cancers. However, the era of cancer immunotherapy in gastrointestinal cancers is in an inchoate stage. The immune system and immunosuppressive mechanisms surrounding GC or CRC are still obscure compared to malignant melanoma, renal cell carcinoma, or NSCLC. To increase efficacy of cancer immunotherapy in gastrointestinal cancers, we need to build more profound understanding of tumor immune system. Knowledge of potential relationships between tumor cells and their microenvironment is also essential in gastrointestinal malignancies.
References
Gerelateerde artikelen
- Immuuntherapie met nivolumab plus ipilimumab vooraf aan operatie bij darmkankerpatienten met hoge waarden van microsatellite-instability high/mismatch repair deficient (MSI-H/dMMR) blijkt zeer effectief.
- Immuuntherapie met Pembrolizumab geeft veel betere resultaten op ziektevrije overleving (48 vs 18 procent op 2 jaars meting) dan chemotherapie voor uitgezaaide darmkanker met MSI-H/dMMR - of afwijkende reparatie genen
- KRAS gemuteerde tumoren: Kankervaccin ELI-002 2P stimuleerde hoge T-celreacties bij patiënten met voor immuuntherapie ongevoelige KRAS-gemuteerde tumoren en verbeterde de ziekteprogressieve tijd bij patienten met alvleesklierkanker en darmkanker copy 1 co
- Immuuntherapie vooraf aan operatie en chemotherapie blijkt succesvol bij kankerpatiënten met maagkanker en met tumoren op de overgang van slokdarm naar de maag copy 2
- Dostarlimab, een specifieke vorm van een anti-PD medicijn is 100 procent effectief bij alle 12 patienten met operabele rectumkanker met dMMR = Mismatch-reparatie-deficiëntie en was geen operatie meer nodig.
- Kankerpatienten met solide tumoren met MSI-H = hoge microsatelliet instabiliteit en mismatch reparatie (dMMR) reageren uitstekend op immuuntherapie met pembrolizumab vooraf aan operatie met 65 tot 80 procent complete remissies copy 1
- Immuuntherapie met nivolumab plus ipilimuab voorafgaand aan operatie darmkanker geeft uitstekende resultaten met duurzame klinische complete remissies
- Temozolomide - temodal gevolgd door immunotherapie met combinatie van lage dosis ipilimumab plus nivolumab geeft hoopgevende resultaten bij patiënten met microsatellietstabiel en MGMT-gedempte uitgezaaide darmkanker
- CYAD-101, een vorm van CAR-T cel immuuntherapie geeft hoopvolle resultaten bij uitgezaaide darmkanker zonder dat graft-versus-host-ziekte ontstaat.
- Dendritische cellen en Newcastle Disease Virus bij kankerpatiënten met spijsverteringskanker geeft significant betere resultaten in overlevingstijd aldus gerandomiseerde studie bij 335 patiënten. copy 2
- Autologe genetisch gemodificeerde T-cellen gericht tegen het humaan papillomavirus (HPV) 16 E6 geeft bij patienten met vergevorderde zwaar voorbehandelde uitgezaaide HPV gerelateerde kanker uitstekende resultaten copy 1
- Man met uitgezaaide darmkanker stadium 4 (KRAS pos.) geneest alsnog met combinatie van immuuntherapie met Rigvir virus (dendritische celtherapie) plus FOLFOX en bevacizumab en is nu na 8 jaar kankervrij.
- Nivolumab (Opvido) + ipilimumab (Yervoy) geeft uitstekende resultaten bij nog niet behandelde uitgezaaide darmkanker (met MSI-H of dMMR mutaties) en bereikte 53 procent een gedeeltelijke remissie en 7 procent een complete remissie.
- Immuuntherapie met een gemoduleerd virus plus avelumab, een anti-PD medicijn, wordt onderzocht in een fase I/II studie bij darmkankerpatienten
- Man met uitgezaaide inoperabele darmkanker komt met ATID - Autologous tumor immunizing devascularization, een vorm van immuuntherapie in complete remissie en is al 16 jaar kankervrij, zonder chemo of andere behandelingen
- Immuuntherapie met autovaccinatie van dendritische cellen moet weer eerstelijns behandeling worden voor operabele darmkanker stadium II en III
- Immuuntherapie met dendritische celtherapie geeft uitstekende resultaten op overall overleving en ziektevrije tijd bij darmkanker met weinig of geen zichtbare tumoren.
- Xilonix - MAPp1 zorgt voor stabiele ziekte (bij 53 procent) bij zwaar voorbehandelde darmkankerpatienten stadium 4 met een mediane overall overleving van 4.2 maanden vs 11.5 maanden in vergelijking met placebo copy 1
- Dendritische cellen en Newcastle Disease Virus bij kankerpatiënten met spijsverteringskanker geeft significant betere resultaten in overlevingstijd aldus gerandomiseerde studie bij 335 patiënten. copy 1
- Immuuntherapie: Oncophage(R) (HSPPC-96), gemaakt van eigen tumorcellen zorgt voor opmerkelijke resultaten bij o.a. darmkanker.
- Immuuntherapie met het gemoduleerde virus Ankara–5T4 (TroVax) plus lage dosis cyclophosphamide zorgt voor verdubbeling van mediane overall overleving 11,2 vs 20 maanden bij vergevorderde darmkanker
- Immuuntherapie geeft uitstekende resultaten bij darmkanker met minimale ziekte - weinig tumoren - en zelfs bij darmkanker stadium IV werkt het ook al is het dan minder effectief
- Immuuntherapie met een moleculair middel - codenaam MGN1703 - geeft hoog significant betere ziektevrije tijd bij patiënten met uitgezaaide darmkanker die eerder chemotherapie kregen.
- Autovaccinatie bij darmkanker. Oncovax geeft significant beter resultaat op overleving, overlevingstijd en tijd tot recidief bij darmkankerpatiënten met stadum II. Intracel is failliet verklaard. Oncovax wordt niet meer geleverd
- Archief: immuuntherapie met CEA anti-body plus bestraling geeft hoopvolle resultaten in Phase-II trial met 30 darmkankerpatiënten.
- Immuuntherapie waaronder dendritische celtherapie bij vormen van darmkanker, een overzicht
Plaats een reactie ...
Reageer op "Immuuntherapie met dendritische celtherapie geeft uitstekende resultaten op overall overleving en ziektevrije tijd bij darmkanker met weinig of geen zichtbare tumoren."