Helpt u ons aan 500 donateurs?
Zie ook artikelen over de Nanoknife / Ireversible electroporation en literatuurlijst specifiek bij alvleesklierkanker.
26 maart 2018: Bron: Radiation Oncology
Aanvullend op onderstaand artikel zou u dit studierapport eens kunnen lezen. Management of Borderline Resectable Pancreatic Cancer beschrijft de ontwikkelingen van de laatste jaren hoe borderline alvleesklierkanker (wel of niet operabel) te behandelen. De keuze is of er eerst chemo en/of radiotherapie gegeven moet worden en daarna operatie of eerst een operatie gevolgd door chemo of gerichte behandelingen en/of immuuntherapie.
De conclusie uit deze studie is daarover niet eensluidend(maar het studierapport is heel gedetailleerd beschreven met veel verwijzingen naar studies, dus lees ook dat studierapport mocht u geinteresseerd zijn) :
Conclusie: Ondanks de verschillende meningen over wat nu precies de optimale methode is om een borderline stadium van alvleesklierkanker te definiëren als geschikt voor operatie, groeit de consensus dat deze subgroep van alvleesklierkankerpatiënten (pancreatic ductal adenocarcinoma) (PDAC) een aparte groep vertegenwoordigt binnen de stadia van alvleesklierkanker. Een groep met een eigen prognose, die aanzienlijk kan worden verbeterd als er een gunstige respons wordt bereikt na een preoperatieve behandeling en/of operatie / resectie. Verbeterde chirurgietechnieken kunnen ook het aantal patiënten dat mogelijk in aanmerking komt voor een operatie, verhogen. Zie bv: de Nanoknife / Ireversible electroporation.
Fig. 1
Magnified section of a computed tomography axial slice of a borderline resectable pancreatic adenocarcinoma (red contour) highlighting the tumor contact region with the superior mesenteric artery (SMA; yellow contour) <180°. Abbreviation: SMV = superior mesenteric vein. (A color version of this figure is available at www.redjournal.org)
Het abstract plus referentielijst zie Management of Borderline Resectable Pancreatic Cancer
9 januari 2013: toegevoegd onderaan een artikel over een nieuwe studie over het meevallen van de bijwerkingen van Folfinirox (5-fluorouracil, leucovorin, irinotecan) in vergelijking met gemcitabine. Echt een interessante studie die veel extra informatie toevoegt aan onderstaand artikel. Lees aub beide artikelen
13 mei 2011: Bron: NEJM 12 mei 2011
Van onderstaande studie zijn nieuwe resultaten vrijgekomen die aangeven dat de chemo combinatie FOLFIRINOX veruit betere resultaten geeft dan gemcitabine voor uitgezaaide alvleesklierkanker. Hoewel de toxiciteit wel zorgen baart pleiten onderzoekers en artsen ervoor de FOLFIRINOX behandeling standaard eerste lijns te maken. Hier het abstract van de studie zoals gepubliceerd in het NEJM afgelopen week waar u ook het volledige studierapport tegen betaling in kunt zien:
FOLFIRINOX versus Gemcitabine for Metastatic Pancreatic Cancer
N Engl J Med 2011; 364:1817-1825 May 12, 2011
Background
Data are lacking on the efficacy and safety of a combination chemotherapy regimen consisting of oxaliplatin, irinotecan, fluorouracil, and leucovorin (FOLFIRINOX) as compared with gemcitabine as first-line therapy in patients with metastatic pancreatic cancer.
Methods
We randomly assigned 342 patients with an Eastern Cooperative Oncology Group performance status score of 0 or 1 (on a scale of 0 to 5, with higher scores indicating a greater severity of illness) to receive FOLFIRINOX (oxaliplatin, 85 mg per square meter of body-surface area; irinotecan, 180 mg per square meter; leucovorin, 400 mg per square meter; and fluorouracil, 400 mg per square meter given as a bolus followed by 2400 mg per square meter given as a 46-hour continuous infusion, every 2 weeks) or gemcitabine at a dose of 1000 mg per square meter weekly for 7 of 8 weeks and then weekly for 3 of 4 weeks. Six months of chemotherapy were recommended in both groups in patients who had a response. The primary end point was overall survival.
Results
The median overall survival was 11.1 months in the FOLFIRINOX group as compared with 6.8 months in the gemcitabine group (hazard ratio for death, 0.57; 95% confidence interval , 0.45 to 0.73; P<0.001). Median progression-free survival was 6.4 months in the FOLFIRINOX group and 3.3 months in the gemcitabine group (hazard ratio for disease progression, 0.47; 95% CI, 0.37 to 0.59; P<0.001). The objective response rate was 31.6% in the FOLFIRINOX group versus 9.4% in the gemcitabine group (P<0.001). More adverse events were noted in the FOLFIRINOX group; 5.4% of patients in this group had febrile neutropenia. At 6 months, 31% of the patients in the FOLFIRINOX group had a definitive degradation of the quality of life versus 66% in the gemcitabine group (hazard ratio, 0.47; 95% CI, 0.30 to 0.70; P<0.001).
Conclusions
As compared with gemcitabine, FOLFIRINOX was associated with a survival advantage and had increased toxicity. FOLFIRINOX is an option for the treatment of patients with metastatic pancreatic cancer and good performance status. (Funded by the French government and others; ClinicalTrials.gov number, NCT00112658.)
Presented in part at the 43rd annual meeting of the American Society of Clinical Oncology, Chicago, June 1–5, 2007 (phase 2) and at the 46th annual meeting of the American Society of Clinical Oncology, Chicago, June 3–8, 2010 (phase 3).
Supported by Clinical Research Hospital Program grants (PHRC 2004 and 2007) from the French Ministry of Health, and grants from Amgen and the French National League against Cancer.
Dr. Ducreux reports receiving consulting fees from Pfizer, serving on an advisory board for Sanofi-Aventis, receiving payment for the development of educational presentations from Pfizer and Sanofi-Aventis, and receiving grant support to his institution from Pfizer; Dr. Bennouna, serving on advisory boards for Roche, Boehringer, and Bayer, receiving lecture fees from Roche, AstraZeneca, and Amgen, and receiving travel fees from Boehringer and Roche; Dr. Bouché, serving on advisory boards for Roche and Pfizer; Dr. Ychou, serving on advisory boards for Amgen, Bayer, Merck, Novartis, and Roche; and Dr. Bachet, receiving payment for the development of an educational presentation from Janssen-Cilag. No other potential conflict of interest relevant to this article was reported.
Disclosure forms provided by the authors are available with the full text of this article at NEJM.org.
We thank the brave patients who participated in this study, their families for their trust, all participating investigators (listed in the Supplementary Appendix), and their supporting staff. We also thank the members of the independent data and safety monitoring board (B. Asselain, E. François, E. Gamelin, and C. Louvet) for their sound advice; V. Laurent-Croisé and D. Régent for radiologic review of tumor responses; and Miller Medical Communications for medical-writing support.
Source Information
From Nancy University and Centre Alexis Vautrin, Nancy (T.C.); Centre Léon Bérard, Lyon (F.D., C.F.); Centre Val d'Aurelle (M.Y., S.G.-B.) and Centre Hospitalo-Universitaire Saint-Eloi (E.A.), Montpellier; Centre Hospitalier Universitaire Robert Debré, Reims (O.B.); Institut Claudius Regaud, Toulouse (R.G.); Institut Bergonié, Bordeaux (Y.B.); Centre Oscar Lambret, Lille (A.A.); Centre Eugène Marquis, Rennes (J.-L.R.); Centre René Gauducheau, Nantes (J.B.); Hôpital Ambroise Paré, Boulogne-Billancourt (J.-B.B.); Centre Hospitalier, Perpignan (F.K.-A.); Hôpital de la Croix Rousse, Lyon (D.P.-V.); Centre Hospitalier Henri Mondor, Créteil (C.D.); Centre Georges-François Leclerc, Dijon (B.C.); Rouen University Hospital and University of Rouen, Rouen (P.M.); Unicancer–Bureau d'Etudes Cliniques et Thérapeutiques, Paris (C.M.-G.); Institut Gustave Roussy, Villejuif (M.D.); and Paris-Sud 11 University, Le Kremlin-Bicêtre (M.D.) — all in France.
Address reprint requests to Dr. Conroy at the Department of Medical Oncology, Centre Alexis Vautrin, 54511 Vandoeuvre-lès-Nancy CEDEX, France, or at t.conroy@nancy.fnclcc.fr.
Additional investigators are listed in the Supplementary Appendix, available at NEJM.org.
16 juni 2010: bron: J Clin Oncol 28:7s, 2010 (suppl; abstr 4010)
Gemcitabine is al vele jaren een standaard chemo voor de behandeling van pancreaskanker - alvleesklierkanker, alleen of meer recentelijk gebruikt in combinatie met erlotinib (Tarceva), maar de nieuwste resultaten suggereren dat deze moet worden vervangen door de combinatie FOLFIRINOX (5-fluorouracil, leucovorin, irinotecan,
Randomized phase III trial comparing FOLFIRINOX (F: 5FU/leucovorin , irinotecan [I], and oxaliplatin [O]) versus gemcitabine (G) as first-line treatment for metastatic pancreatic adenocarcinoma (MPA): Preplanned interim analysis results of the PRODIGE 4/ACCORD 11 trial.Sub-category: Pancreatic Cancer Category: Gastrointestinal (Noncolorectal) Cancer Meeting: 2010 ASCO Annual Meeting Citation: J Clin Oncol 28:7s, 2010 (suppl; abstr 4010) Abstract No: 4010 |
Author(s): T. Conroy, F. Desseigne, M. Ychou, M. Ducreux, O. Bouche, R. Guimbaud, Y. Becouarn, C. Montoto-Grillot, S. Gourgou-Bourgade, A. Adenis, FNCLCC-FFCD PRODIGE Group; Centre Alexis Vautrin, Vandoeuvre les Nancy, France; Centre Léon Berard, Lyon, France; Centre Val d'Aurelle, Montpellier, France; Institut Gustave Roussy, Villejuif, France; University Hospital Robert Debre, Reims, France; University Hospital of Purpan, Toulouse, France; Institut Bergonié, Bordeaux, France; Fédération Nationale des Centres de Lutte Contre le Cancer, Paris, France; Centre Oscar Lambret, Lille, France
Abstract:
Background: In a randomized phase II trial of F vs G in 88 MPA patients (pts), we reported that F induces a response rate > 30% (Ychou, ASCO 2007). Because the trial met its planned objectives, it has been pursued as a phase III to compare overall survival (OS).
Methods: Chemotherapy-naïve pts aged 18-75 years with histologically/cytologically-confirmed measurable MPA were randomized to receive F (O 85 mg/m2 d1 + I 180 mg/m2 d1 + LV 400 mg/m2 d1 followed by 5FU 400 mg/m2 bolus d1 and 2,400 mg/m2 46h continuous infusion biweekly) or G (1g/m2 IV weekly x7, 1 w rest, then weekly x 3q4w). Eligibility included adequate organ function, performance status (PS) 0-1, no prior chemotherapy or radiotherapy. Pts were stratified by centre, PS, and primary tumor location (head vs. other). The primary endpoint was OS. With a planned sample size of 360 pts, the trial was designed to detect an improvement from 7 to 10 months (m) median survival (HR = 0.70) with 80% power and α = 0.05.
Results: 342 pts were enrolled between 01/2005 and 10/2009. Pts were well balanced for baseline characteristics: male 63%; median age 60 years; PS 0 38%. At the planned interim analysis, the Independent Data Monitoring Committee recommended to stop the study. Among 250 treated and monitored pts, median relative dose-intensities of 5FU, I, O and G were 0.81, 0.80, 0.78 and 1.01 respectively. Grade 3/4 toxicities per pts (%) in arms F/G were diarrhea 12.3/1.6, nausea 15.6/6.3, vomiting 17.2/6.3, fatigue 24/14.3, neutropenia 47.9/19.2 and febrile neutropenia 5.7/0. No toxic death occurred. Confirmed response rates (F/G) were 27.6% and 10.9% (p = 0.0008). Median follow-up was 19.5 m. Median PFS was 6.4/3.4 m (p < 0.0001). As of 09/2009, median OS was 10.5/6.9 m (HR = 0.61; 95%CI = 0.46-0.81; p < 0.001).
Conclusions: F is the first non containing G therapy that has shown a significantly longer OS, PFS and higher response rate than G alone. The toxicities of this regimen are manageable and F may emerge as a new standard for treatment of MPA in pts with good PS. Final analysis on the total population will be presented.
Bijwerkingen Folfinirox vallen mee in vergelijking met bijwerkingen door gemcitabine en vallen na 6 maanden juist uit in voordeel van Folfirinox bij uitgezaaide inoperabele alvleesklierkanker
9 januari 2013: Bron: J Clin Oncol. Published online January 1, 2013
Uit een fase III bleek in 2010 dat folfirinox betere resultaten geeft dan gemcitabine (Gemzar) bij het behandelen van gevorderde inoperabele alvleesklierkanker op ziektevrije tijd en overall overleving. Echter omdat de bijwerkingen bij folfirinox behoorlijk hoger en ernstiger waren betwijfelden artsen of folfirinox de gemcitabine zou moeten vervangen als eerste lijnsbehandeling voor inoperabele alvleesklierkanker.
Nu blijkt uit een nieuw uitgevoerde studie bij dezelfde patiëntengroep dat die verschillen in bijwerkingen mee lijken te vallen en na 6 maanden juist in het voordeel uitpakken van folfirinox. Deze nieuwe studie is uitgevoerd door middel van een vragenlijst te sturen aan de op dat moment nog in leven zijnde patiënten.
Bij aanvang van de studie was de kwaliteit van leven voor beide groepen vergelijkbaar. Naleving van het invullen van de vragenlijst was hoog, 95% van de deelnemende patiënten aan de FOLFIRINOX groep en 92% van de gemcitabine groep reageerde positief met het invullen van de vragenlijsten.
Er waren geen opmerkelijke verschillen in kwaliteit van leven tussen de 2 groepen gedurende de eerste 2 maanden van behandeling met uitzondering van diarree, deze was significant groter bij FOLFIRINOX dan met gemcitabine. Beide behandelingen verhoogde de kwaliteit van leven voor patiënten, maar op verschillende gebieden. Verbetering gemeten vanaf de basis in algemeen welbevinden werd waargenomen bij patiënten uit de FOLFIRINOX groep (P <0,001) en verbetering in emotioneel functioneren werd waargenomen bij patiënten uit beide groepen (P <0,001), samen met een afname van pijn, slapeloosheid, vermagering en constipatie. Het lijkt mij dat dit ook een logisch vervolg is op de behandeling want deze studie is gedaan bij de mensen die dus baat hadden bij de aanpak. Degenen die geen baat hadden waren waarschijnlijk al overleden of overleden tijdens de studieduur.
Ik vraag me ook af of er ook gevraagd is of er patiënten waren die aanvullende niet-toxische middelen gebruikten, zoals extra gezonde voeding, bepaalde voedingsuppletie of zelfs electro hyperthermie. Allemaal aanvullende behandelingen en middelen die bewezen hebben het therapeutisch effect te verbeteren en de bijwerkingen te verminderen. Maar dat soort gegevens staan niet in het abstract. Ik ben wel benieuwd naar de gebruikte vragenlijsten. Mocht iemand het volledige studierapport hebben zou die dat dan misschien aan ons willen doorgeven? redactie@kanker-actueel.nl
Verder uit de studie: met betrekking tot de grote veranderingen in de kwaliteit van leven na 6 maanden, behielden met FOLFIRINOX behandelde patiënten hun kwaliteit van leven langer dan patiënten behandeld
met gemcitabine. Maar ook dit lijkt mij logisch want de mediane overleving was met folfirinox vele maanden beter dan met gemcitabine. Logisch lijkt me dan ook als de ziekte weer de kop op steekt de bijkomende ziekteverschijnselen dan ook groter worden.
De auteurs stellen dan dat na 6 maanden 50% van met gemcitabine behandelde patiënten een definitieve achteruitgang van kwaliteit van leven hadden met meer dan 20% tegen slechts 10% van de patiënten die met FOLFIRINOX waren behandeld. Verder bleek dat fysiek functioneren bij aanvang van de behandeling een belangrijke prognostische waarde had met betrekking tot tijd van overleven. Patiënten die meldden dat ze vaak in bed of in een stoel moesten blijven overdag hadden een slechtere prognose, wat suggereert volgens de onderzoekers dat een slechte fysieke functie de sterkste negatieve invloed op de totale overlevingstijd heeft.
De conclusie van de onderzoekers is dan ook dat FOLFIRINOX een waardevolle palliatieve behandeling kan zijn bij patiënten met alvleesklierkanker met een goede lichamelijke status.
Dr Gourgou-Bourgade en Dr Ko rapporteren geen relevante financiële belangen te hebben. Dr Conroy meldt een financiële relatie met sanofi-aventis.
Het volledige studierapport: Impact of FOLFIRINOX Compared With Gemcitabine on Quality of Life in Patients With Metastatic Pancreatic Cancer: Results From the PRODIGE 4/ACCORD 11 Randomized Trial
is tegen betaling in te zien op de website van de Journal of Clinical Oncology. Hier het abstract van de studie.
FOLFIRINOX significantly reduces QoL impairment compared with gemcitabine in patients with metastatic pancreatic cancer. Furthermore, baseline QoL scores improved estimation of survival probability when added to baseline clinical and demographic variables.
- © 2012 by American Society of Clinical Oncology
Impact of FOLFIRINOX Compared With Gemcitabine on Quality of Life in Patients With Metastatic Pancreatic Cancer: Results From the PRODIGE 4/ACCORD 11 Randomized Trial
- Sophie Gourgou-Bourgade,
- Caroline Bascoul-Mollevi,
- Françoise Desseigne,
- Marc Ychou,
- Olivier Bouché,
- Rosine Guimbaud,
- Yves Bécouarn,
- Antoine Adenis,
- Jean-Luc Raoul,
- Valérie Boige,
- Jocelyne Bérille and
- Thierry Conroy⇓
+ Author Affiliations
- Corresponding author: Thierry Conroy, MD, Department of Medical Oncology, Centre Alexis Vautrin, 6 avenue de Bourgogne, Vandoeuvre-lès-Nancy CEDEX, France CS 305; e-mail: t.conroy@nancy.unicancer.fr.
Abstract
Purpose To compare the quality of life (QoL) of patients receiving oxaliplatin, irinotecan, fluorouracil, and leucovorin (FOLFIRINOX) or gemcitabine as first-line chemotherapy and to assess whether pretreatment QoL predicts survival in patients with metastatic pancreatic cancer.
Patients and Methods Three hundred forty-two patients with performance status 0 or 1 were randomly assigned to receive FOLFIRINOX (oxaliplatin, 85 mg/m2; irinotecan, 180 mg/m2; leucovorin, 400 mg/m2; and fluorouracil, 400 mg/m2 bolus followed by 2,400 mg/m2 46-hour continuous infusion, once every 2 weeks) or gemcitabine 1,000 mg/m2 weekly for 7 of 8 weeks and then weekly for 3 of 4 weeks. QoL was assessed using European Organisation for the Research and Treatment of Cancer Quality of Life Questionnaire C30 every 2 weeks.
Results Improvement in global health status (GHS; P < .001) was observed in the FOLFIRINOX arm and improvement in emotional functioning (P < .001) was observed in both arms, along with a decrease in pain, insomnia, anorexia, and constipation in both arms. A significant increase in diarrhea was observed in the FOLFIRINOX arm during the first 2 months of chemotherapy. Time until definitive deterioration ≥ 20 points was significantly longer for FOLFIRINOX compared with gemcitabine for GHS, physical, role, cognitive, and social functioning, and six symptom domains (fatigue, nausea/vomiting, pain, dyspnea, anorexia, and constipation). Physical functioning, constipation, and dyspnea were independent significant prognostic factors for survival with treatment arm, age older than 65 years, and low serum albumin.
Conclusion FOLFIRINOX significantly reduces QoL impairment compared with gemcitabine in patients with metastatic pancreatic cancer. Furthermore, baseline QoL scores improved estimation of survival probability when added to baseline clinical and demographic variables.
Footnotes
-
See accompanying editorial on page 3
-
Supported by Clinical Research Hospital Program Grants No. PHRC 2004 and 2007 from the French Ministry of Health and grants from the French National League Against Cancer, Amgen France, and sanofi-aventis France.
-
Authors' disclosures of potential conflicts of interest and author contributions are found at the end of this article.
-
Clinical trial information: NCT00112658V
Gerelateerde artikelen
- FOLFIRINOX geeft betere overall overleving (9 1/2 vs 6 maanden) dan Gemcitabine plus Nab-Paclitaxel bij inoperabele gevorderde alvleesklierkanker blijkt uit grote studie
- Chemo (oxaliplatin plus gemcitabine) na operatie bij galwegkanker geeft 25 maanden extra overall overleving (50 vs 75 maanden ) maar wordt afgedaan als zou chemo zinloos zijn
- Chemo (irinotecan plus 5-FU/leucovorin ) liposomal - time released toegediend geeft betere overall overleving dan systemische chemo op 1 jaar bij gevorderde alvleesklierkanker
- Chemo met gemcitabine plus S-1 (tegafur/gimeracil/oteracil) vooraf aan operatie bij alvleesklierkanker verbetert overall overleving met 10 maanden (26 vs 36 maanden) in vergelijking met alleen operatie
- mFOLFIRINOX ( oxaliplatin leucovorin irinotecan en 5-fluorouracil - 5-FU) geeft langere mediane ziektevrije tijd en overall overleving (plus 20 maanden) bij alvleesklierkanker en post operatief chemo-bestraling geeft langere ziektevrije tijd
- Capecitabine plus gemcitabine geeft langere mediane overleving op 3,5 jaar in vergelijking met alleen gemcitabine, maar alleen bij patienten zonder uitzaaiingen
- S-1 een oraal in te nemen vorm van chemo zorgt voor spectaculaire verbetering van ziektevrije tijd en kleinere kans op overlijden - 44 procent - bij alvleesklierkanker in vergelijking met gemcitabine bij Japanese patiënten
- CAPTEM een combinatie van Xeloda - capecitabine met temozolomide - temodal zorgt voor spectaculaire resultaten (97% minimaal stabiele ziekte) bij patiënten met alvleesklierkanker (NET3), carcinoid, schildkliertumoren en hypofyse tumoren copy 1
- NAB-paclitaxel - Abraxane - in combinatie met gemcitabine verbetert significant mediane overleving voor uitgezaaide alvleesklierkanker en is nu door FDA goedgekeurd
- Lymfopenie - te lage waarden van de lymfocyten - veroorzaakt door chemo en bestraling geeft significant kortere overlevingstijd 14 vs 20 maanden voor mensen met operabele alvleesklierkanker
- Chemo plus bestraling vooraf en na operatie bij alvleesklierkanker na meta analyse van vijf grote gerandomiseerde studies geeft negatieve uitkomst voor operabele alvleesklierkankerpatiënten.
- Chemo plus bestraling - chemoradiation vooraf en na operatie bij alvleesklierkanker na meta analyse van vijf grote gerandomiseerde studies geeft negatieve uitkomst op overlevingscijfers voor operabele alvleesklierkanker
- Gemcitabine plus combinatie FOLFIRINOX (5-fluorouracil, leucovorin, irinotecan, en oxaliplatine) geeft significant mediaan langere overlevingstijd voor patienten met uitgezaaide alvleesklierkanker.
- Gemcitabine t.o. combinatie FOLFIRINOX (5-fluorouracil, leucovorin, irinotecan, en oxaliplatine) geeft geen enkele meerwaarde op ziektevrije tijd en overall overleving bij operabele alvleesklierkanker.
- Gemzar en Xeloda als combinatie behandeling zou mediane overlevingstijd van alvleesklierkankerpatiënten met 1,5 maand verlengen - van 6 maanden naar 7,4 maanden - jubelen de media na fase III studie resultaten.
- Gemzar verpakt en toegediend in speciaal geprepareerde vetbolletjes - cationic liposomen ( EndoTAG-1) verdubbelt bijna overlevingstijd (van 7,2 naar 13,6 maanden mediaan) van inoperabele alvleesklierkankerpatienten
- Chemo en effect bij alvleesklierkanker: Chemo (5-FU en cisplatin) vooraf aan bestraling bij alvleesklierkanker stadium I tot III geeft geen effect op overall overleving en slechts iets betere lokale controle.
- Chemo aangevuld met Cox-2 remmer zorgt voor geen enkel positief effect bij inoperabele alvleesklierkankerpatiënten. Mediane overall overleving bedroeg slechts 5,8 maanden plus ernstige bijwerkingen.
- Thalidomide zorgt voor tegengaan van gewichtsverlies bij vergevorderde alvleesklierkankerpatiënten blijkt uit gerandomiseerde placebo gecontroleerde studie.
- Chemo: een overzicht van recente ontwikkelingen en belangrijke studies over chemo en radiotherapie - bestraling
Plaats een reactie ...
Reageer op "Gemcitabine plus combinatie FOLFIRINOX (5-fluorouracil, leucovorin, irinotecan, en oxaliplatine) geeft significant mediaan langere overlevingstijd voor patienten met uitgezaaide alvleesklierkanker."